Meelezen [12]

We keren terug naar de tekst. Er staat dat de blinde vroeg ‘wat dat was’, toen hij de schare voorbij hoorde gaan. Onze Zaligmaker was dus niet alléén, toen Hij op de weg langs Jericho voorbijging, maar werd vergezeld door een menigte van discipelen en andere mensen die vanuit Jericho en andere plaatsen gekomen waren om Hem te volgen. Want zo beschrijft Markus het: ‘En zij kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen en een grote schare van Jericho uitging…’, enz.

Geliefden, als het over de Zaligmaker en Zijn omwandeling hier op aarde gaat, is het opmerkelijk dat we zelden lezen dat Hij alléén was en alléén reisde. Hij had meestal Zijn discipelen en een grote menigte van mensen om Zich heen, die Hem vergezelden en volgden. Daarvoor zijn verschillende redenen.

1. In de eerste plaats was de Heere Jezus een groot en zeer bijzonder Leraar, Die zó uitnemend, zó krachtig en met zóveel wijsheid en gezag de hemelse dingen besprak en leerde, dat Hij onder alle leraren van deze aarde Zijns gelijke niet had. De mensen die Hem hoorden, stonden versteld en raakten niet uitgesproken over Zijn godzaligheid en Zijn leer, wáár ze ook kwamen. Zulke hemelse en Goddelijke preken, waardoor hun harten zo geroerd en aangedaan waren, hoorden ze in de synagogen niet van hun rabbi’s of leraren. De dienaren van de oversten der Joden, die uit Jeruzalem waren gezonden om Hem te vangen, zeiden daarom, toen zij Hem gehoord hadden en weer teruggekeerd waren tot de oversten: ‘Nooit heeft een mens alzo gesproken gelijk deze Mens’ (Joh. 7:46).

2. Overal waar Hij kwam, deed de Heiland bovendien vele tekenen en machtige wonderwerken, waarvan de mensen nooit eerder gehoord hadden. Hij genas ‘alle ziekte en alle kwaal onder het volk’, op staande voet (Matth. 4:23), zonder medicijnen te gebruiken. Duizenden mensen die door niemand geholpen konden worden, kwamen in hun ellende tot Hem, en werden direct door Hem geholpen en genezen.

Welnu, hierdoor werden in het hele land vele en bijzondere geruchten over onze Zaligmaker verspreid. Onder al de Joden werd overal over Hem gesproken als van de meest bijzondere Persoon en de grootste en machtigste Leraar, Die ooit op aarde geweest was. Ja, er werd over Hem gesproken als van de Christus of Messias, Die volgens Gods beloften in de wereld komen moest. Zijn komst was zelfs het belangrijkste en fundamentele leerstuk van de Joodse godgeleerdheid. Daarom was er altijd en overal niet alleen een groep discipelen om de Heere Jezus heen, maar ook een grote menigte van allerlei mensen die bij Hem waren. Het volk stroomde van alle kanten toe, waar zij maar hoorden waar Hij met Zijn discipelen was. Velen kwamen uit enkel nieuwsgierigheid, om zo’n bijzondere Persoon te zien en te horen, waarvan zoveel geruchten in omloop waren. Anderen kwamen tot Hem uit godsvrucht en bekommering over hun geestelijke staat, om van Hem te weten of Hij waarlijk de Christus was Die in de wereld komen zou en om door Hem in de weg der zaligheid geleerd en onderwezen te worden.

wordt vervolgd

Uit:

DE GENEZING VAN DE BLINDE BARTIMEÜS

Theodorus van der Groe (uitg. Den Hertog, Houten, 2020).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen