De christelijke toekomstverwachting
In de vorige afleveringen is herhaaldelijk aandacht gevraagd voor de vragen rond de cultuur. Dat is een belangrijk thema in de moderne hermeneutiek. Maar voor ons kerkelijk leven is dat niet het enige wat om aandacht vraagt.
Er is onder christenen ook een chronisch tekort aan christelijke toekomstverwachting en dit raakt de omgang met de Schrift. Van alle moderne punten is de doorwerking hiervan in onze gezindte misschien wel het grootst.
Wat is voor ons nu het belangrijkste in het leven? Het leven hier en nu of het leven na het leven? Zijn we vooral pelgrim of vooral wereldbewoner? Het antwoord op deze vragen zegt veel over onze omgang met de Schrift.
Het leven hier en nu
Als het leven hier en nu het belangrijkste is, zullen we proberen de Schrift vooral zo uit te leggen dat het goed is voor het leven hier en nu. We zullen bijvoorbeeld er de nadruk op leggen dat het leven volgens Gods geboden ook vanuit een aards perspectief nuttig is. Het is goed voor gezondheid en voor relaties. Daarnaast zullen we proberen duidelijk te maken dat de Schrift zich positief uitspreekt over heersende maatschappelijke thema’s. De Schrift sluit ook niemand uit, genade is toch ook voor iedereen mogelijk. Tot zo ver is er misschien nog weinig aan de hand, behalve dat het wat horizontaal is.
Gevaarlijker wordt het als het gaat over onze houding tegenover ongelovigen. Dan zeggen we dat het onze taak als christen vooral is om trouw ons werk te doen. Je kunt toch niet altijd over God praten. Er moet ook gelegenheid voor zijn (maar vervolgens bidden we nauwelijks om een goede gelegenheid).
Gemakkelijk glijdt het nog verder af. Dan gaan we zeggen: je mag niemand oordelen, er is er Eén Die oordeelt. Wie ben ik om tegen iemand anders te zeggen dat hij het verkeerd doet? Als iemand gelukkig is in een homoseksuele relatie, wie ben ik om iemand zijn geluk te onthouden? Als iemand een standpunt als onbijbels beoordeelt, zeggen we tegen zo iemand: niemand heeft de waarheid in pacht. Iedereen mag zijn mening hebben.
Sommigen gaan daarin zo ver om te zeggen dat Sola Scriptura een vorm van macht uitoefenen is. Met een beroep op de Schrift zouden mensen de baas willen spelen over anderen. Bijvoorbeeld door te zeggen dat vrouwen geen kerkelijk ambt mogen hebben of dat de man het hoofd van de vrouw is. Om het gebrek aan toekomstverwachting te compenseren, vullen sommigen deze toekomst vooral seculier en aards in. Thema’s als klimaat, inclusiviteit en emancipatie van minderheden krijgen dan alle aandacht. Waarbij natuurlijk de menselijke inspanning onmisbaar is.
Christelijke toekomstverwachting
Een dergelijke omgang met de Schrift botst echter met de kern van de Schrift. De kern van het onderwijs in de Schrift is juist de gerichtheid op de grote toekomst van Christus. In plaats van te beginnen bij het leven hier en nu, focust het Nieuwe Testament allereerst op de toekomst van Christus. Vandaaruit vallen dan de zaken van het leven hier en nu op z’n plaats.
We bedoelen hiermee niet wat sommigen moderne theologen vandaag zeggen. Zij beroepen zich op de toekomst om bepaalde zonden goed te praten. De gedachte is dan: als huwelijk en seksualiteit in de opstanding geen rol meer spelen, dan is het blijkbaar voor nu ook niet zo belangrijk. Dat is echter totaal wat anders. Dat is met een beroep op de toekomst proberen Gods heiligheid en waarheid te neutraliseren. Dat is niet christelijk, maar hedonistisch met een christelijk sausje.
Wat we bedoelen is dat deze gerichtheid op de grote toekomst betekent dat er redding nodig is. Zondaren moeten behouden worden van de toekomende toorn (1 Thess. 1:10) en zij dienen zich te bekeren en het Evangelie te geloven (Mark. 1:15). Want God zal met vlammend vuur wraak doen over degenen die het Evangelie ongehoorzaam zijn (2 Thess. 1:8). Vandaaruit is eerlijkheid en duidelijkheid van groot belang.
Oordelen
Veel mensen zijn bang om anderen te oordelen. Dat moet God maar doen, denken ze. Maar als het zover is, is het voor die mensen te laat. Paulus schrijft aan de Korinthiërs: ‘Want indien wij onszelven oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden. Maar als wij geoordeeld worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld worden’ (1 Kor. 11:31-32). Paulus geeft hier een bepaalde orde aan: ieder mens zou zichzelf moeten beoordelen in het licht van Gods Woord. Wanneer iemand dat niet doet, kan zo iemand geoordeeld worden door zijn naaste. Het uiteindelijke doel hiervan is echter dat iemand in het laatste oordeel niet veroordeeld zal worden. Juist de christelijke toekomstverwachting maakt het gerechtvaardigde oordelen over de naaste dus tot een blijk van liefde.
Als vasthouden aan de Bijbelse boodschap onverdraagzaam, liefdeloos, arrogant en hooghartig wordt genoemd, dan zegt dat vooral iets over het ontbreken van een gezonde, christelijke toekomstverwachting bij degene die dat zegt. Tegelijk hebben wij de plicht om, net als de Zaligmaker, Gods waarheid met liefde en bewogenheid uit te dragen. Er is immers een eeuwigheid mee gemoeid.
Onmisbare gids
De Schrift is onze onmisbare gids op reis naar de Godsontmoeting. Maar wanneer het doel van de gids uit het oog verloren wordt, raakt de waarde van de gids ook buiten beeld. Echt Bijbellezen is lezen als een pelgrim, geleid door de Heilige Geest, die graag de weg naar het Vaderhuis leert en die al lezend al een voorproef smaakt van het zalig hemelleven. Leest u zo al in de Bijbel?
slot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2024
De Saambinder | 20 Pagina's