Gebed na de leer van de catechismus

Met deze woorden begint het gebed na de leer van de catechismus. Wat staat er veel in deze ene zin! Niet alleen zien we hoe onze voorvaderen spraken over verbond en Doop, maar er ligt ook een beschamende les in deze zin. Welke? De bidder dankt dat de kinderen Gods lof verkondigen (Ps. 8) en zo de wijzen van de wereld beschamen. Is dit zo in onze gezinnen? Ziende op de ontzaglijke eeuwigheid die aanstaande is, zouden we toch geen rust moeten hebben voor we wisten dat de betekende zaak van de Doop ook in de harten van onze kinderen gevonden is?

Wie het gebed verder leest, ziet dat er gebeden wordt voor het nageslacht. Is de aanhef boven het gebed wel goed? Je zou eerder verwachten dat het een gebed voor na de catechisatieles is. Hoor maar: ‘Wij bidden U, vermeerder in hen [de kinderen] Uw genade, dat zij in Christus Uw Zoon, altijd toenemen en wassen, totdat zij Zijn volkomen mannelijken ouderdom in alle wijsheid en gerechtigheid verkrijgen’. Vervolgens wordt er gevraagd om wijsheid in het onderwijzen van de kinderen, ‘opdat door hun godzaligheid het rijk des satans verstoord worde, en het Rijk van Jezus Christus (…) versterkt worde’.

Wie eens even nadenkt over deze dingen ziet hoe onze voorvaders de leer van de catechismus zagen. Dit belijdenisgeschrift was immers opgesteld om de Kerk in de leer die naar de godzaligheid is te gronden. En dat begint juist al in de kinderjaren.

Wij leven in een tijd dat de catechismusprediking al snel als ‘moeilijk voor de kinderen’ wordt versleten. En ik weet het, een kind kan de geschiedenis van David die Goliath velde beter begrijpen dan de uitleg van Zondag 23. En toch zou dit ons aan het denken moeten zetten. Allereerst de ambtsdragers. Wij hebben in het licht van het gebed na de leer van de catechismus de opdracht om ervoor te zorgen dat de leer van Zondag 1 t/m 52 niet over de hoofden van de jeugd en de kinderen heengaat. In de tweede plaats ligt er een taak voor de ouders. Zij dienen (met het gebed dat we behandelen in het hart) hun kinderen ‘in het opwassen hiervan breder te onderwijzen’ (derde doopvraag).

Hoe komt het toch dat we in onze tijd zoveel onkunde tegenkomen met betrekking tot de grondbeginselen van onze geloofsleer? Zou het niet komen omdat het gebed na de leer van de catechismus in de vergetelheid is geraakt? Wat te doen? Ora et labora; bid en werk! Nee, niet om te pronken met godvrezende kinderen, maar (zoals het gebed het aangeeft) tot Gods eer en tot hun eeuwige zaligheid.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen