Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Cultuurverschillen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Cultuurverschillen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een heuse cultuurschok kreeg dominee Kees van Ekris toen hij gedwongen was om met zijn gezin terug te keren uit Indonesië.’ Nederland en Indonesië: een groter contrast is bijna niet mogelijk. Ik geef hier een fragment weer van het bijzondere gesprek dat het Nederlands Dagblad met hem voerde. Naast allerlei persoonlijke zaken die grote impact hadden op zijn leven, gaat het in het gesprek ook over de secularisatie.

Nederlands Dagblad

Was de mentaliteit in Indonesië zo ontzettend anders dan hier?

In Indonesië is alles religieus. Ze zijn er hoofdzakelijk islamitisch natuurlijk, maar iedereen gelooft daar. God is overal. Ik heb daar gezien wat het lezen van de Bijbel met mensen kan doen, bijvoorbeeld hoe de profeet Jesaja weerklank vindt bij studenten uit Papua. Zij kénnen de corruptie en het machtsmisbruik waar Jesaja het over heeft. Wat me ook heeft getroffen, is de aandacht waarmee geleefd wordt, de vriendelijkheid. Sommige mensen hadden níks, maar ze waren vrolijk. Ik ga Indonesië niet verheerlijken, want er is veel loos. Maar ik heb mij daar weleens een leeg, westers mens gevoeld.

En toen kwam u terug in Nederland…

In Nederland moet je vechten om te geloven, tegen een atmosfeer die we allemaal inademen, tegen ongrijpbare machten die je aandacht en je leven opeisen. De Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer zegt dat profeten de ervaring hebben dat ze ‘ins Leere reden’, in de leegte praten, omdat het niet landt wat ze zeggen. Ik denk dat veel voorgangers dat herkennen.

Ik heb op een christelijke school gezeten. Driekwart van mijn oude klas gelooft niet meer. Wat is er misgegaan? Je ziet nauwelijks nog mensen die de deuren van de kerk hard achter zich dichttrekken. Het geloof verdwijnt gewoon stilletjes. Ik had in Breukelen een jongere in de kerk, van wie een klasgenoot door een ongeluk overleed. Vreselijk natuurlijk. En op allerlei manieren werd hij - heel mooi - ook in de klas herdacht. ‘Ging het ook over God?’, vroeg ik na afloop. ‘Nee’, zei hij. ‘Weet u, ik heb dat helemaal niet gemist.’ Geen gebalde vuist, geen vloek, geen gemis. Het is eenvoudig voorbij. We hebben ons leven aan andere dingen gegeven. En nu liggen we als een stel dode vissen op het strand, we laten ons kapotmaken door ons werk, door amusement, door eenzaamheid, door een eeuwige competitie met elkaar en met onszelf, door duizenden verlangens naar duizenden dingen.

Waarom raakt dat u zo persoonlijk?

Ik vind het vooral een raadsel waarom het niet méér mensen raakt. Een week of drie geleden is de protestantse gemeente waar wij in mijn studententijd in Arnhem meeleefden, definitief gestopt. Dat gebeurt niet zo vaak, hoor. Meestal fuseren gemeenten voor die tijd. Dan zit de kerk weer even vol, en hoeven we die pijn even niet zo te ervaren. Maar deze gemeente moest stoppen. Ze waren al een tijdje nog maar met z’n twintigen over, en nu ging het niet meer.

Ik was een paar jaar geleden al bij de dienst waarbij we het kerkgebouw verlieten, toen ouderling Sjors met zijn krukken, moeizaam lopend, de paaskaars naar buiten droeg – gevolgd door iemand met een rolstoel die de kanselbijbel op schoot had. Ik moest huilen toen dat gebeurde. En ik voelde me ook trots dat ik daarbij hoorde. Sindsdien kerkten ze in een cultureel centrum. Dit waren heel gewone gelovige mensen. Niks hips, een doorsnee protestantse gemeente. En die stopt ermee. Daar heb ik pijn van.

Nader Bekeken

In Nader Bekeken (uitgave van de stichting Woord en Wereld) stond een opmerkelijk interview met zendingspredikant en gemeentepredikant ds. Erik van Alten. Ds. Van Alten komt uit Zuid-Afrika, studeerde in Kampen, werd uitgezonden door een Nederlandse stichting en werkt in Oekraïne. Een bijzonder verhaal. Op de website van de Stichting Oekraïne Zending lees ik dat Oekraïne Zending een regionaal samenwerkingsverband is van Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) uit de provincies Gelderland en Flevoland rond zendingsprojecten in Oekraïne. Ds. Van Alten werd in 2005 predikant in de Vrye Gereformeerde Kerk Maranata in Pretoria. Na ruim zeven jaar kreeg hij de vraag om als docent te gaan werken aan het seminarie van de Oekraïens Evangelisch Gereformeerde Kerken (UERC) in Kiev.

