Een nieuw hart

Het is niet alleen belangrijk om te zeggen dat zo’n nieuw hart noodzakelijk is, maar ook dat de Heere een nieuw hart wil geven. Maar wat is een nieuw hart? En wat is de betekenis van de woorden ‘… en maakt u een nieuw hart’?

De profeet Ezechiël heeft onder de ballingen in Babel niet bepaald een gewillig gehoor. Het volk in ballingschap stelt kritische vragen. Ze beklagen zichzelf omdat ze erfelijk belast zijn met de gevolgen van de zonden van het voorgeslacht. Door de profeet wordt echter met klem betuigd dat ze het helemaal mis hebben. Hoe komen ze er toch bij om het spreekwoord te gebruiken: ‘De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden’ (vers 2)? Het is juist andersom: ‘De ziel die zondigt, die zal sterven’ (vers 20). De ballingen legden alle verantwoordelijkheid bij de zonden van de vaderen en de persoonlijke verantwoordelijkheid werd vergeten. Men zag zichzelf als beklagenswaardig slachtoffer. Schuldbesef en persoonlijk berouw ontbrak. In de naam des Heeren wijst Ezechiël hen een betere weg: ‘Keert weder en bekeert u’ (vers 30). Hierop volgt indringend de oproep: ‘Werpt van u weg al uw overtredingen waardoor gij overtreden hebt, en maakt u een nieuw hart en een nieuwe geest; want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls?’ Het gaat om twee dingen: het afwerpen van de zonde en het maken van een nieuw hart.

Bevel

De Heere beveelt om hun overtredingen weg te werpen en een nieuw hart te maken. Hier klinkt de plicht zich tot God te bekeren. De Heere gaat geen millimeter mee in het verontschuldigingsdenken van de ballingen. Wij moeten ons bekeren. Wij moeten ons hart en onze wegen veranderen. Wij moeten berouw hebben over het bedreven kwaad. De Heere roept zelfs op om alles ver weg te werpen wat zonde is en overtreding van Zijn heilige geboden. Ja, de Heere beveelt zelfs een nieuw hart te maken. De Heere spreekt ons in Zijn Woord niet vrijblijvend aan. We worden verantwoordelijk gemaakt. Heel duidelijk zegt God in Zijn Woord wat er gedaan moet worden. Uw, jouw geweten kan en mag daar niet onderuit: maak je hart nieuw!

Uit dit spreken van de Heere is duidelijk dat er wat met ons hart moet gebeuren. Er is vernieuwing nodig. Het kan en mag niet bij het oude blijven. Op het spreken van de Heere over dit nieuwe hart volgen de ernstige woorden: ‘want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls?’ Wanneer alles bij het oude blijft, wacht ons dood en ondergang. Zie de noodzaak van het nieuwe hart. God roept ertoe op, Hij heeft geen welgevallen in ons verderf. Hij stelt ons het leven voor in de weg van hartelijke bekering tot de Heere (vers 32).

Gevoelig hart

Een nieuw hart is een gevoelig hart. Het gaat anders luisteren naar het spreken van de Heere in Zijn Woord. Dan horen we het spreken van God met diepe verslagenheid in ons binnenste. Het vonnis van de wet vervult met vrees en beven. De indrukken van de grote goedheid van de Heere en ons bedreven kwaad verbreekt het hart. Hoe bitter wordt juist dan de zonde.

Een nieuw hart is een vlezen hart. Het vlees van ons lichaam is gevoelig. Als er in geknepen of gestoken wordt dan voelen we de pijn. Zo voelt een nieuw hart pijn en smart vanwege de zonde.

Een nieuw hart is ook een vrezend hart onder de indrukken van de majesteit en de heiligheid van God. Toen Job Gods majesteit in het oog kreeg, werd zijn hart met vrees vervuld: ‘Met het gehoor des oors heb ik U gehoord, maar nu ziet U mijn oog. Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw, in stof en as’ (Job 42:5,6). Een nieuw hart is een biddend hart. Het zoekt de Heere met verlangen. Een nieuw hart is een gehoorzaam hart. Het vraagt: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’ Een nieuw hart is een gelovig hart dat naar Christus hongert en dorst als de Parel van grote waarde, als de Weg, de Waarheid en het Leven. Een nieuw hart is een geheiligd hart. Het begeert de Heere te dienen en te vrezen. Het nieuwe hart is een buigzaam hart. Het vernedert zich voor God, valt Hem te voet en belijdt dat de Heere recht is in al Zijn weg en werk. Een nieuw hart is als een huis waarin Jezus een graag geziene gast is. Hebt u, heb jij zo’n hart?

(On)mogelijk

Wanneer we ons eigen hart een beetje hebben leren kennen, dan belijden we de onmogelijkheid van het maken van een nieuw hart. Wat wordt onbekeerlijkheid tot schuld. Hoe ellendig gaan we ons weten onder het overtuigende en hartdoorzoekende werk van Gods Geest. Dat je hart zo onwillig en onverbeterlijk is. Dat er niets nieuws van te maken is. Integendeel, dat wij de schuld alleen maar meerder kunnen maken. En toch zegt de Heere dat wij schuldig zijn ons hart nieuw te maken, niet dat wij dit uit onszelf kunnen doen, maar bidden moeten dat wij het door de genade van Degene Die het beveelt, mogen doen (zie kanttekening 68). Dan drijft de onmogelijkheid ons uit tot de troon van Gods genade: ‘Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest’ (Ps. 51:12). En wat onmogelijk is bij de mensen, is mogelijk bij God. Dan geeft de Heere wat Hij beveelt. In de verdiensten van Christus brengt God Zijn genade nabij. Door Zijn dierbaar bloed maakt God het oude hart nieuw. Wat een wonder dat God om Christus’ wil belooft te geven wat wij niet hebben: ‘Ik zal u een nieuw hart geven’ (Ezech. 36:26).

… en maakt u een nieuw hart.

Ezechiël 18:31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen