Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Broze vrijheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Broze vrijheid

Toen bevrijd…, en nu dan? (2)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als we het vandaag hebben over ‘Toen bevrijd..., en nu dan?’, dan heeft dat vooral te maken met de rijkdom van het leven in een vrij land. Er is vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, enz. Maar die vrijheid is ook broos en wordt voortdurend aangevochten.

Psalm 126 geeft dat kernachtig weer. In die psalm wordt volop de bevrijding uit Babel bezongen. Als de gevangenen van Sion, na zeventig jaar ballingschap, Babel achter zich laten en lachend en aanstekelijk juichend en zingend terugkeren naar hun land, lijkt het wel een droom. Zelfs de heidenvolken hebben dan door dat de Heere grote dingen bij het volk Israël gedaan heeft.

Tegenwoordige tijd

Wat opvalt in Psalm 126 is dat we hem niet alleen moeten lezen als een document uit de geschiedenis van de vaderen. Meteen aan het begin staan de woorden ‘waren wij…’ (hajinoe) ‘Waren wij als mensen die droomden.’ De werkwoordsvorm die in het Hebreeuws gebruikt wordt, vertalen we meestal in de verleden tijd. Maar we kunnen die ook vertalen in de tegenwoordige tijd. En zelfs profetisch, in de toekomende tijd (als perfectum profeticum). Dat betekent dat deze psalm dus ook helemaal over nu en over ons gaat.

Als de dichter zingt dat de Heere grote dingen bij ons gedaan heeft, hoeven we dat niet alleen maar te betrekken op wat er plaatsvond ten tijde van de bevrijding uit Babel. Nee, dan kunnen we deze psalm ook helemaal lezen in het licht van de bevrijding in 1945. Toen heeft de Heere grote dingen bij óns gedaan en waren wíj verblijd.

Wat waren we verblijd – maar ook geschokt (!) – toen eind januari 1945 Auschwitz werd bevrijd, toen de eerste ‘gevangenen van Sion’ terugkeerden uit de kampen, toen ze elkaar omhelsden en lachten en huilden tegelijk, toen de Canadezen op hun tanks ons land binnen reden. Hoe verblijd waren we niet toen het volk Israël in 1948 een eigen staat kreeg.

Omkeer

Voor het volk Israël leek de vrijheid, na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap, niet meer stuk te kunnen. Maar de werkelijkheid was weerbarstiger. De ene teleurstelling volgde op de andere. De herbouw lukte niet, enzovoort, enzovoort. Geen wonder dan ook die roep, dat gebed naar Boven, in Psalm 126:4: Heere, breng een omkeer in onze gevangenschap.’ Die roep was er ook na 1945. Na de eerste euforie kwamen de tegenslagen en de teleurstellingen.

- Veel van de bevrijde mensen uit de kampen worstelden met grote psychische problemen.

- Een groot deel van Europa werd opnieuw geknecht.

- Er kwamen politionele acties.

- Allerlei beulen hebben jarenlang vrij rondgelopen, zonder dat er recht gedaan werd.

- De dag nadat de Joodse Staat werd geproclameerd, werd die door de omringende volken aangevallen.

Psalm 126 confronteert ons met het harde gegeven dat vrijheid broos is en ons zomaar weer kan ontglippen. Die oude roep om een vernieuwde bevrijding is ook voor ons veelzeggend: Heere, breng een omkeer in onze gevangenschap...

Met dat gebed, die roep naar Boven, is nog iets bijzonders aan de hand. Voor ‘omkeer’ wordt het werkwoord sjoev gebruikt. Dat woord vertalen we in de regel met ‘bekering’. Voor echte vrijheid is bekering nodig.

Net na de oorlog leek die bekering in ons land ook werkelijk door te breken. Het leek er even op dat er een geestelijke opleving kwam. De kerken zaten vol. Velen ervoeren de vrijheid als geschonken vrijheid. Het was echter van korte duur.

Troost

Vanuit alle stress, alle onzekerheid, alle zorgen die er zijn, ja heel die ‘gevangenschap’ waar Psalm 126 het over heeft, begrijpen we die huilende, zaaiende boer heel goed. En begrijpen we onze boeren soms ook heel goed en met hen al degenen die door de huidige crisis nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden.

Toch heeft die huilende, zaaiende boer ook een machtige troost. Hij verwijst namelijk naar Christus, de Bevrijder, Die Zelf gemaakt werd tot de Gevangene van Sion. Hij was echter ook de Zaaier bij uitstek, Die Zelf Zaad werd – het tarwezaad uit Johannes 12. Ten diepste is ook Hij als Zaad gezaaid – door de Vader Zelf, Die Zijn geliefde Zoon wegschonk aan vijandige wereldgrond. Hoeveel tranen moet dat de Vader gekost hebben.

En de Zoon, Die Zaad werd? Voordat Hij gezaaid werd in de dodenakker, heeft Hij de aarde doordrenkt met Zijn tranen in Gethsémané en met Zijn bloed op Golgotha. Met dat ene offer heeft Hij hen die geheiligd worden, in eeuwigheid volmaakt (Hebr.10). Ja, door dat ene offer heeft Hij voor hen de eeuwige vrijheid gegarandeerd.

Dat Zaad kon niet alleen blijven. Vanuit de aarde waarin het Zaad Christus werd gezaaid, kwam Het omhoog. Op de Paasdag, met gejuich. Toen Hij veertig dagen later ten hemel voer – wat droeg Hij toen bij Zich voor Zijn Vader? Toen had Hij ook heel die gevangenis als oorlogstrofee bij Zich. Maar Hij toonde de Vader bovenal de oogst: al diegenen voor wie Hij Zijn bloed had gegeven. Toen waren er geen tranen, maar gejuich, als voorbode van het binnengehaald worden in de hemelse Schuur. De eeuwige vrijheid tegemoet…

Bekering

We zijn vrij. Maar zijn we ook werkelijk bevrijde christenen? Delen we in de vrijheid van de kinderen van God? Het mag duidelijk zijn dat de roep om een omkeer, een bekering, nog steeds hard nodig is en dat vrijheid broos en aangevochten blijft. In het volgende artikel werk ik dit uit in vier punten.

Ik ga dan niet in op de geestelijke onvrijheid of een geloofsleven dat zo gesloten kan zijn. Omdat ik keuzes moest maken, laat ik het hele terrein van het occulte, waar in de gereformeerde gezindte wel eens te weinig aandacht voor geweest is, ook liggen. Denk aan al die geesten die zorgen voor gebondenheid en onvrijheid, terwijl daar waar de Geest van de Heere is, vrijheid is.

Wel aan de orde zullen komen: de coronacrisis, arbeid, techniek en geluk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Broze vrijheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's