Gebed vóór de leer van de catechismus

Een mens van nature gaat prat op zijn eigen wijsheid. Het leidt (helaas ook binnen de godsdienst) tot ongoddelijk ijdel roepen en tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap (1 Tim. 6:20).

Van deze dingen is in het gebed vóór de leer van de catechismus echter niets te merken. Het gebed begint met een conclusie: ‘Uw Woord is volkomen en bekeert de ziel’. Maar de geleerde opstellers ontdekken een probleem bij zichzelf. Ze zijn van nature blind en onbekwaam tot enig goed. En daar komt nog wat bij: de Heere ziet alleen diegenen aan die ootmoedig en verslagen zijn van hart en voor Gods Woord vrezen (Jes. 66:2).

Wat een les, beste lezer(es). Hoe zitten wij onder Gods Woord, vooral ook onder ‘de leer van de catechismus’? Als bijvoorbeeld Gods geboden behandeld worden? Of tijdens de behandeling van de kernzondagen 5, 7 en 23? Hóe luisteren wij dan? Kritisch? Verveeld? Of… kent u de zielsgestalte van dit formuliergebed? Want iemand die aan zijn eigen blindheid ontdekt is, komt er zo achter dat zijn verstand verlicht dient te worden door de Heilige Geest. Daar wordt in dit gebed vervolgens om gevraagd.

Toch zit er nog meer in het hart van de bidder van dit gebed. Hoogmoed en vijandschap!

U zegt: ‘Wát? Hier is toch een kind Gods aan het woord?’ Jazeker!

En dat zie je juist aan deze woorden.

Is het niet zo, kind des Heeren, dat de Heere u steeds meer ontdekt aan uw hoogmoedig bestaan? Dát was toch de wortelzonde? Opstand tegen God?

Ooit zat ik eens in de auto met een medebroeder in de bediening. Samen spraken we over dat ellendig hoogmoedige bestaan vanbinnen. Daarbij merkte ik op: ‘Die hoogmoed, je zou het eruit willen snijden!’ Rustig antwoordde mijn broeder: ‘Dan hou je maar weinig meer over…’. En zo is het. Ontdekkend licht laat zien dat je één bonk hoogmoed bent. En dat is nog niet alles. We lezen het in dit formuliergebed. Er zit in onze harten ook vijandschap tegen God. Ook na ontvangen genade, hoor. Wat is het een les dat er geen vrienden, maar vijanden met God verzoend worden. Een levenslange les!

Na deze belijdenis (die het grootste deel van het gebed inneemt) volgt de uiteindelijke vraag in dit gebed: of het Woord recht verstaan mag worden, of het leven daarnaar ingericht mag worden. Leer en leven zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.

Tot slot wordt er gevraagd om de bekering van ‘allen die nog van Uw waarheid afdwalen’. En waarom? Omdat de bidder zo graag samen met hen in eendrachtigheid heilig en rechtvaardig leven wil. O, o, als we deze zin eens tot ons door laten dringen, wat zou er dan een berg minder ellende zijn, juist op het kerkelijk erf.

Vervolgens sluit ook dit gebed af met het allervolmaakste gebed.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen