Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jodenredders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jodenredders

Wie zijn leven waagde, mag niet vergeten worden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is een geslacht opgestaan ‘dat Jozef niet meer gekend heeft’: de redder werd vergeten. Gelukkig heb ik nog mannen gekend die in de Tweede Wereldoorlog honderden Joden hebben helpen redden. We mogen hen niet vergeten.

Juist toen ik in 1983 predikant in Amsterdam werd, verscheen het boek Jan Koopmans, dienaar tot de oogst van dr. G.W. Marchal. Wie was ds. Koopmans? Hij schreef in 1940 Bijna te laat! Met een interkerkelijk rekwest aan de bezetter was hij blij, maar moest je nu de verklaring tekenen dat je geen Jood bent? Als er dan Joden ontslagen worden, ben je medeverantwoordelijk. Erger: ‘Zij gaan eruit en zij gaan eraan’.

Heftig protest

Al voor 1940 hadden predikanten hier de Duitse kerkstrijd met de Barmer Thesen (1934) gevolgd: een getuigenis tegen ideologie in de kerk. Maar ‘Israël’ ontbrak. Daarna had Koopmans in Amersfoortse Thesen ook het Oude Testament verwerkt. Bij deportaties (1942) protesteerden de kerken heftig. En Koopmans gaf op het kerkelijk bureau Joden gefingeerde doopbewijzen. Zijn prediking in de Noorderkerk was diep en raak. Bij een schietpartij werd hij zelf geraakt.

En zijn theologie? Daarover kwam in... 2007 een studiedag met theologen van Apeldoorn, Kampen en hervormde kenners. Hoe zag Koopmans de Joden? De kerk kwam in plaats van Israël, maar ook: ‘God heeft dit volk lief’. Ds. Niels den Hertog promoveerde op Koopmans, stond op ‘zijn’ kansel en besprak zijn preken over Psalm 119: ‘Genezing uit onze halfslachtigheid’.

Ds. Smeenk

Nu de Jodenredders in Amsterdam. De gereformeerde emeritus predikant ds. B.D. Smeenk (1908- 2002) volgde de leerdiensten en ik bezocht hem op de Keizersgracht tegenover de oude VU. Zijn verhaal las ik in De Nederlandse kerken en de joden, 1940- 1945 (1990) van ds. J.M. Snoek en in diens autobiografie Soms moet een mens kleur bekennen (1992). Toen Smeenk in 1943 in Renkum intree deed, zocht hij onderduikadressen en kreeg er tachtig. Voor Joden bleek dat moeilijker, maar was het urgenter.

Voor zijn komst hadden twee Jodinnen zich verdronken, omdat zij nergens welkom waren. Ook was er een staking geweest. Dat ds. Smeenk de NSBburgemeester aansprak, verraste Snoek. Snoek hielp ds. Frits Slomp van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers, die met 1500 vaak kerkelijke medewerkers 400.000 mensen hielp. ‘Door de inzet van Smeenk voor de Joden ben ik bij de kerk gebleven’, zei Snoek mij na de begrafenis van ds. Smeenk.

J.W. van Hulst

Een andere Jodenredder is de Amsterdammer J.W. van Hulst (1911-2018). Deze had godvrezende ouders, was onderwijzer en werd onderdirecteur op ‘zijn kweekschool’. Toen de bezetter de subsidie stopte, ging hij vragen of hij toch dóór mocht. De hervormde kerkenraad stelde zich garant voor de salarissen. ‘Een Godswonder’. Zo kon de school ook kinderen helpen redden van Joodse ouders die werden weggevoerd. Deze tragedie staat in de historische roman De Crèche (2020). De directrice daarvan vroeg ruimte aan de kweekschool.

Studenten smokkelden kinderen weg. Toen bij examens een gecommitteerde hoorde huilen, wist zij genoeg en ging helpen.

Het kleuter-Cheider in Buitenveldert is naar Van Hulst genoemd en hij introduceerde mij daar. Hij had de niet-Joodverklaring getekend, want anders werd je als Jood behandeld (dominees waren geen ambtenaren, zij hoefden de verklaring niet te tekenen). Zijn verhaal staat in Johan W. van Hulst, pedagoog, politicus, verzetsman (2015). Toen ik daarin aandacht voor Jan Koopmans miste, vroeg ik: ‘Hebt u die niet gekend?’ ‘Met alle respect – Koopmans gaf pas doopbewijzen toen het voor tien kinderen te laat was...’ Het speet Van Hulst dat hij maar vijfhonderd kinderen had kunnen redden; bij de sluiting van de crèche kon hij er slechts enkele uitkiezen. Hij moest onderduiken.

