Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Waar is het geduld gebleven?’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Waar is het geduld gebleven?’

In gesprek met Alide Snitselaar, gastenbegeleider ‘De Herberg’

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Wij leren onze gasten geduld te oefenen. Geduld is het vermogen om je behoeftenbevrediging uit te stellen. Mensen lopen vast met het beeld van een ‘pastorale God’, Die altijd en overal voor hen klaar moet staan. Waar is het geduld, het wachten op God, gebleven?’

Alide Snitselaar is gastenbegeleider en pastoraal werker van Pastoraal Diaconaal Centrum ‘De Herberg’. Het voorname pand in het lommerrijke Oosterbeek is geen therapeutisch centrum, maar een pleisterplaats waar iedereen die ‘er doorheen zit’ een paar weken onderdak krijgt om op adem te komen. ‘Plaats tegen de neerslachtigheid, een pleister van barmhartigheid’, dichtte André Troost bij de opening in 1993. Inmiddels zijn we meer dan 25 jaar verder en Alide heeft de ontwikkelingen in het centrum sindsdien van dichtbij meegemaakt: de gemiddelde leeftijd van de gasten is aanzienlijk gedaald, de problemen worden openhartiger benoemd. De rauwe kanten van het leven en geloven komen meer ter sprake.

Alide: ‘In de beginjaren was er altijd wel een groepje zeventigplussers die, bijvoorbeeld na het overlijden van hun partner, te kampen hadden met eenzaamheid. Door de bank genomen zijn de senioren vandaag veel meer autonoom en actief; daardoor zijn ze zelfredzamer, ze beschikken over een groter sociaal netwerk. Voor zover we nu ouderen te gast hebben, gaat het vaak om andersoortige problematiek, bijvoorbeeld relatieproblemen.

Tegenwoordig herbergen we meer twintigers, dertigers en veertigers. Jongeren die vastlopen in hun studie of te kampen hebben met burnout als gevolg van de eisen die ze aan zichzelf stellen, of die de omgeving aan hen stelt.’

Bucketlist

‘Bij dertigers zie je nogal eens dat ze moeite hebben met het omgaan met tegenslagen in het leven. Ze hebben nooit geleerd te wachten: op een baan, een partner, een kind, een huis, etc. Alles moet snel en vooral: nu! Alle vrome woorden ten spijt is ook in orthodox-protestantse kring het idee springlevend dat we allen uit dit leven moeten halen wat er in zit. Waarom is die bucketlist zo lang? Als internet even een keer traag werkt of als er een rij voor de kassa staat, worden we al chagrijnig. “Geduld is het vermogen om je behoeftebevrediging uit te stellen en keuzes te maken die pas in de toekomst zullen lonen”, las ik laatst ergens – en ik zou er wat voor geven als gasten dit in ‘De Herberg’ leren. We zijn een leerschool van geduld. Een van de kleine, alledaagse dingen waar je dat bijvoorbeeld aan merkt, is een stringent beleid ten aanzien van mobieltjes.’

Oefenen

‘Geduld komt je in onze cultuur niet aanwaaien, je moet het oefenen. Vroeger vulde men in de zomer de weckpotten, met het oog op de winter. Nu beslissen we last minute wat we vanavond eten. Die houding laat zich op alle terreinen van het leven gelden, óók als het gaat om het geloof. We willen een God Die hier en nu voor ons klaar staat, Die we kunnen omarmen, Die óns omarmt. Als we dat eens een paar dagen niet zo ervaren, voelen we ons leeg, unheimisch, omdat we niet geléérd hebben om het met Hem uit te houden in dagen van neerslachtigheid en depressie, in dagen van rouw, of als het tegenzit op het werk of in het huwelijk en gezin. Vroeger duurde een rouwperiode een jaar en zes weken. Nu moet het na een paar weken klaar zijn.’ Een geestelijk klimaat van een ‘altijd nabije God die je een aai over de bol geeft’ kan er onbedoeld aan bijdragen dat jongvolwassenen in de knoop raken, zegt Alide. ‘Drie keer per week hebben we in ‘De Herberg’ een bijbelbespreking, samen met alle gasten die er op dat moment zijn. Ik las laatst Psalm 88, een inkt zwarte klacht uit de diepte, en we waren stil. Opeens barstte een jonge vrouw in de kring los: “Ik ben hier al bijna drie weken en nu gaat het pas voor het eerst over mij!” Die ervaring illustreerde wat ik vaker tegen ben gekomen: de rauwe ervaringen van het leven staan op gespannen voet met de ‘pastorale God’. ’

