Een gestage teruggang
Ook als het gaat om kerk en religie wordt tegenwoordig allerlei onderzoek verricht. Vorige maand verscheen een nieuw deel in de onderzoekserie ‘God in Nederland’.
Die onderzoekserie begon in 1966 toen er allerlei signalen waren van een versnelde kerkverlating. Dat proces heeft zich in de loop der jaren doorgezet. In 1966 rekende 67 procent van de bevolking zich tot een christelijke kerk, nu is dat nog maar 19 procent. Overigens moet je zulke cijfers niet al te exact nemen. Het CBS kwam recent ook met cijfers over de godsdienstige betrokkenheid. Dat kwam met een veel lager percentage niet-kerkelijken dan het onderzoek ‘God in Nederland’: 56 in plaats van 73 procent. Het CBS hanteert echter een verouderde vraagstelling.
Er is een grote randkerkelijkheid. Veel mensen twijfelen of ze nog kerkelijk zijn of niet. Ze staan waarschijnlijk wel ingeschreven, maar ze doen nergens meer aan. Qua opvattingen en levensgedrag wijken ze nauwelijks af van hun onkerkelijke buren.
Zondagsplicht
Dat geldt zeker van veel roomskatholieken. Volgens het rapport ‘God in Nederland’ gaat tweederde nooit naar de mis. Zestig jaar geleden namen de rooms-katholieken hun zondagsplicht nog serieus. Bijna allemaal bezochten ze toen de mis, al was de een wat trouwer dan de ander. Slechts een op de zes rooms-katholieken gelooft tegenwoordig in een persoonlijk God, de helft denkt dat er toch wel zoiets moet zijn als een hogere macht. De rest gelooft eigenlijk niets meer. De Hervormde Kerk had een eeuw geleden al veel randkerkelijkheid. Dat zie je nu ook in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), al is het daar minder omvangrijk dan bij de rooms-katholieken. Eenderde komt nooit in de kerk. Bij de PKN gelooft 57 procent in een persoonlijk God, terwijl 31 procent in ieder geval rekent met een hogere macht.
En dan te bedenken dat beide kerken ook in omvang sterk zijn teruggelopen. De Rooms-Katholieke Kerk omvatte in 1966 nog 35 procent van de bevolking, nu is dat teruggelopen tot 8 procent. De kerken die nu de PKN vormen, kwamen toen aan 25 procent, nu is dat nog 6 procent. Alles bij elkaar een forse achteruitgang.
Godsbesef
Wat is daarmee verloren gegaan? Tegen Rome hadden en hebben we fundamentele bezwaren. Toen de Rooms-Katholieke Kerk in de eerste helft van de vorige eeuw in ons land voortdurend groeide, werd dat door niet weinig protestanten als een gevaar gezien.
Maar de huidige terugloop betekent wel dat het Godsbesef steeds meer wegzakt. En ten aanzien van de medische ethiek, huwelijk en seksualiteit komt Nederland steeds verder af te staan van de Bijbelse normen. Bij de PKN en haar voorlopers zie je vooral aan de linkerkant een sterke terugloop. In gebieden waar de Hervormde Kerk een eeuw geleden vrijzinnig was, is van het kerkelijk leven weinig of niets meer overgebleven. Dat vrijzinnige geloof stelde zo weinig voor dat het voor volgende generaties niet meer hoefde.
Bij de nazaten van de voormalige Gereformeerde Kerken en de hervormde midden-orthodoxie is er eveneens een forse terugloop. Ook daar was de ernst en de diepgang van de Bijbelse boodschap steeds meer verloren gegaan.
Niet onderzocht
Een landelijk onderzoek als ‘God in Nederland’ is uiteraard niet toegespitst op de bevindelijk gereformeerde kring. Die is hier samengevoegd met vrijgemaakten, evangelischen en aanverwante groepen onder de benaming orthodox-protestant. Die verzamelgroep blijft tamelijk stabiel in bevolkingsaandeel en basale gelovigheid. Maar er is niet onderzocht, om een paar dingen te noemen, hoe de waardering van de gereformeerde belijdenis, het bezoek van de tweede kerkdienst en de opvattingen over homoseksualiteit en vrouwelijke ambtsdragers zich hier in de loop der jaren ontwikkeld hebben. Ongetwijfeld zouden de verschuivingen dan duidelijk negatief zijn geweest.
Alles bij elkaar is het een droevig geheel. Onkerkelijkheid is tegenwoordig normaal geworden en wat nog kerkelijk is, staat vaak ver af van wat ons in de Bijbel wordt voorgehouden. Zou daarom niet onze bede moeten zijn: ‘Behoud o HEERE, want de goedertierene ontbreekt, want de getrouwen zijn weinig geworden onder de mensenkinderen’? (Ps. 12:2 ).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025
De Saambinder | 20 Pagina's