Een nieuwe geboorte
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u Johannes 3:3a
Nicodémus heeft een schoon getuigenis afgelegd van de Heere Jezus: ‘Niemand kan deze tekenen doen die Gij doet, zo God met hem niet is’. Maar met geen woord gaat Jezus in op de lovende woorden die over Hem gesproken zijn. Hij gaat Nicodémus ook niet bestraffen omdat deze farizeeër bij klaarlichte dag niet tot Hem durfde te komen. Het is zelfs alsof Hij Zijn bezoeker in de rede valt en allerlei ijdele vragen wil voorkomen. Florentius Costerus zegt in een verhandeling over deze geschiedenis: ‘Het is een stuk van wijsheid in een leraar dat hij zichzelf en de toehoorders niet ophoude met zaken van weinig belang, maar hen zoekt te brengen tot de grond der zaak waar het op aankomt; dat hij niet blijve hangen in het bestraffen van deze en die zonden, maar dat hij de mensen brenge tot de wortel van het kwaad en het rechte geneesmiddel daartegen. Op zulk een wijze handelt de Heere Christus met Nicodémus’.
Als de grote Hartenkenner spreekt Christus met macht en majesteit: ‘Voorwaar, voorwaar’. Dat is in het Grieks: Amen, amen. Het zal waar en zeker zijn! Wat er gaat volgen, is dus een zaak van het grootste gewicht. Zonder wedergeboorte kan niemand het Koninkrijk van God ingaan. Dát is het Woord dat nu schijnt als een licht in het duister van deze nacht: Nicodémus, u kunt wel veel weten en de wonderen die Ik doe bewonderen, maar u moet wederom geboren worden! Dat is waar het op aankomt. Bekering is nodig, vernieuwing van hart en leven is noodzakelijk. Jezus gebruikt hiervoor het meest sterke woord dat ons beschikbaar is: nodig is een níeuwe geboorte, uit God en door God, als een vrijmachtige genadedaad Gods waardoor een zondaar van dood levend wordt. Van deze wedergeboorte is God alleen de werkende oorzaak.
Als Bijbelvast schriftgeleerde kent Nicodémus de Tenach, de Joodse Bijbel. De profeten gebruikten de term wedergeboorte niet, maar Nicodémus kent de inhoud ervan wel. Hij weet van de oudtestamentische benamingen van ‘de besnijdenis van het hart’ (Deut. 30:6), en die van ‘een vlezen hart en een nieuwe geest’ (Ezech. 11:19), maar Christus zegt het hier des te scherper: Nicodémus, u kunt wel veel dingen weten, maar u moet van bóven geboren worden. Als u de verborgenheden van het Evangelie wilt leren kennen, moet u een nieuwe mens worden, iemand met nieuwe beginselen, nieuwe neigingen, nieuwe oogmerken, nieuwe geschiktheden en nieuwe uitgangen des levens. De kanttekening zegt hierover dat Nicodémus ‘door de Heilige Geest van de aangeboren verdorvenheid verlost en tot een nieuw geestelijk leven vernieuwd moet worden’. Op de natuurlijke geboorte volgt eenmaal de dood, op de wedergeboorte volgt het eeuwige leven. Zonder die nieuwe geboorte blijft Nicodémus geestelijk dood. Dan kan hij het Koninkrijk van God niet zien, laat staan binnengaan. Dan kan hij de eeuwige zaligheid niet deelachtig worden, want zonder nieuwe geboorte is een mens onnut (Rom. 3:12), ondeugend (Tit. 1:16), een gans bittere gal en een samenknoping van ongerechtigheid (Hand. 8:23). Nicodémus raakt deze nacht krachtdadig leraar-af. De man die alles zo goed wist, de brave farizeeër die meende al heel wat te zijn in het Koninkrijk van God, begrijpt het opeens niet meer. Bedoelt de Meester nu hém, de geëerde wetgeleerde?
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2025
De Saambinder | 24 Pagina's