Allervolmaakste gebed
Waarom wordt gesproken over het ‘allervolmaakste’ gebed? Zijn andere gebeden ‘minder’ volmaakt? Waarom gebruiken we dit gebed niet vaker in de eredienst?
Spreken
Inderdaad spreken we van het ‘allervolmaakste’ gebed als we willen verwijzen naar het ‘Onze Vader’. We zullen geen woordenstrijd voeren over de benaming, want de vraagsteller wees er terecht op dat een gebed volmaakt is of niet-volmaakt. Maar het stijgt boven alle andere gebeden uit omdat het met een korte aanspraak, zes beden en een heerlijk besluit alles in zich heeft wat een bidder voor tijd en eeuwigheid nodig heeft. Daarbij begint het met God de Vader en eindigt het in Hem. In het hele gebed staat niet één keer het woordje ‘ik’ of ‘mij’. Hier zegt de door de Heere geleerde bidder: ‘ons’, terwijl het van nature altijd ‘ik’ wordt. Eens wilde ‘ik’ als God zijn en alles draait altijd weer om dat ‘ik’, dat God haat en de naaste. Onze Heidelbergse Catechismus spelt woord voor woord in de Zondagen 45 tot en met 52. Peinzend over de woorden en beden, de aanhef en het besluit moet het ons treffen: dit zijn geen woorden die in een mensenhart zijn opgeklommen. Het zijn de woorden van de Heere Christus Zelf. De volmaakte Hogepriester van Zijn bruidsgemeente heeft deze woorden op de lippen van Zijn jongeren gelegd. Als we Lukas 11 vers 1 ernaast leggen, wordt duidelijk waarom en wanneer. Zijn discipelen waren in de ‘gebedskamer’ van hun Meester. En toen Hij ophield, hebben ze het gevraagd: ‘Heere, leer ons bidden (…)’. Zouden ze verslagen geweest zijn omdat hun schamele gebeden zo afstaken tegen de woorden die ze hoorden van de grote Voorbidder? Toen heeft de grote Profeet Jezus dat ‘Onze Vader’ voorgebeden, opdat die onvolmaakte bidders het na zouden zeggen.
Daarmee zouden we niet graag zeggen dat andere gebeden in de Heilige Schrift ‘minder’ volmaakt zijn. Vele treffende gebeden lezen we in de Psalmen. Enkele Psalmen zijn niet anders dan gebeden. En wie denkt niet aan het ontroerende ‘Hogepriesterlijke gebed’ uit Johannes 17?
Maar het ‘Onze Vader’ is het door de Zoon van God gegeven gebed, waarin alle ‘geestelijke en lichamelijke nooddruft’ treffend en kort is verwoord. De tegenstelling is zo eindeloos groot: ‘zeer onvolmaakte bidders’ spreken het ‘allervolmaakste’ gebed na dat Jezus leerde.
Gebruiken
Een andere vraagsteller, die vele jaren de Rooms-Katholieke kerk bezocht en inmiddels enkele jaren de diensten in onze gemeentekring bezoekt, mist het uitspreken van het ‘Onze Vader’ in veel erediensten. In eerstgenoemde kerk ontbrak het nagenoeg nooit in een eredienst, onder ons klinkt het aanmerkelijk minder. Weliswaar klinkt het twee keer bij de bediening van het Heilig Avondmaal vanuit het formulier, bij de bevestiging van ambtsdragers en geheel of gedeeltelijk bij de acht Zondagen uit de Heidelbergse Catechismus maar niet ‘standaard’ in elke eredienst.
In de liturgiegeschiedenis is na te gaan dat na de Reformatie het ‘Onze Vader’ eerst een vaste plaats had in de eredienst. In ‘De christelicke ordinancien’ (1554) van Micron was het opgenomen als terugkerend onderdeel van de zondagmorgendienst. Zo ook in de ‘Forma ac Ratio’ (1555) van a Lasco. En, om niet meer te noemen, Calvijn volgde in Genève de liturgische orde van Farel aan de hand van ‘La Manière et Fasson’ (1533) waarin ook het ‘Onze Vader’ een vaste plaats kende. Later is er een versobering gekomen in de liturgie en bleef alleen de ‘Tien Geboden’ in de morgendienst en de ‘Apostolische geloofsbelijdenis’ in de middagdienst staan.
De belangrijkste vraag die overblijft: lezer(es), hebt u de woorden van het allervolmaakste gebed ‘leren’ bidden met het hart?
Heb jij/hebt u ook een vraag?
Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie. Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder. Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2025
De Saambinder | 24 Pagina's