Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Fout’ dorp wil vooruitkijken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Fout’ dorp wil vooruitkijken

Kerkgangers worden NSB-lid ondanks anti-Duitse dominee

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de bezettingsjaren bloeit het NSB-verenigingsleven in Hedel. Ook Vinkeveen is opvallend pro-Duits. Hoe gaat een ‘fout’ dorp na de bevrijding verder? Komt er verzoening?

Stemt 3,9 procent van de Nederlanders in april 1939 op de NSB, in Hedel is dat 9,1 procent. Komt die belangstelling door de malaise in de landbouw, waarvan vooral boeren de dupe zijn? Feit is dat een sterk NSB-gezinde kapper in het Gelderse dorp aan de Maas veel van zijn klanten weet te overtuigen dat het NSB-lidmaatschap heil brengt.

Ook hervormden zijn betrokken, al is ds. E.J. Beens, die van 1934 tot 1946 aan Hedel is verbonden, uitgesproken anti-Duits. Hij steekt dat niet onder stoelen of banken en komt begin 1942 zelfs in Kamp Amersfoort terecht. Toch lopen Duitsgezinde gemeenteleden kort voor en tijdens de oorlog in uniform door het dorp, weet ds. L.H. Oosten, die van 1984 tot 1992 predikant in Hedel is. ‘Sommigen maakten met een groot bord in de tuin reclame voor Mussert. Familieleden probeerden dat weer ongedaan te maken.’ Ds. Oosten leidt als gemeentepredikant begrafenissen van mensen die in Stalingrad voor Hitler hadden gevochten. ‘Het waren serieuze, betrokken gemeenteleden.’

Voor gemeentelid A.A. van Driel (65), die betrokken is bij Stichting Hedels Historie en van wie juist deze maand een boek over Hedel in oorlogstijd verschijnt, blijft het pijnlijk dat hervormden in zijn dorp NSB waren. ‘Van de rooms-katholieke dorpelingen was niemand dat. De pastoor had meer invloed dan de dominee.’

‘Duitse herder’

Ook in Vinkeveen, een kleine vijftig kilometer naar het noorden, staan hervormden tijdens de Duitse bezetting bekend als Duitsgezind. Rondom de Vinkeveense kansel (2006), een uitgave van de hervormde gemeente, erkent dat ‘velen uit onze kring’ voor en tijdens de oorlog pro-Duits zijn, maar geeft daarbij aan dat ze niet daadwerkelijk tot de NSB toetreden.

Ook hier is de plaatselijke predikant, ds. P.A.A. Klusener, iemand die het gevaar van het nationaalsocialisme al vroeg onderkent. Samen met zijn kerkenraad verzet hij zich als de Vinkeveense kerkvoogdij in 1934 het hervormde verenigingsgebouw aan de plaatselijke NSB-afdeling wil verhuren. Kerkenraad en kerkvoogden zitten dus niet op één lijn. Ds. Klusener vertrekt in 1935 naar Bodegraven.

De opstelling van ds. D.J. van de Graaf, die in het najaar van 1942 met zijn gezin de pastorie betrekt, is totaal anders dan die van ds. Klusener. Zijn bijnaam ‘Duitse herder’ krijgt hij vanwege zijn Deutschfreundliche houding. Al blijft hij in de oorlogsjaren voor het Koninklijk Huis bidden, feit is ook dat hij bidt dat zijn gemeenteleden zich onderwerpen aan de bevelen van de overheid. Militairen zouden zich ‘als helden’ in krijgsgevangenschap moeten laten wegvoeren. Ds. Van de Graaf is – net als zijn leermeester prof. dr. Hugo Visscher – onder de indruk van de Duitse cultuur.

Godsgezant

Opvallend genoeg zijn ook in Vinkeveen niet-hervormden eerder anti-Duits. Vinkeveense gereformeerden en rooms-katholieken zetten hun schouders onder het verzet, terwijl NSB’ers ter plaatse ’s zondags nagenoeg allemaal een plekje in de Hervormde kerk aan de Herenweg zoeken. Vermoedelijk vonden ze voor zichzelf een rechtvaardiging in het standpunt van prof. Visscher en van ds. G.H. Kersten van de Gereformeerde Gemeenten, zegt P.A. van Golen (81), lid van de hervormde gemeente en jarenlang betrokken bij de Historische Vereniging in Vinkeveen. Beide mannen hadden volgens hem veel invloed in de hervormde gemeente. ‘Plaatselijke hervormden zagen in navolging van hun leiders Hitler als een godsgezant die tegen het communisme moest optrekken. Ze schaarden zich niet zozeer achter Mussert, maar werden gedreven door angst voor het communisme. De NSB was de partij die bepaalde denkbeelden zou kunnen realiseren.’ Misschien hoeft het dan niet te verbazen dat de vier in het dorp ondergedoken Joodse kinderen veilig zijn.