Geloofsbiografie

Ook in dat opzicht is er een verschuiving waarneembaar, sinds de beginjaren van ‘De Herberg’. Alide: ‘Grofweg onderscheid ik drie periodes: in de begintijd gingen de gesprekken vaak over God Die oordeelt en straft. “Zou Hij ook genadig zijn en me willen vergeven?” Het accent lag in de gesprekken op je aanvaard weten door God en daardoor ook jezelf aanvaarden. Daarna, in het tijdvak 1995-2010, zag je een verschuiving naar vragen over God en het lijden. “Hoe kan Hij toelaten wat me overkomt?” De afgelopen tien jaar komen er existentiële vragen ter sprake: “Is God er wel?” Let wel, óók gasten die wekelijks trouw naar de kerk gaan, worstelen met die vraag. Dat zijn aangrijpende ervaringen. Mede op basis van dit soort ervaringen vragen we bij de intakegesprekken tegenwoordig dieper door over de biografie, maar ook de geloofsbiografie. Want ook als iemand uit de Alblasserwaard aangeeft tweemaal per zondag naar de kerk te gaan, kan daar een hele wereld van twijfels en vragen achter schuilgaan. Ik herinner me een vrouw die rouwde over het verlies van familieleden. “Je verhaal doet me aan Job denken…,” zei ik. Waarop zij zei: “Ik voel me de vrouw van Job. Wie ziet mijn verdriet?”’

De verschuiving in de vragen die aan de orde komen, maakte dat ook het programma-aanbod van ‘De Herberg’ veranderingen onderging. ‘We leerden gasten grenzen aan te geven, prioriteiten te stellen, keuzes te maken; we werkten aan het vergroten van zelfvertrouwen, weerbaarheid. Waar we voorheen het individu in het middelpunt zetten, benadrukken we nu meer de onderlinge relaties: jij en de a/Ander, dus daarbij komt ook de vraag aan bod: “Wie is God? Wie ben jij voor Hem en voor de mensen om je heen?”’

Ruimte

Op basis van haar ervaringen kost het Alide geen bedenktijd om ongevraagde adviezen te formuleren aan predikanten en andere ambtsdragers in de gemeente: ‘Creëer in de prediking en in onderlinge gesprekken in de gemeente de ruimte om het ‘failliet’ van hun geloof op tafel te leggen. Hoed je voor vrome woorden die geen verband hebben met de ervaring, wees liever eerlijk, ook als het pijnlijk is om de realiteit onder ogen te zien. Ik bedoel niet dat we de existentiële geloofstwijfel tot norm gaan verheffen of zelfs afvalligheid gaan promoten, maar wel dat we elkaar de ruimte geven om het hart te luchten. Vertrouw erop dat God ook daarin kan werken. Juist in die ruimte van het pastorale contact kan het verlangen weer opvlammen. En het zou zomaar kunnen dat het delen van ongepolijste ervaringen nieuw licht werpt op rauwe bijbelgedeelten die we doorgaans gemakkelijk overslaan.’

Zie ook pag. 22: ‘De Herberg’ biedt nu geestelijke steun op afstand

Pastoraal Diaconaal/Missionair Centrum

Alide Snitselaar is al vanaf kort na de oprichting bij ‘De Herberg’ betrokken. Eerst als vrijwilliger; ze werkte indertijd in het onderwijs en woonde in Twente. ‘Ik was nog maar net ingewerkt, toen ik de verantwoordelijkheid kreeg om eens per maand in m’n eentje gedurende een weekend de coördinatie van het huis op me te nemen. Je werd in het diepe gegooid. Het was alsof je leidinggaf aan een groot gezin. Je handelde naar bevind van zaken. Als er drie tegelijk verdrietig waren, klampte je aan bij degene die je hulp het hardst nodig had.’

Achttien jaar geleden trad Alide in dienst. Ze volgde een opleiding Godsdienst Pastoraal Werk en is er nu gastenbegeleider/ pastoraal werker.

‘De Herberg’, mede opgericht door de IZB, afficheerde zich in de beginjaren als ‘Pastoraal Missionair Centrum’; later veranderde dat in de huidige benaming ‘Pastoraal Diaconaal Centrum’, omdat die meer recht deed aan de praktijk. ‘Tegenwoordig komt het missionaire weer terug,’ zegt Alide. ‘Bij de intake worden geen doopbewijzen gevraagd. Onder de gasten vind je leden van de Gereformeerde Gemeenten en mensen van wie de band met het christelijk geloof eruit bestaat dat ze ooit op een roomskatholieke lagere school hebben gezeten – en alles wat daartussen zit. We vragen van gasten dat ze met alle activiteiten meedoen; voor sommigen is de bijbelbespreking een (hernieuwde) kennismaking met de betekenis van het geloof.’

Wat de jaren door onveranderd is gebleven is het grote netwerk van vrijwilligers. ‘Uit het hele land zijn mensen op dit huis betrokken. Dat is hartverwarmend.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

‘Waar is het geduld gebleven?’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's