Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het werk van de Heilige Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het werk van de Heilige Geest

6 minuten leestijd

Pinksteren, het feest van de (zeven) weken na Pasen. Pinksteren is het slotfeest. De oogst was voltooid. Pinksteren, als de oogst van Pasen! De herdenking van de Godsopenbaring op de Sinaï kreeg ook aandacht met Pinksteren.

Daarbij sluit de Kerk van het nieuwe verbond zich aan op de vijftigste dag na Pasen, als de dag waarop de oogst binnengehaald wordt. Kortweg denken we met Pinksteren dus aan drie zaken: slot, oogst en Godsopenbaring.

Voltooiing

Aan het begin van de eredienst horen we uit de mond van de dienaar des Woords: ‘Genade zij u en vrede, van God de Vader, en van Jezus Christus de Heere, door de Heilige Geest’. Het gaat in elke dienst om Gods soevereine genade, uitgedacht door de verkiezende Vader, uitgevoerd door de kopende Zoon en uitgewerkt door de levendmakende Geest. Over deze Godsopenbaring gaat het in elke eredienst. Dat is het enige middel waardoor de Heilige Geest God in Christus openbaart in het hárt.

Wanneer we spreken over ‘Christocentrische’ prediking bedoelen we dat de Middelaar in het middelpunt van de prediking behoort te staan. Daarbij vergeten we niet dat het alles van de Vader als oorzaak, oorsprong en begin komt (NGB, art. 8), en dat de toepassende werking van de Geest onmisbaar is. Het laatste heilsfeit, de uitstorting van de Pinkstergeest, hoort er als voltooiing en afsluiting wezenlijk bij. Anders is er geen oogst en doen we de Godsopenbaring tekort. We horen opnieuw iets van: slot, oogst en Godsopenbaring.

Godsopenbaring

Op weg naar de Pinksterdagen vragen we daarom aandacht voor de zo noodzakelijke werkingen van de toepassende Geest des Vaders en des Zoons. Alle nadruk valt op de ‘eeuwige Kracht en Mogendheid, uitgaande van de Vader en de Zoon’ (NGB, art. 8). Het gaat om de afsluiting van de heilsfeiten, voor het binnenhalen van de oogst en de ontwikkeling in de Godsopenbaring. Van de Sinaï tot Pinksteren, opdat wij dat mogen verstaan met het hart. Opdat we ‘de werkingen van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest in ons gevoelen’ (NGB, art. 9). Zoals de Kerk dat al eeuwen ‘uit de getuigenissen van de Heilige Schriften mag gevoelen in het hart’. Het gaat er in het genadewerk Gods niet slechts om dat alles uit God is, door God en tot God. Het gaat er ook om dat de Middelaar het middelpunt van de zielsbevinding wordt én blijft. Het gaat er ook om dat in de prediking het Geesteswerk vanuit de Schriften doorklinkt. Anders doen we het wezen van God en de openbaring van God ernstig tekort.

Voortgaande ontwikkeling

Laten we oog hebben voor de ontwikkeling van de Godsopenbaring binnen de Heilige Schrift en de onderscheiden toepassing hiervan in het hart. De Heere maakt Zich bekend aan mensen die al bevende voor Hem wegvluchten (NGB, art. 17). Het begint heel pril in Genesis 3:15: Er zal een Verlosser komen! In de loop van het oude verbond wordt de belofte van deze Verlosser steeds duidelijker. Een hoogtepunt van deze Godsopenbaring is de Sinaï, waar de getrouwe Verbondsgod Zich als de Verlosser in recht en genade bekendmaakt. Het Oude Testament is vol van het woord der belofte, terwijl we zo weinig van de Geest merken. En toch is Hij het Die in het verborgene werkt, leidt en inspireert. Deze Geest werkt aan op de vervulling, door de onmogelijkheid heen. Hij werkt het prille van de bevruchting in de maagd Maria. Hij is het met Wie Immanuël is gezalfd, zonder mate.

Gods kinderen mogen in de evangeliën de vervulling van de belofte van het Oude Testament in de hoogste Profeet en Leraar aanschouwen, tot hun vertroosting en zaligheid. Maar de priesterlijke bediening van de Middelaar kan niet gemist worden. Daar werkt de Geest altijd op aan. Het kán niet zonder! Niet zonder kruis en bloedstorting, niet zonder de overwinning over dood en graf. Daar werkt de Geest mateloos wijs op aan, opdat zó de Vader en de Zoon verheerlijkt worden. Naarmate het einde van het aardse leven van de Middelaar dichterbij komt, hoe meer Hij over de Geest spreekt (lees Joh. 14-16), en over de noodzaak van Zijn komst en Zijn werk. Maar voor de heilsorde, de toepassing en de beleving ervan geldt dat evenzeer. De Godsopenbaring in de Schrift én die in het hart hangen ten nauwste met elkaar samen, in alle onderscheiding van trap en mate. Onder deze rijke openbaring mogen wij leven.

Gevoelen

De Godsopenbaring in de belofte (OT) is onderscheiden van de vervulling (NT). Vervolgens is er in de vervulling weer onderscheid: aanvankelijke, voortgaande en volkomen vervulling. De aanvankelijke vervulling in de vleeswording in het begin van de evangeliën is vertroostend. Daarna blijkt Christus’ profetisch onderwijs onvergetelijk. Maar Zijn priesterlijke verzoening gaat verder. Daarover lezen we meer aan het slot van de evangeliën, met daarna Zijn heerschappij over dood en graf.

Vandaar de vraag: weten we wat het is om met Hem gekruisigd te worden, met Hem te sterven, maar ook met Hem op te staan, zelfs met Hem gezet te worden in de hemel? Dat is in de apostolische brieven noodzakelijk voortgaand en verdiepend onderwijs. Dat onderwijs geschiedt door de Heilige Geest, Die Heere is en levend maakt, Die van de Vader en de Zoon uitgaat, Die spreekt door de Schriften. Hij is de Parakleet, Die ‘erbij geroepen wordt’ om het in het hart uit te werken, vanaf de levendmaking tot het troostrijke getuigenis van de Geest: Hij getuigt met onze geest dat we kinderen van God zijn (Rom. 8:16). Hij zet er het stempel op. Weten we van deze onderscheiding in de doorleving? Zaken waar u eerst vóór stond, zijn nu nader (Rom. 13:11).

Zo onbevangen horen we de Kerk al eeuwen getuigen dat deze onderscheiden werkingen van Vader, Zoon en Geest in het hart gevoeld worden. Ja gevoeld, want de geloofsbevinding van de Kerk gaat niet buiten ons gevoel om, ook al weten we dat er heel veel gevoel kan zijn zonder geloof en dat geloof en gevoel niet hetzelfde zijn. Toch getuigt de Geest in ons hart dat de woorden van God zijn. Daar is heel ons mens-zijn bij betrokken, ook ons gevoelsleven.

Levend worden

Van de hemel klinkt het nog: ‘Ontwaak gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten’ (Ef. 5:14). Het Geesteswerk in slapers en doden is nog niet af! Zouden we daarom niet sterker roepen: ‘Gij Geest, kom aan van de vier winden en blaas in deze gedoden, opdat ze levend worden’? (Ezech. 37:9.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 2025

De Saambinder | 24 Pagina's

Het werk van de Heilige Geest

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 2025

De Saambinder | 24 Pagina's