‘Hallo’

Leidinggevende Vinkeveense NSB’ers zijn na de oorlog opgepakt en in kamp Amersfoort geïnterneerd. ‘Toen ze terugkwamen, groetten ze hun dorpelingen met een ‘Hallo, leuk je weer te zien’ en namen gewoon hun plek weer in,’ aldus Van Golen. ‘Het was zoals het was. Vinkeveners zijn vriendelijke mensen, die elkaar accepteren. Een hechte gemeenschap die tegen een stootje kan. Als we er destijds grappen over maakten, voelde niemand zich bezeerd. Ik vind dat een sterke kant van het dorp.’ Toch is niet alles na de oorlog koekoek één zang in hervormd Vinkeveen. Kerkenraad en kerkvoogdij maken het elkaar lastig. Feit is dat er na het vertrek van ds. Van de Graaf in 1948 niet minder dan 32 beroepen nodig zijn voordat ds. T. Langerak in 1954 de pastorie betrekt.

Als zo’n vijftig jaar later ds. M.F. van Binnendijk als predikant in het dorp wordt bevestigd, speelt het NSB‑verleden van de hervormde gemeente geen enkele rol. ‘Ik heb nooit iets van wraak gemerkt, ook niet van schuldgevoelens. Het lijkt erop dat het dorp de oorlog had overleefd en daarna de draad zo goed als mogelijk weer oppakte, met de idee: Het is voorbij.’

Vooruitkijken

Ook in Hedel nemen hervormden die in de oorlog fout zijn na de bevrijding als vanouds hun plek in de kerk in. Dat levert volgens gemeentelid Van Driel nauwelijks ongemakkelijke situaties op. ‘Van beide kanten zwegen families. Ze wilden verder en keken het liefst vooruit. Ik heb nooit gemerkt dat families in de kerk of in het dorp elkaar na de oorlog niet meer aankeken. Ze waren verzoeningsgezind,’ aldus Van Driel, die in zijn dertig jaar kerkenraadslidmaatschap talloze huisbezoeken aflegt. ‘Ongetwijfeld was het in het begin spitsroeden lopen.’ Later worden gewezen NSB’ers ook gekozen tot kerkenraadslid.

Mogelijk versterkt de gezamenlijke wederopbouw de vergevingsgezinde en toekomstgerichte houding. Het dagelijkse leven in Hedel bestaat na de oorlog uit opbouwen. Na acht maanden frontgebied te zijn geweest is het dorp voor negentig procent verwoest, inclusief het kerkgebouw. Cruciaal daarbij is dat geen dorpelingen verraden zijn. ‘Er is schaamte, het is een zwarte bladzijde. Maar ik heb nooit gemerkt dat er later nog allerlei verhalen circuleerden. Bovendien, als je in een put roert, blijft hij stinken.’

Van Driel denkt dat wie ‘fout’ was dat in kleine kring zal hebben erkend. ‘Het is mij niet bekend dat dit in het openbaar is gebeurd. Wel heb ik van ds. Beens gehoord dat degene die hem had verraden hem om vergeving heeft gevraagd en dat ook heeft gekregen.’ Van betekenis zal zijn geweest dat NSB‑leden na de oorlog zijn gestraft. Ook Hedelnaars zijn een aantal maanden in interneringskamp Vuren opgesloten geweest.

Zwijgen

Ds. Oosten bewaart goede herinneringen aan zijn tijd in Hedel. Als gemeentepredikant wilde hij niet roeren in het verleden van zijn gemeenteleden. ‘Ik werd niet door negatieve gevoelens bezet. Ik deed mijn ambtelijke plicht. Vaak hoorde ik pas later van iemands achtergrond.’

Er is geen sprake geweest van een bepaalde verzoening in Hedel, zegt ds. Oosten. ‘Naar mijn indruk ging het leven van voor de oorlog na de bevrijding gewoon verder. Over die periode ertussen zweeg iedereen. Familieleden uit beide groepen kwamen bij elkaar op verjaardagen; het pijnlijke onderwerp werd gemeden, naar ik vermoed. In het pastoraat kwam het evenmin naar voren. Zelf benoemde ik rond Koninginnedag vanaf de preekstoel bewust hoe ons land van het tirannieke juk bevrijd was.’

Bij ds. J.T. Maas, momenteel predikant in Vinkeveen, komt het oorlogsthema in het pastoraat nu en dan wel ter sprake. ‘Dan blijkt telkens dat aanhangen van het NSB‑gedachtegoed niet hetzelfde is als Jodenhater of verrader zijn.’ Ds. Maas organiseerde vorig jaar een gemeentereis naar Israël. ‘Daar was veel animo voor. Velen wisten ook dat in Yad Vashem een bord hangt met ‘Vinkeveen – Joden niet gewenscht’. Ze schaamden zich daarvoor. In het gesprek kwamen veel dingen uit het verleden los, maar niet zozeer dat ik onderlinge verbittering ervoer.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

‘Fout’ dorp wil vooruitkijken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's