De volmaaktheid van de hogepriester

In Israël is maar één hogepriester. Hij kan door niemand vervangen worden. Daarom moet hij altijd zijn heiligheid bewaren, want raakt hij die kwijt, dan is er geen mens die voor verzoening kan zorgen.

Die eis heeft voor de hogepriester grote gevolgen. Hij mag de geoorloofde rouwgebruiken, tekenen van droefheid, niet tonen. Met nadruk heeft de Heere gezegd dat de hogepriester zijn heilige muts niet van het hoofd mag trekken en zijn kleding niet scheuren. Hij moet in alle rouw niet aan zichzelf denken, maar bewogen zijn met de onwetenden en degenen die zwak en bedroefd zijn. Is dat niet onmenselijk? Mag hij geen verdriet over zijn vader en moeder hebben? Nee, want een treurende hogepriester is onbekwaam om te handelen.

Denk echter niet, dat God onmenselijke dingen gebiedt. Weet u wat er gebeurt als Aäron in één ogenblik door Gods gericht twee zonen verliest? Hij zwijgt stil. Daar hebt u het. Bij die ontzaglijke slag sterkt en ondersteunt God de hogepriester, zodat hij in staat is om zelfs in de allerhevigste beproeving staande te blijven.

Wat is de oorzaak van dood en rouw? Dat is de zonde. Nu geeft God een hogepriester zonder rouw en zonder droefheid. Als hogepriester is Aäron ook volmaakt en heilig zonder de dood om eigen zonden of schuld. Dat is zo, omdat hij op de Grote Verzoendag met één offer de verzoening van de zonde aanbrengt. Met dat ene offer neemt hij ook de dood en de droefheid weg. Ziet u Christus hier uitblinken als de enige van God gegeven Hogepriester? Hij troost de treurende zielen die het rechtvaardige oordeel vanwege eigen zonde hebben leren goedkeuren. Hij geeft sieraad voor as en vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwde geest. Deze Hogepriester, deze Middelaar, is waarachtig en rechtvaardig Mens. Hij is volmaakt rein en heeft door Zijn offer de dood overwonnen, de satan ontwapend en de verzoening aangebracht.

De hogepriester Aäron mag niet bij dode lichamen komen. Er staat: ‘Zelfs over zijn vader en over zijn moeder zal hij zich niet verontreinigen’. De Heere snijdt ook deze nauwe band voor hem af, omdat hij hogepriester voor het hele volk moest zijn. En Christus? Gaat Hij, net als Aäron, de dood uit de weg? Nee, Hij vat het dochtertje van Jaïrus bij de hand, raakt de baar van de jongeling te Naïn aan en roept Lázarus uit het graf. Aäron kon de onreinheid van de dode niet wegnemen, maar Christus grijpt de dode en geeft leven. Hij zegt: ‘Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven’. Doden zullen horen! Wat een ruim Evangelie!

Vragen:

1. Hoe werd Aäron beproefd? Wat leert ons dat?

2. Wat doet Christus als Hogepriester in tijden van beproeving?

3. ‘Een ruim Evangelie!’ Leg dat eens uit.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen