Horen

- Het is ook Zijn wenend woord. Toen Hij Jeruzalem naderde, weende Hij en zei: ‘O Jeruzalem, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugelen; en gijlieden hebt niet gewild’ (zie Matth. 23:37). O Woubrugge*, zegt Jezus, Ik heb u lange tijd bijeen willen brengen, en Ik wil het nog doen. Ik sta wenend voor u. Zal dan niemand in tranen wegsmelten als Jezus weent over de hardheid van uw hart? Dan zal Jezus moeten zeggen: Woubrugge, u hebt niet gewild! Moet uw stenen hart dan niet smelten, als Hij Die God en Mens is, wegsmelt in een vloed van tranen? O, het zal voor Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn dan voor u.

- Het is een aanbiedend woord van Jezus. Vandaag komt Christus in het Evangelie onder ons als in een gevangenis. Hij brengt een volledige kwijtschelding van straf met zich mee voor de allergrootste opstandelingen. Hij zegt: ’Man en vrouw, oud en jong, dienaar en heer, rijk en arm, hoe groot uw schuld ook is, hier is kwijtschelding van straf. Wilt u die aannemen? Ik bied ze u welmenend en vrijwillig aan. U hoeft niets anders te doen dan ze aan te nemen, o mens! Nu wordt de deur van de gevangenis opengezet. Wee hem die deze kwijtschelding niet wil aannemen!

- Ik voeg er nog aan toe dat het een bemoedigend woord van Jezus is. Iemand zou kunnen zeggen: ’O, wat is dit een wonder! Maar míjn zonde is te groot’. Maar zelfs voor hem heeft Hij een woord van bemoediging: ‘Al waren uw zonden als scharlaken en karmozijn, Ik zal ze maken als sneeuw en witte wol’ (zie Jes. 1:18). Och, laat ieder toch zeggen: ‘Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben’ (zie 1 Tim. 1:15).

- Het is Zijn wachtend woord. Hoor Hem, Hij zegt dat Hij wacht om genadig te zijn (zie Jes. 30:18). O, wat is dat een wonder! De Schepper wacht op het goeddunken van Zijn schepsel! En wel zo dat Zijn haarlokken nat worden van de dauw in de nacht (zie Hoogl. 5:2). Hoe kan men dan nog langer liggen op een bed van zorgeloosheid?

- Ten slotte is het een woord van Jezus’ eedzwering. Hij zegt tegen de verontruste mens: ‘Zo waarachtig als Ik leef, zo Ik lust heb in de dood des goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere en leve’ (zie Ezech. 33:11). Zijn doel is hiermee alle bezwaren uit de weg te ruimen. God is nu onze Getuige dat wij u dit woord van Jezus verkondigd hebben. Wie het niet wil horen, het zou voor hem beter geweest zijn als hij nooit geboren was dan op zo’n grote zaligheid geen acht te slaan!

Iemand kan zeggen: ’U spreekt heerlijke woorden, maar wat moeten wij hiermee nu doen?’ Ik zal het u zeggen, en u moet daarnaar luisteren! Het zijn woorden die tot u persoonlijk gesproken worden. Weliswaar spreekt God in Zijn Woord u niet aan met naam en toenaam, maar het Woord is tot ieder persoonlijk gericht. Tot u, o mens, roep Ik; Ik bied het u aan door Mijn Woord.

*) Woubrugge was de plaats waar Comrie als predikant stond.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen