Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik voor u

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik voor u

6 minuten leestijd

We leven aan het einde van de lijdensweken. In de prediking volgen we de Middelaar in Zijn vernedering, en daarna in Zijn verhoging. Want Hij is de Middelaar van verdienste én van toepassing. Het is zo nodig om daar ordelijk onderwijs in te ontvangen.

Met de Kerk der eeuwen worden we meegenomen in de gangen van Sions Borg en Middelaar. De vraag is hoe we daarnaar luisteren. Wanneer we steeds (mogen!) horen over Hem, Die vlees en bloed heeft aangenomen, om het te laten verbreken en vergieten. Hij Die een leven lang leed onder de last van Gods onmetelijke toorn, in plaats van al de Zijnen.

Op verschillende manieren horen we steeds drie woorden: ‘Ik voor u’. Ik voor u, de last van de schuld en straf gedragen, de helse benauwdheden doordragen, ja, zelfs de vloekdood ondergaan. Maar ook ‘Ik voor u’ de dood overwonnen, ten hemel gevaren en nu zittende ter rechterhand Gods.

Toepassing

Waar het nu voor ons persoonlijk op aankomt, is dat deze drie woorden in ons hart worden afgedrukt. Om op goede gronden te mogen weten: Ik voor u. Ja lezer, persoonlijk voor u. In Zijn arbeid is geen tekort. Zijn bereidwilligheid is groot. Maar geldt Zijn lijden, Zijn sterven, Zijn leven ook voor u? Want we weten wat er op deze zinsnede uit ons Avondmaalsformulier volgt: ‘Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven’. Dus het gaat om: ‘Ik voor u’, óf anders de eeuwige dood sterven. Er zijn er die zich dat láátste waardig weten, maar voor wie het éérste de strijd en de vraag is. Terwijl dát alleen maar de troost geeft in leven en sterven. Daarom is dit ‘Ik voor u’ niet iets uit het verleden, nee, dezelfde Middelaar is nog steeds bezig met bidden om de toepassing hiervan door Zijn Geest en Woord. Want Zijn werk als Middelaar van toepassing is niet áf. Het gaat niet alleen om ‘Ik leed en stierf voor u’, maar ook ‘Ik leef en bid voor u. Ik pleit voor u, Ik zorg voor u’. Wie zijn we toch zonder de afdruk van déze drie woorden?

Naar Zijn bidden om de toepassing willen we nu luisteren. Eén van de laatste verrichtingen tijdens Zijn aardse leven, toen Hij nog rustig met Zijn discipelen samen was, was met en voor hen bidden. De jonge Johannes heeft het zelf gezien en gehoord. Hij heeft het voor ons in zijn ouderdom opgeschreven, door de ingeving van de Heilige Geest. Johannes 17 is één van de rijkste hoofdstukken van de Heilige Schrift. Eén van de weinige voorbeelden van de inhoud van Christus‘ gebedswoorden, in de tere verhouding tussen de Vader en de Zoon in het vlees. Op dit gebed wordt na 26 verzen geen ‘Amen’ gezegd. Want zó leeft Hij om altijd te bidden.

Geen verwijten

Het is zo donker, daar bij de Kedronbeek. Straks komt Hij aan in de hof van Gethsémané. Hij weet volmaakt wat Hem wacht in en na deze nacht: helse angsten, verlating door God en mensen, pijniging en dood. Wat dan zo opvalt in Zijn bidden? De rust en de zekerheid van Zijn overwinning. Weet u waar Hij vol van is? Van de eer van Zijn Vader. Daarom begint Hij met de verheerlijking van Zijn Vader (vers 1) en eindigt Hij met het recht van Zijn Vader (vers 25). Kan dat ook van ónze gebeden gezegd worden? Zijn die niet egocentrisch en aards?

Verder is Hij vervuld met zorg over ‘dezen’ (vers 20). Terwijl Hij naar Boven blijft staren, wijst Hij ze aan voor de Vader. In Zijn afscheidswoorden (Joh. 13:30-16:33) heeft Hij eerlijk met ze gesproken, ook vermanend. Zoals: ‘Ben Ik zo lange tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend?’ (Joh. 14:9). Er was ook zo veel reden om te vermanen. Dat zal straks wel blijken in hun slapen als ze waken en bidden moeten, in het weglopen als ze bij Hem moesten blijven, in het geërgerd worden in plaats van Hem trouw te blijven. Wanneer Hij mét ze spreekt, vermaant Hij, maar wanneer Hij óver ze spreekt met Zijn Vader, dan klinkt er geen woord van verwijt. Hoort u, Hij klaagt niet aan, maar neemt het voor dit soort mensen op. Hij zegt zelfs: ‘Ze hebben Uw Woord bewaard’ (vers 6). Maar, dat is toch niet waar? Ze schijnen zelfs zo veel te vergeten… Hij bidt tóch voor ‘dezen’, aangezien in Zijn verdiensten en voorbede.

Zo waar is het: Ik voor u! Hij legt ze voor de Alwetende zoals ze zijn…, in Hem! Dan is het werkelijk waar: Hij geeft mild en verwijt nooit in Zijn voorbede.

Gegevenen des Vaders

Wat ook opvalt in Zijn gebed, is hoe Hij voortdurend wijst op de onuitputtelijke bron van Gods wezen en welbehagen, voor alle troost en heil. ‘Ze waren de Uwe en Gij hebt ze Mij gegeven’ (vers 2 en 6). Die schone naam ‘gegevenen des Vaders’ gebruikt Hij bij voorkeur in Zijn gebed voor de uitverkorenen. Waarom doen wij dat eigenlijk zo weinig? De Vader is toch alleen de oorzaak, de oorsprong en het begin van alles (NGB, art. 8).

Waar Hij ook met zorg over spreekt, is de macht van de wereld en de boze. Herhaaldelijk bidt Hij om hun bewaring (vers 11). De wereld, de boze en de eigen natuur zijn reële machten. Wereldgelijkvormigheid is blijkbaar een grotere dreiging dan wij vermoeden. Die zit ook veel dieper dan wij peilen. De scheidslijn tussen kerk en wereld is blijkbaar overeenkomstig Gods wil en Christus’ voorbede. Een ander aspect in Zijn bidden is het gezag van Gods Woord en waarheid, en de heiliging in deze waarheid (vers 17 en 19). Het (beschreven) Woord komt van de heilige en rechtvaardige Vader. En Hij als het vleesgeworden Woord doet niets anders dan deze waarheid onderwijzen. Opdat dit onderwijs in het hart en leven zal worden toegepast.

Een andere zaak in Zijn voorbede is de zorg over de eenheid, in de waarheid van het beschreven en vleesgeworden Woord. De gééstelijke eenheid die wezenlijk samenbindt en de wereld jaloers maakt (vers 21). Nadrukkelijk bidt Hij voor dit enige genademiddel waardoor de Heere Zijn genade wil werken en sterken: het apostolische getuigenis (vers 22, 23), de waarheid die deze elf zullen prediken en de brieven die ze zullen schrijven. Die moeten worden gehoord en geloofd. Dááraan wordt de zegen verbonden. Zeker ook voor de hoorders in de toekomst, zo bidt Hij.

Zo bidt Hij ‘Ik voor u’. Heeft dat voor u al waarde gekregen? Zodat u met uw hárt bidt: ‘Schoon mijn zonden vele zijn, maak om Jezus’ wil mij rein’. Ja, alleen om Jezus’ wil!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 2025

De Saambinder | 24 Pagina's

Ik voor u

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 2025

De Saambinder | 24 Pagina's