Schriftverstaan en zelfverstaan
De vorige keer is gebleken dat bij moderne antwoorden op moderne vragen het zelfverstaan van mensen een grote rol speelt. Moderne mensen denken over zichzelf los van wat de Bijbel zegt over ons. Als je wilt weten wie je bent, volg je je eigen gevoel en ervaring, daarna neem je uit de Schrift over wat daarbij aansluit.
De moderne mens verstaat zichzelf dus in de eerste plaats vanuit zichzelf. Dat heeft gevolgen voor het Schriftverstaan. De moderne mens wil dat zijn zelfverstaan in de uitleg van de Schrift bevestigd wordt. Niet de Bijbel, maar het moderne zelfverstaan heeft dus het hoogste gezag. Wanneer we deze beide begrippen (zelfverstaan en Schriftverstaan) in contact brengen met de gereformeerde belijdenis, ontstaat er een belangrijk gezichtspunt dat nuttig is voor pastoraat, onderwijs en opvoeding.
Nederlandse Geloofsbelijdenis
Voor deze verbinding met de gereformeerde belijdenis moeten we naar de artikelen over de Schrift in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de artikelen 3 tot en met 7. Deze artikelen in de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) zijn heel zorgvuldig opgebouwd.
In artikel 3 wordt beleden dat God eerst Zijn Woord heeft gesproken en later opdracht gaf dit op te schrijven. Artikel 4 belijdt dat tegen deze Heilige Schrift niets te zeggen valt. Vervolgens geeft artikel 5 aan hoe je nu kunt weten dat deze Heilige Schrift Gods Woord is: allermeest door het getuigenis van de Heilige Geest. De beperkte waarde van de apocriefe boeken wordt beleden in artikel 6. Al deze vier artikelen gaan uiteindelijk over het gezag of de autoriteit van de Schrift.
Artikel 7 vormt het hoogtepunt van de artikelen over de Schrift. Het onderwerp in dit artikel is niet meer zozeer het gezag of de autoriteit van de Schrift, maar de genoegzaamheid. Met genoegzaamheid wordt dan bedoeld dat de Schrift genoeg is om te weten hoe je met God verzoend kunt worden en hoe je je leven behoort in te richten. De Schrift is voldoende én afdoende voor geloof en leven. Anders gezegd: de Schrift is bron en norm voor geloof en leven. Voor het dienen van God is een fundament in de Schrift nodig. We mogen niet onze eigen inzichten volgen, maar we moeten eerst luisteren naar Gods stem. Pas daarna kunnen we Hem dienen.
Leugenaars
Opmerkelijk genoeg staat in dit artikel over Schriftverstaan ook een belangrijke zin over zelfverstaan: ‘Alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars en ijdeler dan de ijdelheid zelf’. Het verband van deze zin is dat niets gelijkgesteld mag worden met de Heilige Schrift, laat staan dat iets boven de Schrift gesteld mag worden. Denk aan boeken van oude theologen, belangrijke kerkvergaderingen, de mening van de meerderheid, enzovoorts.
Als het om het dienen van God gaat, zijn mensen niet te vertrouwen. Ze zijn van nature leugenachtig en ijdeler dan de ijdelheid zelf. Daarom is het Woord van God noodzakelijk. Zonder dat Woord verdwalen zondaren en zullen ze nooit de weg vinden naar het Vaderhuis. In de gereformeerde dogmatiek wordt daarom in de behandeling van de eigenschappen van de Schrift de noodzakelijkheid altijd voorop geplaatst. Leugenachtige zondaren kunnen de Schrift niet missen. Ze hebben de Schrift nodig om als een blinde geleid te worden op de weg die ze niet geweten hebben (Jes. 42:16).
Mensen zijn niet te vertrouwen. Ook de gewoonte, de meerderheid, de oudheid en de besluiten van vergaderingen zijn niet te vertrouwen. Ze zijn immers allemaal gebaseerd op mensen die leugenachtig zijn. Als we de lijn naar vandaag doortrekken, dan zijn de cultuur en de traditie ook niet te vertrouwen. Alleen het Woord van God is een veilige Gids.
