Zijn volmaaktheid in zijn gestalte
Spreek tot Aäron, zeggende: Niemand uit uw zaad naar hun geslachten, in denwelken een gebrek zal zijn, zal naderen om de spijze zijns God te offeren. Leviticus 21 vers 17
Adam is in het paradijs profeet, priester en koning. Na de zondeval raakt hij niet alleen Gods beeld kwijt, maar ook het vermogen om de ambten te bedienen. In Leviticus 21 komt dat helder naar voren. Daar lezen we dat geen enkel offer door een mismaakte, onbekwame priester en hogepriester gebracht mag worden. Waarom niet? Omdat in de lichaamsonbekwaamheid en -onvolmaaktheid de zielsonbe- kwaamheid en -onvolmaaktheid zich afspiegelen.
De Heere noemt twaalf oorzaken waarom men niet in het priesterambt mag dienen. Blinden, doven, kreupelen, bultachtigen, of met welk gebrek dan ook bezet, worden voor het ambt buitengesloten. Zowel de hogepriester als de priesters moeten volmaakt zijn, zoals ook het offerlam volmaakt moet zijn. Waar wijst dat heen? Naar Christus, Die de volkomen Middelaar en Hogepriester is. Hij is ook het volmaakte Lam. Alleen Hij kan tussen een heilig en volmaakt God en een onvolkomen, schuldig en onbekwaam mens staan.
De Catechismus stelt een vraag: ‘Heeft dan God den mens alzo boos en verkeerd geschapen?’ O nee, God heeft ons goed en naar Zijn evenbeeld geschapen. Dat beeld zijn we door de zondeval kwijtgeraakt. Weet u wat we geworden zijn? Geestelijke wangedrochten. Als God ons in het licht van de volmaakte spiegel der wet stelt, leven we in dat we stekeblind in ’s hemels wegen zijn en dat we Gods Woord niet kunnen verstaan. Dan moeten we bekennen dat we kreupel zijn en geen stap kunnen zetten. Kent u die lessen op de leerschool van de Heilige Geest? Weet u ervan dat u net zo afgekeurd bent als de gebrekkigen in Leviticus 21? U bent niet bekwaam om zelfs het kleinste offertje voor de Heere te brengen. U kunt de voorhang niet openen en de scheiding met God niet wegnemen. Nee, er is maar één Middel, één Middelaar.
Zoek toch de zaligheid buiten uzelf in Christus Jezus. Die volmaakte Hogepriester is niet blind. Zijn oog slaat al Zijn kinderen in liefde gade. Hij is niet kreupel, maar Hij haast Zich tot redding van onmachtige, neergebogen zielen. Nooit wordt Hij het moe om naar de klachten en noden van de Zijnen te horen. Dat is Hem zo aangenaam. Weet u wat zo bedroevend is? Als bij ons dat roepen niet wordt gevonden. Als wij Hem niet nodig hebben.
Straks zal de voorhang geopend worden. Dan zal de Kerk eeuwig volmaakt in het binnenste heiligdom worden ingeleid. Hoe zal dat zijn? Hier waren zij blind, maar daar zullen zij de Koning zien in Zijn schoonheid. Hier waren zij kreupel, maar daar zullen zij huppelen van zielenvreugd. Van zonde en smet verlost zullen zij wandelen voor Gods aangezicht en Hem dag en nacht dienen in Zijn tempel.
Vragen:
1. Een priester moet volmaakt zijn. Waar wijst dat op?
2. Wat betekent het onbekwaam te zijn om het kleinste offertje te brengen?
3. Wat houdt het in dat straks de voorhang geopend zal worden?
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2024
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2024
De Saambinder | 24 Pagina's