Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit toewijding aan God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit toewijding aan God

3 minuten leestijd

De vorige keer hebben we gezien dat tussen de Joden en de andere volken onderscheid wordt gemaakt in de mate waarin aan de geboden van God moet worden voldaan. Voor de Joden gelden de 613 ge- en verboden (mitswot) en voor de andere volken de zeven Noachitische geboden.

Hebben deze Noachitische geboden nog wel betekenis voor ons als christenen uit de heidenen? Hebben wij naast de wet van de Tien Geboden nog een aanvulling nodig in de vorm van deze op zichzelf waardevolle wetten van Noach?

Levensheiliging

Israël voelt zich geroepen tot levensheiliging. Het moet de Goddelijke gerechtigheid op aarde bevorderen. Hoe doe je dat? Door het onderhouden en bestuderen van de Thora met de 613 ge- en verboden. Een verdienstelijk werk? Ja, het volk van Israël mag en moet zich alle dagen van het leven, met alles wat het in zich heeft, toewijden aan God. De nadruk ligt dus op de levensheiliging.

De rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof in Christus is voor de Joden geen vraagnoch leerstuk. Volgens het Jodendom behoort ook de mens uit de volkeren, die zich vanuit het geloof in God aan de Noachitische geboden houdt, tot de ‘rechtvaardigen uit de volken’, voor wie een plaats in de toekomstige wereld is bereid. Toch: één van de centrale thema’s in de brieven van Paulus is de rechtvaardiging uit het geloof alleen, zonder de werken van de wet. We leren op grond van Gods Woord dat de levensheiliging verbonden is aan de rechtvaardigmaking en daarop volgt. God dankbaarheid bewijzen staat niet los van de verkregen verlossing, maar is een vrucht daarvan.

Dankbaarheid

Zouden dan de zeven Noachitische geboden niet heilzaam kunnen zijn als een regel der dankbaarheid? Het lijkt erop dat Paulus in 1 Korinthe 6:9-10 de Noachitische geboden aanhaalt: ‘Of weet gij niet dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beërven? Dwaalt niet: noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beërven’.

Hier vinden we een bepaalde overeenkomst met het Noachitische gebod tot het instellen van een rechtsstelsel en met de verboden tot: afgoderij, godslastering, incest, moord, roof, het eten van vlees van een levend dier. Het gaat hier wel om zaken omtrent de meest wezenlijke gebieden van het leven.

Om te weten hoe wij ons als christenen ten opzichte daarvan hebben te gedragen, hebben we deze Noachitische geboden echter niet nodig. Het opleggen daarvan heeft algauw het gevaar van werkheiligheid in zich. De Heere heeft ons daarvoor de wet van de Tien Geboden gegeven. De beschrijving van wat de Heere van ons vraagt, is niet letterlijk in overeenstemming te brengen met de Noachitische geboden, maar de geestelijke betekenis van de wet omvat al die zaken die in de Noachitische geboden worden genoemd.

Werkheiligheid

Bestaat het gevaar van werkheiligheid dan niet? Zeker wel, werken zit in ons bloed. De mens zal altijd proberen om door de eisen van het werkverbond te doen, God te behagen. Maar geen vlees zal gerechtvaardigd worden door de werken der wet. Een Jood niet, al doet hij nog zo zijn best om de mitswot na te leven. Paulus schrijft daarover in Romeinen 9 dat Israël wel de wet der rechtvaardigheid zocht, maar niet tot die wet is gekomen, omdat zij die zochten niet uit het geloof, maar als uit de werken der wet (Rom. 9:31, 32).

Ook een niet-Jood wordt niet door het onderhouden van de wet zalig, ook niet door het houden van de Noachitische geboden, maar door het geloof alleen in de gerechtigheid die Christus heeft aangebracht. Dan wordt de wet van de Tien Geboden een regel der dankbaarheid, vergezeld van de bede: ‘Och, of wij Uw geboôn volbrachten! Genâ, o hoogste Majesteit! Gun door ’t geloof in Christus krachten, om die te doen uit dankbaarheid’.

slot

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2024

De Saambinder | 20 Pagina's

Uit toewijding aan God

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2024

De Saambinder | 20 Pagina's