Lijn naar vandaag
Artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis geeft dus aan dat de Schrift volledig te vertrouwen is, maar dat mensen, culturen en tradities niet te vertrouwen zijn. Het spreekt van hoogachting voor de Schrift en onderworpenheid van de mens aan de Schrift.
Wat gebeurt er als we vanuit deze lijn gaan kijken naar de moderne vragen van vandaag? Moderne seculiere mensen zullen de Schrift afwijzen omdat ze juist wel vertrouwen in zichzelf hebben. Ze voelen zich niet leugenachtig. Ze hebben de Schrift niet nodig, vinden die eerder hinderlijk en beknellend. Men kan zelf wel bepalen wat goed is. Moderne christenen verschillen hier niet zo veel van. Ze zullen proberen hun Schriftverstaan te combineren met hun moderne zelfverstaan. Wie ze willen zijn, kunnen ze zelf wel bepalen. Hoe ze zich identificeren en wat hun seksuele oriëntatie is, is wat hen betreft een kwestie van eigen ontdekking. Zodra duidelijk is hoe ze zichzelf verstaan, proberen ze de Schrift te gebruiken om hun zelfverstaan te bevestigen en te ondersteunen. Dat mens, cultuur en traditie van nature leugenachtig zijn, speelt hier praktisch geen rol. Klassieke christenen zullen hun zelfverstaan voortdurend ijken aan de Schrift, in de overtuiging dat hun eigen gevoelens, verlangens, wensen en oriëntatie uitleg en correctie van de Schrift nodig hebben. Deze Bijbelse houding kan niet zonder een innerlijke overtuiging, gewerkt door de Geest van wedergeboorte en geloof.
Handvatten voor gesprek
Met het bovenstaande inzicht vanuit artikel 7 van de NGB wordt een mogelijkheid geboden om met andersdenkenden in gesprek te gaan over de moderne vragen. Misschien bent u wel verward over de vele moderne ideeën die rondgaan en voelt u zich op achterstand staan. Dat is niet nodig. U hoeft niet alles over de moderne vragen rond seksualiteit en identiteit te weten. Dat kan meestal ook niet, omdat de vragen zo ingewikkeld zijn. Wat u echter wel moet weten, is welke vragen u in discussies of gesprekken kunt stellen. U kunt vragen stellen over het zelfverstaan en Schriftverstaan. Het gaat dan om vragen als: Hoe weet je wie je bent? Wie kent jou het beste? Waarom is de Schrift noodzakelijk voor je? Heeft de Bijbel gelijk als ze jou leugenachtig noemt? Wat betekent dat?
De verleiding is groot om in discussies rond seksualiteit, wetenschap en cultuur een beroep te doen op gezond verstand. Bijvoorbeeld door rond een onderwerp als transgenderisme te zeggen dat het gewoon heel duidelijk is, wetenschappelijk gezien, wat een man en wat een vrouw is. Hoewel daarin wel enige waarde ligt, is dat geen benadering die aan te bevelen is voor pastoraat en opvoeding. Het gevaar is groot dat je elkaar niet verstaat en bereikt. Veel moderne mensen hebben een zelfverstaan waarin zelfs de wetenschap weinig te zeggen heeft. De standpunten verharden bij zo’n benadering gemakkelijk. Daarnaast botst het ook met onze theologie. Er zijn volgens het gereformeerd belijden wel enige goede overblijfselen in de mens, maar daar moeten we niet te veel van verwachten (NGB, art. 14).
Door de moderne discussies te benaderen vanuit zelfverstaan en Schriftverstaan, ontstaan er juist voor pastoraat en opvoeding meer mogelijkheden tot echt gesprek. Wie de Schrift afwijst of voor zijn zelfverstaan niet nodig heeft, heeft iets uit te leggen. Hoe komt de moderne mens dan aan zijn zelfverstaan? Wat zijn eigenlijk de bronnen van zijn zelfvertrouwen? Is het gebaseerd op gevoelens, indrukken, wensen of trauma’s? Hoe zeker is dat? Juist als het gesprek over moderne vragen op dat niveau gebracht kan worden, is er ruimte voor herderlijke zorg. Oprechte aandacht voor de zorgen, noden en kwalen kan dan samen opgaan met het wijzen van de Weg.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2024
De Saambinder | 24 Pagina's