Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een woord ter waarschuwing en tot troost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een woord ter waarschuwing en tot troost

6 minuten leestijd

Er klinkt een hartelijke bewogenheid door in de woorden van Christus: ‘Simon, Simon, zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe’. Met het woord ‘ulieden’ bedoelt Christus tegelijk ook de andere discipelen.

Een liefdevolle waarschuwing

Met de dubbele uitroep: ‘Simon, Simon’, wordt de ernst van het grote gevaar kenbaar gemaakt. Zo heeft de profeet Ezechiël van Godswege gewaarschuwd: ‘Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen’ (Ezech. 33:11). Wanneer de rechtvaardige toorn Gods ten uitvoer gebracht zal worden, zullen zij voor eeuwig omkomen.

Klinkt hierin niet de hartelijke bewogenheid en opzoekende zondaarsliefde van de Middelaar?

Welk gevaar dreigt er? ‘Zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe’. De satan, de aartsvijand van God en de mensen, en in het bijzonder van de Kerk des Heeren. Christus sprak tot de schare: ‘Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen. Die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven’ (Joh.8:44). Deze vijand zal zich op Petrus werpen om hem te ziften als de tarwe, om hem en het genadewerk Gods proberen te verwoesten. Als Petrus er straks achter staat, mag hij het doorgeven wanneer hij in zijn zendbrief schrijft: ‘Zijt nuchter en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden’ (1 Petr. 5:8). Petrus moet hier leren om waakzaam te zijn. Als een roofdier slaat de satan toe als men niet waakzaam is. Kon ik u overtuigen hoe listig hij te werk gaat, zoekende uw ondergang. Noodzakelijk is het om eraan ontdekt te worden dat u en ik de leugenaar zijn toegevallen. Er moet een wonder van waarachtige bekering plaatsvinden om door Gods Geest te leren zien in welk gevaar u bent. Heeft u/heb jij dat mogen leren?

Een ontdekkende beproeving

Petrus moet na ontvangen genade leren dat hij zelf niet staande kan blijven. Waaruit bestaat deze beproeving? ‘Zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe’. Wat lagen de woorden van Christus nog vers in het geheugen bij Petrus: ‘Ik heb grotelijks begeerd dit pascha met u te eten, eer dat Ik lijde’ (Luk. 22:15). En nu is het juist de satan die onder Gods toelating Petrus gaat ziften als de tarwe. Christus gebruikt een in die tijd bekend beeld. Nadat het koren gedorst was, schepte men het op een zeef, die zolang geschud werd totdat er alleen maar zuiver koren overbleef. Het kaf en het vuil vielen door de zeef, maar het koren bleef op de zeef.

‘Zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe’. De kanttekenaren schrijven daarbij dat zij door de satan herwaarts en derwaarts geworpen of geschud worden zoals het koren als het gewand of gezift wordt, zonder hen enige rust te geven. De ene verzoeking zal op de andere volgen.

Petrus moet hieraan ontdekt worden. Onder Gods toelating richt de satan de pijlen op Petrus. Daarbij had de Heere met Petrus een heel ander doel voor ogen. Het doel van de satan was om hem als kaf en vuil, ja als een huichelaar openbaar te laten komen. Onder Gods toelating kwam de satan een heel eind, want op de vraag van de dienstmaagd ontkende, ja loochende Petrus dat hij een volgeling van Jezus was.

Wat is een mens, ook Petrus? Wat was het doel van Christus? Petrus moest leren dat hij geen ogenblikje in eigen kracht staande kon blijven. Daarom heeft hij in zijn zendbrief kunnen schrijven: ‘Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid’ (1 Petr. 1:5). Heeft u/heb jij dat ook mogen leren?

Terwijl Petrus het zó verzondigde, laat de Heere hem niet los: ‘En de Heere Zich omkerende, zag Petrus aan; en Petrus werd indachtig het woord des Heeren’ (Luk. 22:61).

Een vertroostend woord

Na de waarschuwing volgt een vertroosting: ‘Maar Ik heb voor u gebeden’. Voor wie wordt het een wonder? Voor iemand die geleerd heeft op de zeef van satan heen en weer geslingerd te worden en denkt om te komen, en dat rechtvaardig. Wat kunnen er tijden zijn in het leven van Gods volk dat de satan toegelaten wordt om de ziel te benauwen. Maar de Kerk ligt vast met eeuwigheidsbanden. De Kerk des Heeren ligt onwrikbaar vast in het verkiezend welbehagen des Vaders, in de niet aflatende, gezegende voorbede van Christus. Wat wordt het een wonder voor Gods volk als dat een ogenblikje ‘waar’ mag zijn. Houd dan een weinig moed, volk! Het goud moet beproefd en gezuiverd worden van alle droesem. Het zijn Christus’ woorden: ‘En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken’ (Joh.10:28-29).

De Kerk moet telkens weer ontledigd worden van alles wat voor God niet kan bestaan. Daarin raken zij nooit uitgeleerd. Wat wordt het een wonder als ondervindelijk verstaan mag worden wat Christus heeft gebeden in het Hogepriesterlijk gebed: ‘Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze’ (Joh.17:15). Wat wordt het een wonder als de Heere op Zijn eigen werk terugkomt en het geloof bij vernieuwing versterkt, de hoop verlevendigt en de liefde aanwakkert.

Hoe komt het dat het geloof, de hoop en de liefde zó vaak op de zeef genomen worden en de hevigste schuddingen op de zeef van satan kunnen doorstaan? Het geheim verklaart Christus met de woorden: ‘Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude’. Daarmee mag Petrus en heel de Kerk begrepen liggen in de voorbede van de Middelaar. De Kerk is gedurig in de strijd. Die strijd zal eens ophouden, want de Kerk gaat door de strijd naar de eeuwige dankdag. Dan zal het bestreden geloof verwisseld worden in een eeuwig aanschouwen.


En de Heere zeide: Simon, Simon, zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders.

Lukas 22:31-32

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2025

De Saambinder | 24 Pagina's

Een woord ter waarschuwing en tot troost

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2025

De Saambinder | 24 Pagina's