17 eeuwen na Nicea
Precies 1700 jaar geleden werd de geloofsbelijdenis van Nicea uitgevaardigd, namelijk in het jaar 325 na Christus. Deze belijdenis wordt ‘katholiek’ (algemeen) genoemd omdat alle kerken in de hele wereld deze belijdenis onderschrijven. Uit hoogachting en liefde voor deze belijdenis een korte schets over de totstandkoming en de betekenis voor vandaag.
De overgang van keizer Constantijn in 312 tot het christelijk geloof betekende een geestelijke aardverschuiving. Al eerder waren sommige keizers tolerant geweest, maar nooit eerder kwam het tot aanvaarding van het christelijk geloof. Misschien was deze omslag wel mede de oorzaak voor het uitbreken van het Ariaanse conflict. Tot dan toe waren de christenen druk bezig met overleven, nu begon de bezinning op hun geloof. En dan vooral de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben? (Matth. 16:13).
Arius
De theoloog Arius, een presbyter uit Alexandrië, wist veel kerkgangers achter zich te krijgen. Hij leerde dat Jezus het voornaamste schepsel is, in naam Zoon van God, maar toch als eerste schepsel ondergeschikt aan God de Vader. De toenmalige bisschop van Alexandrië, Alexander geheten, bemerkte dat Arius steeds meer invloed kreeg. Daarom riep hij in het jaar 321 een synode bijeen in Alexandrië. Deze synode was er gelukkig vrij snel uit. De dwaling dat Christus minder zou zijn dan de Vader werd scherp veroordeeld. Dit besluit maakte overigens weinig indruk op Arius. Hij wist met grote overtuigingskracht velen voor zijn standpunt te winnen.
Concilievaders
De keizer deed er alles aan om de verdeeldheid in zijn rijk tegen te gaan. Voor de Bijbelgetrouwen was een compromis onmogelijk. Keizer Constantijn zag geen andere uitweg dan het bijeenroepen van een concilie. Alle bisschoppen werden per keizerlijk decreet uitgenodigd naar Nicea, een stad in het huidige Turkije. Reis- en verblijfskosten werden betaald uit de keizerlijke schatkist. Opmerkelijk, als we bedenken dat veel concilievaders nog de wonden in hun lichaam droegen van de keizerlijke vervolgingen. Verslagen uit die tijd vermelden verbrande handen bij Paulus van Neo-Caesarea en een uitgestoken rechteroog bij Paphnutius uit Egypte. Het leek wel een concilie van martelaren. Wat een ontroering moet er door deze mannen gegaan zijn toen zij uitgenodigd werden aan de maaltijd van de eerste christelijke keizer. Er waren ongeveer 250 afgevaardigden (Eusebius). Het totaal aantal aanwezigen was vele malen hoger omdat de bisschoppen werden vergezeld door presbyters, diakenen en geestelijken.
Troost
Arius kreeg alle ruimte om zijn zaak te verdedigen. Achttien bisschoppen kozen aanvankelijk voor zijn standpunt. Bisschop Alexander verdedigde vurig het Bijbelse standpunt en leunde daarbij sterk op zijn jonge diaken Athanasius, een theologisch wonderkind. Zoals zo vaak bij dogmatische kwesties was er een brede middenpartij, dit keer de semi-Arianen. Maar de Bijbelgetrouwen streden voor een heldere geloofsbelijdenis waarin de verhouding van Christus tot de Vader Bijbels werd beleden. Centraal stond hierbij het woord ‘homo-ousios’ (van hetzelfde wezen met de Vader). Arius was tegen deze term. De semi-arianen voegden een ‘i’ toe: homoi-ousios (gelijkend op de Vader). Athanasius vocht moedig als een jonge leeuw. Het semi-ariaanse standpunt zou de eenheid Gods breken in een hoge Goddelijke Vader en een lagere Goddelijke Zoon. We mogen zeggen dat Gods Geest het concilie bij de lamp van Gods Woord heeft bewaard. ‘Ik en de Vader zijn één’ (Joh. 10:30). De belijdenis biedt een rijke troost aan schuldverslagen en onmachtige zondaren, omdat alleen Christus ‘uit de kracht Zijner Godheid de last van de toorn Gods aan Zijn mensheid zou kunnen dragen en ons de gerechtigheid en het leven zou kunnen verwerven en wedergeven’ (Heidelbergse Catechismus, Zondag 6).
Betekenis
De geloofsbelijdenis van Nicea is een duurzaam kompas gebleken voor de kerk der eeuwen aangaande het grootste geheimenis van de Openbaring, namelijk van de drie-enige God. ‘Er is één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde’. Wij zijn onmachtige mensen en moeten buigen voor de levende God. Hiermee worden alle moderne ideeën afgewezen die het Godsbestaan loochenen, zoals de evolutieleer.
‘En in één Heere Jezus Christus’. De moderne theologie ziet in Jezus niet meer dan een voorbeeldfiguur. Met Nicea belijden wij dat Hij is ‘God uit God’ en mens is geworden, ‘Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde’ (Hebr. 4:15). Christus is de kruisdood gestorven tot een verzoening voor de zonden. Zo ernstig is de zonde in Gods heilig oog. Elke aanpassing van de geboden aan de ons omringende cultuur is hiermee veroordeeld. ‘En in de Heilige Geest, Die Heere is en levend maakt’. Wederbarende genade alleen wekt de zondaar uit zijn doodstaat. De zondaar mist elk vermogen om te geloven en zich te bekeren.
Dit Credo biedt ten slotte het beste medicijn tegen alle gevoelens van zinloosheid. Oudere (en jongere) mensen ervaren het leven als geleefd en ‘stappen eruit’. Het oprechte geloof blikt over dood en graf naar ‘de opstanding der doden en het leven van de toekomende eeuw.’ ♦
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2025
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2025
De Saambinder | 20 Pagina's