Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambassadeur voor God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambassadeur voor God

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo en zo heeft het meisje dat uit het land Israël komt, gesproken. 2 Koningen 5:4

Een tijdje geleden is er een nieuw dienstmeisje bij Naäman in huis gekomen. Als slavin moet zij daar huishoudelijke taken verrichten, de maaltijden bereiden en de vrouw van Naäman assisteren bij het aan- en uitkleden en bij het baden. Hoe ze heet, weten we niet.

Is het wel eens opgevallen dat er veel mensen in de Bijbel staan van wie we de naam niet weten? De hoofdman in Kapernaüm, de gevangenbewaarder in Filippi en zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen. In de wereld om ons heen erom gaat dat je naam zoveel mogelijk genoemd wordt. Artiesten kiezen soms zelfs voor een artiestennaam die mensen gemakkelijker kunnen onthouden. In de Bijbel gaat het lang niet altijd om je naam, maar om het getuigenis dat je nalaat. Een mooi voorbeeld daarvan is het Joodse meisje in het huis van Naäman.

Weg toekomstdromen

Waarschijnlijk was ze opgegroeid ergens in Noord- Israël en is ze op een dag als alle anderen door de Syriërs tijdens een van hun rooftochten op een gruwelijke wijze ontvoerd. Volstrekt vreemde mannen hebben haar gevangen, meegenomen en in een totaal onbekende omgeving neergezet. We weten natuurlijk niet hoe oud dit meisje was toen dat gebeurde – zeg dat ze een jaar of tien was – maar we kunnen ons voorstellen dat zoiets geweldig ingrijpend is. Het ligt voor de hand dat het meisje als slavin is verkocht op de markt in Damascus. En zo was ze als hulp in de huishouding bij Naäman in huis terechtgekomen. Weg toekomstdromen, haar leven is in één klap onderuitgehaald.

Je kunt je helemaal voorstellen dat dit meisje vol zou zitten met wrok en haat tegenover haar ontvoerders én tegenover Naäman. Dit zijn de mensen geweest die haar jeugd op zo’n brute en onmenselijke wijze kapot gemaakt hebben. In haar hart had ze kunnen denken: ‘Net goed voor hem dat hij ziek is. Dat is Gods straffende hand over zijn leven. Dat heeft hij verdiend. Voor mijn part waren alle Syriërs melaats.’ Maar in plaats van haat komen we liefde en bewogenheid tegen. Dit meisje gunt haar meester – die toch verantwoordelijk is voor haar ellende – ondanks dat alles het allerbeste. Haar hele houding is daarin voor ons al een spiegel. We zijn als christenen immers niet op deze wereld om te oordelen, maar om tot zegen te zijn. Het oordeel komt God toe. Wij mogen in navolging van Jezus Christus bewogen zijn over het lot van de mensen om ons heen en voor hen tot zegen zijn. Hoe velen zijn er om ons heen die de levende God niet kennen?

Getuige

Of het meisje gezocht heeft naar een goed moment om over Elisa te spreken weten we niet. Maar op het moment dat de gelegenheid zich voordoet, doet ze haar mond open. Ze laat haar hart spreken en vertelt de vrouw van Naäman over de profeet die in Samaria woont. ‘Ik ken een profeet, ik ken een God….’ Het blijkt dat ze ondanks de heidense omgeving waarin ze verkeert, het geloof in de God van Israël behouden heeft. En daar getuigt ze van. Dat betekende nogal wat voor haar. Stel dat Naäman de reis aanvaardde en niet genezen werd. Dat zou zijn woede opwekken en haar het leven kunnen kosten.

Hoe wist dit meisje dat Elisa bereid en in staat was om generaal Naäman te verlossen van zijn melaatsheid? Elisa had weliswaar allerlei wonderen verricht, maar nog nooit een melaatse genezen. In Lukas 4:27 lezen we immers: ‘Ook waren er veel melaatsen in Israël in de tijd van de profeet Elisa, en geen van hen werd gereinigd.’ Toch heeft ze een rotsvast vertrouwen in de profeet. Of is het in de God van de profeet?

Groot

In ieder geval leert deze geschiedenis ons dat het niet zo is dat je pas je geloof kunt belijden als je antwoord hebt op alle vragen. Dit meisje zal echt niet geweten hebben waarom God alles wat ze had meegemaakt in haar leven, zó had laten gebeuren. Haar getuigenis is ook niet bedoeld om de grootte van haar geloof te laten zien. Ze laat in haar belijdenis doorklinken hoe groot haar God is. Daar gaat het om. Ook als wij worden gevraagd om op de dag van onze openbare geloofsbelijdenis, maar ook in het leven van elke dag in deze wereld gezanten, ambassadeurs voor Christus te zijn en te getuigen van de hoop die in ons is (2 Kor.5:20; 1 Petr.3:15).

Het meisje laat in haar belijdenis doorklinken hoe groot haar God is

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Ambassadeur voor God

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's