Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zal het ervan komen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zal het ervan komen?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ik zag in de rechterhand van Hem Die op de troon zat, een boekrol, van binnen en van buiten beschreven, verzegeld met zeven zegels. Openbaring 5:1

Zal het ervan komen, de hemel op aarde? Het kwaad overwonnen? God, Die alle tranen van de ogen afwist? En wij, zullen wij erbij zijn in smetteloos wit, gered uit het oordeel?

Als Johannes een verzegelde boekrol ziet in de rechterhand van Hem Die op de troon zit, worden die vragen nijpend. Berust wat hij zojuist heeft gezien – God, Die komt om recht te doen op de aarde – niet op een akelig misverstand? De boekrol bevat de geschiedenis van hemel en aarde en is van binnen en van buiten beschreven. Er kan geen letter meer bij. Alles wat te gebeuren staat, ligt erin vast. In het groot: de eeuwen, de jaren, de dagen. En in het klein: mijn levensverhaal.

Leed en verdriet

Toen de profeet Ezechiël een vergelijkbare rol zag, bleek die volgeschreven met weeklachten, klaagliederen en verzuchtingen (Ez.2:10b). Is het ook niet zo met deze boekrol? Immers, als je van een afstand kijkt naar de geschiedenis, zonder een letter te lezen, dan is dat toch wat zich direct aan je opdringt: de geschiedenis als een maalstroom van leed en verdriet. Wie dringt erin door? De boekrol blijkt verzegeld met maar liefst zeven zegels. Hij is gesloten voor ons verstand.

Tegelijk zijn die zeven zegels óók de handtekening van Hem Die de boekrol laat zien. In de raadsels van de geschiedenis bergt God Zijn plan. De tijd loopt zoals Gods vinger schrijft. Zijn bedoelingen, zoals die gelden in de hemel, willen zich doorzetten op aarde. Maar hoe?

Twee stenen platen

Niet voor niets doet de boekrol sterk denken aan de twee stenen platen met daarop de tien woorden van Gods trouw aan Israël en zó aan de wereld. Deze platen waren ook aan beide kanten beschreven met Gods eigen handschrift. Mozes bracht ze vanaf de Sinaï mee naar beneden, maar gooide ze aan de voet van de berg alweer kapot (Ex.32:16,19). De macht van het ongeloof breekt Gods beloften letterlijk stuk. Hoe zet Gods wil, zoals deze geldt in de hemel, zich dán door in de geschiedenis van deze wereld? Wie garandeert dat het kwaad wordt uitgebannen en God Zijn schepping terugkrijgt, zoals Hij die voor Zich zag ‘in den beginne’? Een sterke engel slingert het door de ruimte, als een vraag aan ons mensen: ‘Wie is waardig, de boekrol te nemen en zijn zeven zegels te verbreken?’

‘Ik huilde erg’

Johannes kijkt, maar ziet niemand. Niemand! De tranen lopen hem over de wangen van schrik. Is er dan werkelijk niemand die licht in de duisternis schept? ‘Ik huilde erg’. (vs.4a)

In dit verdriet van Johannes komen heel wat tranen bijeen: van onze worsteling met het kwaad, met het ‘waarom’ van het lijden, met het vele onbegrepene en zinloze, met het onrecht. Maar ook met het eigen geweten, want wie kan zeggen dat hij geen schuld heeft aan de greep van het kwaad?

Johannes huilt. Zelfs als getuige van Jezus Christus is hij niet in staat de belofte van Gods genade en trouw te blijven zien in geloof. En wat te denken van de zeven gemeenten aan wie hij een brief heeft geschreven? (Openb.2,3). Als ze niet op hun hoede zijn, worden ze ingepakt door de afgoden van hun tijd, de duisternis van hun eeuw.

Daarom huilt Johannes ten diepste om God. Is het dan echt zo droevig met de wereld gesteld dat het zelfs de gemeente aan krachten ontbreekt om de komst van Gods Koninkrijk gestalte te geven? ‘Ik huilde erg.’ Je moet niet te snel zeggen dat het vast allemaal wel goed komt. Als het van ons afhangt, komt het niet goed.

Weduwe

Johannes’ tranen zijn karakteristiek voor de kerk. Want is zij niet als een weduwe, die van haar bruidegom is beroofd? ‘Door dat gemis is zij zichzelf niet, is zij maar een half mens; neen, minder dan dat! Zij voelt zich berooid, ontluisterd, armzalig.’ (W. Aalders)

Maar juist zó zijn wij in de wereld tot getuige geroepen. Wij delen volop in de nood van de wereld. De kerk zelf is Christus niet. Maar omdat wij hebben gehoord – en steeds weer moeten horen – dat Hij komt, blijven wij door onze tranen heen hopen.

Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer,

daal, Heiland, uit uw hemel neer.

Ruk open, rijt ze uit het slot,

de hemeldeuren, Zoon van God.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Zal het ervan komen?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's