Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geven en nemen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geven en nemen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik bad om deze jongen, en de Heere heeft mij gegeven wat ik van Hem gebeden heb. Daarom heb ik hem ook voor al de dagen dat hij op aarde is, aan de Heere overgegeven; hij is van de Heere gebeden. 1 Samuel 2:27-28a

We missen de daadkracht en moed om werkelijk te gaan staan voor wat we uit naam van God zeggen en verkondigen

Wat is het mooi wat Hanna zegt over de verhoring van haar gebed om een kind. Haar woorden zijn vol geloof en vertrouwen dat dit het enige juiste is.

Het is góed om je kinderen op te dragen aan de dienst in Gods Koninkrijk. Het is goed om te beseffen dat hun leven van Hem is. Er wordt hier dan ook even geen ruimte gegeven aan uitweidingen over het verdriet dat Hanna moet hebben gehad. Er wordt hier met geen woord gerept over de psychische spanningen die dit Hanna moet hebben gekost. Alsof daarmee gezegd wordt: dat past hier niet, niet bij de inlossing van deze gelofte.

Vetpot

Ik vind het een verademing dat het sentimentele hier even helemaal ontbreekt en dat de gevende, offerende liefde uitloopt in de vreugde: in de lofzang van Hanna, gezongen bij de priesterwijding van iemand die nieuw vuur zal voortbrengen. Iemand die als de oudtestamentische Johannes de Doper de weg zal openen voor de messiaanse koning.

Zover ís het nog niet. En je kunt je hier ook afvragen of het ooit wel zover zál komen. Tenminste, als je kijkt naar het geestelijke klimaat waarin de kleine Samuel terechtkomt. Met een ontluisterende directheid wordt verteld over de zonen van Eli, Hofni en Pinehas. Officieel zijn ze priesters, maar ze worden beschreven als inhalige mannen, die zijn teruggekeerd naar de Egyptische vleespotten. Deze ‘priesters’ hebben van de heilige offerdienst letterlijk een vetpot gemaakt, waaruit ze met hun grote vorken het beste vlees staan weg te prikken.

Er wordt een enorm contrast geschilderd tussen Hanna en Samuel aan de ene kant en Hofni en Pinehas aan de andere kant. Enerzijds de gevende, offerende liefde voor God en anderzijds de nemende, egoïstische bevrediging van de eigen behoeften.

Zittend

Eli zwalkt daar wat tussenin. Je kunt hem niet zonder meer in de categorie van Hofni en Pinehas plaatsen. Eli ziet wat er aan de hand is. Hij zegt daar ook wat van met wijze woorden, maar de daadkracht ontbreekt. Het blijvende waarschuwingen zonder consequenties. Eli staat niet voor wat hij zegt. Hij wordt in 1 Samuel dan ook consequent zíttend ten tonele gevoerd. Hij zit op zijn stoel bij de deur – om er uit eindelijk achterover vanaf te vallen en zijn nek te breken.

Misschien vind ik het beeld dat van Eli geschetst wordt nog wel beklemmender dan het beeld van Hofni en Pinehas. Zeker met het oog op de toestand waarin de kerk vandaag de dag verkeert. We zien als kerk misschien nog wel wat er aan de hand is, we weten daar ook wijze woorden over te spreken en mooie rapporten over te schrijven, maar we missen de daadkracht en moed om werkelijk te gaan staan voor wat we uit naam van God zeggen en verkondigen. Ik vrees dat we wat dat betreft op bepaalde momenten naast Eli zitten.

Bestemming

Ik kan me voorstellen dat Hanna en Elkana het van te voren over de situatie in Silo gehad hebben, want zij wisten dit óók. Ze wisten heel goed dat alle offers die zij in Silo brachten, rechtstreeks op de eettafel van Eli en zonen terechtkwamen. Ik kan me ook voorstellen dat Elkana aan Hanna gevraagd heeft of ze het wel goed begrepen heeft. Of het werkelijk de bedoeling was dat ze hun kind in deze ongeestelijke omgeving zouden moeten achterlaten.

Ja, daar zullen ze het ongetwijfeld over hebben gehad en toch doen ze het. Toch brengen Hanna en Elkana hun Samuel naar Silo. Daar spreekt voor alles geloof uit. Het geloof dat God er ook nog is. Hij kan mensen bewaren in Zijn genade. Hij kan hen tot hun bestemming brengen, waar ze zich ook bevinden. Niet alleen in een kerk zonder vlek of rimpel, niet alleen in een gemeente waar alles op rolletjes loopt. Nee, ook in een kerk die onvolmaakt is, ook in een gemeente waar van alles op af te dingen is. Zelfs daar is God bij machte om mensen te laten groeien en tot hun bestemming te laten komen. Daar geloven Hanna en Elkana in. In dat geloof worden zij niet beschaamd.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Geven en nemen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's