Meelezen [6]
ZEVEN LEERREDENEN over Lukas 18:35-43
Het onophoudelijk onderwijs vanuit het Woord en duizend preken mogen zijn vleselijk oordeel wat fatsoene- ren, maar de arme mens blijft zowel ervoor als erna geheel blind in zijn ziel en aan zijn hart. Daar is niets meer aan te doen. Er is maar één almachtige en Goddelijke Geneesmees- ter Die hem helpen en ziende maken kan door Zijn Woord en Geest. Dat is Christus; de Heere opent de ogen der blinden (zie Ps. 146:8). Voordat deze grote Medicijnmeester komt, is alle ander werk vruchteloos.
Wat dunkt u nu, geliefden, worden alle arme blinde en onbekeerde zondaren en zondaressen hier niet terecht afgebeeld in deze blinde mens in onze tekst? Maar de zaak zal nog nader aan ons blijken als wij de geschiedenis verder gaan inzien en overwegen.
b. Er wordt verder van hem getuigd dat hij bedelend was, en dat hij daarom hier langs de weg bij Jericho zat. Het was wel een zeer droevig en ellendig mens, een arme blinde man, die niets had in de wereld en die, omdat hij blind was, ook niet kon werken voor de kost. Hij moest langs de kant van de weg bedelen om zijn brood. Buiten twijfel zal hij er ook zeer vuil, bemorst en slecht gekleed hebben uitgezien. Waarlijk, wat een zeer droevig schouwspel. Deze man verdiende met recht ieders medelijden.
Dit zijn de rechte bedelaars, ge- liefden! Zij die hun gebrek zo met zich dragen dat een ieder duide- lijk zien kan dat ze noodzakelijk om hun brood moeten bedelen. Tot zulken te zeggen: ’Ga voor- bij!’, dat is een teken van een zeer versteend en verstokt gemoed en van een schrikkelijke liefdeloos- heid die God, Die Zich over armen en ellendigen ontfermt, geenszins ongestraft zal laten.
Hoe gepast komt ons deze blinde bedelaar hier voor als een treffend beeld van alle arme, blinde, onbe- keerde zondaren en zondaressen in het geestelijke. Immers:
1. Een zondaar is vóór zijn weder- geboorte en bekering niet alleen zo blind als wij nu gezien hebben, hij is ook geheel arm, behoeftig en gebrekkig. Hij is arm, ellendig, jammerlijk, blind en naakt (zie Openb. 3:17). Hij is dat niet altijd in het natuurlijke of in het lichame- lijke, want God geeft aan blinde, onbekeerde zondaren dikwijls veel voorspoed en welvaart op de aarde, en Hij zegent hen soms veel meer met het aardse goed dan Zijn liefste kinderen. Men ziet het in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus (Luk. 16). Van hen wordt gezegd: ‘Zie, dezen zijn god- deloos; nochtans hebben zij rust in de wereld, zij vermenigvuldigen het vermogen’ (Ps. 73:12).
Maar, laat een onbekeerde blinde zondaar zoveel rijkdom in de wereld hebben als hij wil… o, naar de ziel is hij een doodarm en gebrekkig mens. Hij mag zichzelf misschien steeds rijker maken, hij heeft niets van hetgeen dat hem waarlijk zalig en gelukkig kan maken (zie Spr. 13:7). Er is geen armer, ellendiger of ongelukkiger schepsel op de wijde aardbodem dan een blind, onbekeerd mens! Het ellendigste dier, een worm, die in het stof der aarde kruipt, is veel rijker en gelukkiger dan deze mens. Een worm heeft minder nodig en is met het stof der aarde, dat hij overvloedig heeft, wel tevreden en behouden.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2025
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2025
De Saambinder | 20 Pagina's