Ds. G. Clements, ds. J.J. van Eckeveld en ds. P. Mulder (red.) Het onfeilbare Woord. Een theologische verkenning (Semper Reformanda Reeks, deel IIA). Uitg. de Banier, Apeldoorn; 279 blz.; € 29,95.

De auteurs van dit boek (niet de redactieleden van de Semper Reformanda Reeks, maar ds. W. Visscher, ds. J. Schipper, L.J. van Belzen MA en drs. B. van Ojen) betonen zich eensgezind in hun nadrukkelijke en onverkorte erkenning van de Bijbel als Woord van God. Vanuit deze overtuiging geven ze een globaal, maar correct overzicht van de klassiek-gereformeerde visie op algemene en bijzondere openbaring, het gezag en de eigenschappen van de Heilige Schrift, de inspiratie en de canonvorming.

Brede aandacht krijgt het zelfgetuigenis van de Schrift. Het unieke gezag van de Bijbel berust op de goddelijke oorsprong van het Boek der boeken en geldt zowel in formele als in materiële zin. Dankzij het inwendige getuigenis van de Heilige Geest komt het in ons leven tot erkenning van dit gezag, maar de subjectieve ervaring is niet het fundament van het schriftgezag.

Confrontatie met afwijkende opvattingen vindt herhaaldelijk plaats. Zo wordt ruime aandacht besteed aan de gedachten van onder meer H. Berkhof, G.C. Berkouwer en de auteurs van de Christelijke dogmatiek, G. van den Brink en C. van der Kooi. Er is zeker gepoogd de diverse opvattingen goed weer te geven, maar de intenties van de betreffende theologen komen niet altijd tot hun recht. Er is gerede instemming met de benadering door J. Calvijn, de belijdenisgeschriften, de Synopsis purioris theologiae, Herman Bavinck, G.H. Kersten, C. Steenblok, J. van Bruggen, C. Graafland, J. van Genderen en W.H. Velema.

Het is van belang dat dit boek de realiteit van het spreken van God krachtig onderstreept. Dat is een waardevol en onmisbaar inzicht, een ‘fundamenteel belijden’ (C. den Boer) dat in onze tijd steeds meer wordt betwist of onvoldoende gehonoreerd. God spreekt niet bij wijze van spreken, Hij spreekt écht.

De menselijke bemiddeling van de openbaring doet – onder de leiding van de Heilige Geest – op geen enkele wijze afbreuk aan het openbaringsgehalte van de Schrift. De bijzondere openbaring van God is weliswaar meeromvattend dan de Heilige Schrift, maar de Schrift is tegelijkertijd ten volle openbaring van God en niet slechts een menselijk, feilbaar getuigenis aangaande de openbaring.

De Schrift is dus zowel een selectie uit de bijzondere openbaring als de blijvende gestalte van de bijzondere openbaring. Iedere reductie van het Schriftgezag is daarom verwerpelijk. ‘Het gezag van de bijzondere openbaring alleen beperken tot het heil, doet tekort aan de reikwijdte van de Schrift voor het leven van alledag.’ (46) Het boek laat zich gemakkelijk lezen. Wel doet zich enige overlap voor tussen de verschillende hoofdstukken en treedt er een aanzienlijke redundantie op (hetzelfde wordt met andere woorden regelmatig herhaald).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen