De Man van smarten
Ik kan en mag, mijn geliefden, u van deze plaats niet laten gaan aleer ik mij in een persoonlijk woord tot u gericht heb. In deze ure hebben wij iets gehoord van de klacht die eenmaal kwam uit de mond van de Man van smarten. Een ogenblik hebben wij slechts gestameld van de diepe vernedering waarin de Borg des verbonds kwam krachtens Gods rechtvaardigheid en de rampzalige staat waarin de mens is weggezonken bij de verbreking van het Verbond der werken. Wij zullen u niet te lang ophouden, maar zijn van Godswege geroepen om u te wijzen op de noodzakelijkheid van de kennis van en de vereniging met Christus door het geloof. Zal het wel zijn voor die grote eeuwigheid, dan moeten wij toch persoonlijk met Christus in aanraking komen en één plant met Hem worden in de gelijkmaking Zijns doods, om het ook te zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding. Of wij Christus als Borg en Middelaar belijden met ons verstand en uit kracht van opvoeding, dat zal te kort zijn voor de eeuwigheid. Een historisch geloof reikt niet verder dan de tijd en een tijdgeloof zal met de dood eindigen. Er zijn mensen die rechtzinnig zijn in hun belijdenis en de waarheid toestemmen, maar hun hart is er nog nooit onder geraakt. Zij kennen geen waarachtige vernedering onder hun schuld en zonde en missen ook de levendige bekommering om Christus te gewinnen. O, onze dagen zijn vol met mensen die het historische geloof houden voor het zaligmakend
geloof. Gerust gaan zij er op naar de eeuwigheid. Van de ware zielsbevinding zijn zij vreemd, ja, zij staan er zelfs vijandig tegenover. Zij denken vast genoeg te hebben aan hetgeen zij hebben.
Het zal ook niet genoeg zijn, al zouden wij van de vernedering van Christus kunnen spreken van stuk tot stuk; al waren wij soms aangedaan, bewogen in ons gemoed, wanneer over dat lijden werd gepreekt of wanneer wij ervan lazen, als het werk des Heiligen Geestes daaraan niet ten grondslag ligt. De dochters van Jeruzalem waren ook bewogen, maar het was niet anders dan vleselijk medelijden. Zij beschouwden Christus niet meer dan als een goedaardig en wonderlijk mens, Die hun zieken had genezen en hun kwalen had weggenomen. Ze zagen Hem niet als Borg des Verbonds, als de Zoon Gods, Die de volle last van Gods toorn tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht droeg. O mensen, dat wij toch eens met ernst bedenken mochten dat het gaat naar een allesbeslissende eeuwigheid en dat wij buiten Christus God nooit zullen kunnen ontmoeten. Er is geen andere naam onder de hemel gegeven, door welke wij moeten zalig worden. Christus kwam niet op de wereld voor alle mensen, al zal Zijn geluid over de gehele wereld uitgaan. Christus leed en stierf niet voor alle mensen, al wordt die zaligheid ook verkondigd aan allen die onder de prediking van het Evangelie komen. Zijn komst is voor de één tot een val en voor de ander tot een opstanding.
Uit: de toepassing van een preek van ds. W.C. Lamain over Psalm 22:7; Utrecht, 1950.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 2025
De Saambinder | 24 Pagina's