Op 31 juli 2013 landden we op Borispol luchthaven in Kiev, waar collega Henk Drost en zijn vrouw Ria ons opwachtten. Het was een warme zomerdag. Ik herinner me die eerste avond heel goed (…). Ik stond op de stoep en keek uit over de stad. En ik dacht bij mijzelf: waar zijn we aan begonnen? Als ik nu terugkijk, waren die eerste dagen heel surreëel. Het is maar goed dat we toen nog niet wisten wat er allemaal op ons af zou komen – hoe moeilijk het zou zijn om te taal aan te leren en dat er nauwelijks drie maanden na onze aankomst een revolutie zou uitbreken (…).

Kun je ook iets vertellen over de kerk in Oekraïne en over de opleiding waarvoor je werkt, in verband met de verhouding van kerk en staat?

Als zeven- of achtjarige kreeg ik met Kerst in de kerk een boek van Leo Tolstoi, met de Afrikaanse titel Die Kosakke. Nooit had ik kunnen denken dat ik zelf 25 jaar later in de Tolstoistraat in hartje Kiev zou wonen. Bijna zeven jaar hebben we hier mogen wonen. Het heeft een diepe indruk op ons gemaakt – uiteraard het werk zelf, maar vooral ook de bredere politieke en godsdienstige geschiedenis en omstandigheden.

Je moet het werk in de kerken en aan het seminarie niet isoleren van de orthodoxe en communistische geschiedenis en nog minder van de huidige politieke omstandigheden. De Maidan-revolutie van 2013/14, de terugname van de Krim door Rusland, de oorlog in Oost-Oekraïne, de duizenden vluchtelingen in het oosten, MH 17, de presidentsverkiezingen van 2019 – het heeft alles met de kerken te maken. De kerken worstelen met de vraag hoe ze op dit alles moeten reageren. Ze hebben vragen over de relatie met Rusland en over de rechtvaardigheid van de oorlog in Oost-Oekraïne.

Ik herinner me nog dat wij als seminarie in 2015 besloten een eigen theologisch tijdschrift te starten. Het eerste nummer ging over oorlog – heel relevant op dat moment. Vanuit de theorie van de rechtvaardige oorlog schreef ik toen een artikel waarin ik nadacht over de oorlog in Oost-Oekraïne en tot de conclusie kwam dat Oekraïne gerechtvaardigd was om deze oorlog tegen Rusland te voeren. Tot op vandaag krijg ik nog mails van een man uit Rusland die meent dat ik naar de hel ga, omdat ik volgens hem in dat artikel leugens verkondigde.

Aan de andere kant kunnen de Oekraïners over dit alles ook heel luchtig zijn, zelfs humoristisch. Poetin lokt vaak meer lol uit dan serieuze gesprekken. Het is kenmerkend voor een volk dat geleerd heeft te leven met wat zich voordoet.

Ds. Van Alten keerde in 2019 terug naar Zuid-Afrika en is nu in Pretoria aan een gemeente verbonden. Vijf keer per jaar gaat hij terug naar Kiev om college te geven.

De twee bijdragen laten iets zien van heel verschillende situaties waarin de kerk zich bevindt. We kunnen wel zeggen dat het per land verschilt. Er is wijsheid voor nodig om onder heel verschillende omstandigheden kerk te zijn. Je zou denken dat het in een land waarvan je de taal niet spreekt en de cultuur niet kent veel moeilijker is om predikant of docent te zijn dan in je eigen land, waar alles vertrouwd is. Maar het omgekeerde kan ook het geval zijn, zoals blijkt uit het interview met ds. Van Ekris. Als ik hem goed begrijp, dan zegt hij niet dat de secularisatie een probleem is, maar wel dat we de secularisatie geaccepteerd hebben. De secularisatie hoort er inmiddels gewoon bij. Wie kijkt er nog van op? Dat heeft iets verlammends. Werken in zo’n context vergt veel energie, maar vraagt vooral om geloof en gebed, om de Geest van Pinksteren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Cultuurverschillen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's