Doorwerking in Israël

Werkte hun inzet dóór? Ds. Smeenk ging in Jeruzalem arbeiden en verwachtte bekering, omdat het Evangelie de wereld bijna rond was. Dat staat in Opvattingen in de GKN over het Jodendom, 1896-1970 (1996) van dr. G.J. van Klinken. Ik las hem dat voor. Smeenk zag openingen voor het Evangelie onder intellectuelen. Hij was voor de oprichting van een christelijke kibboets, maar toen christen-Joden niet mochten meedoen, schokte hem dat: zwijgen over je Heiland?! De kibboets Nes Ammim werd omslagpunt in de Gereformeerde Kerken: opvattingen over oordeel en Jodenzending vielen weg. Deze geweldige omslag kon Smeenk niet meemaken. In zijn boek Jeruzalem, lofzang of roestige pot (1984) beschrijft hij een en ander van binnenuit. Zijn volgeling Snoek werkte in Tiberias en weerlegde in het Israëlische parlement, de Knesset, de opvatting dat de kerk bij de Shoah zou hebben gezwegen. Hij wist beter.

Protesten te laat

En Van Hulst? Hij promoveerde aan de VU in de pedagogiek bij prof. Waterink. Hij gaf gastcolleges in Berlijn en Tel Aviv. Als senator van de CHU/CDA opponeerde hij scherp maar kon met elke premier overweg, behalve met Den Uyl... Om zijn inzet voor Joden kreeg hij een Yad Vashem-onderscheiding (1972). Hij getuigde daarbij van zijn christelijke motief.

Zijn Treinen naar de hel (1983) verdedigt het dagboek van de Joodse Etty Hillesum. Bij het hoofdstukje ‘De theologie vóór Auschwitz’ prijst hij Barths verzet, maar niet de hervormde synode, die haar leden onkundig liet. ‘Daarom is het des te verheugender dat veel kerkleden zich gelaafd hadden aan de geschriften van hervormden als Berkhof, Buskes, Miskotte’ en anderen. Synodale geschriften over Joden waren er vele maar die verwerkten Hitlers Mijn Kampf niet. Tien rekwesten richtten zich tegen allerlei maatregelen, maar in 1943 ging het tegen het vernietigingssysteem zelf. Echter, dat was te laat. Als een op de honderd Nederlanders een Jood had verborgen, was de Joodse gemeenschap gered. De Hervormde Kerk liet (de weinige) NSB-dominees begaan.

In zijn boek Kerkelijk antisemitisme (1990) zegt Van Hulst: ‘De schuld van de Hervormde Kerk bleek groter dan zij tot nog toe heeft vermoed.’ Als voorbeeld noemt hij een Haagse dominee van 1919, een notoire antisemiet, en vooral Theologians under Hitler van R.P. Ericksen, 1985. Israëls premier Netanyahu gaf de bejaarde Jodenredder een Hebreeuwse bijbel, die hij mij trots liet zien – al noemde hij hem geen vriend. Bij ‘De wereld draait door’ op 5 mei 2011 sprak hij desgevraagd over de dood met ‘de enige troost in leven en sterven’. Op zijn begrafenis werd zijn oorlogspsalm gelezen: Psalm 91.

Averechts effect

Waaróm protesteerden de kerken tegen anti-Joodse maatregelen? Omdat ze in strijd waren met de christelijke barmhartigheid en ter wille van christen- Joden, sprak het convent van zeven kerken uit: ‘Eindelijk worden de kerken op het diepst ontroerd, omdat het hier betreft het volk, woraus der Heiland der Welt geboren ist en dat het voorwerp is van de voorbede der Christenheid, damit es lerne sich zu seinem Herrn und König zu bekennen.’

Toen de Rooms-Katholieke Kerk het verzet van de protestanten volgde, merkte aartsbisschop De Jong het omgekeerde effect: dan werden juist ook christen-Joden aangepakt. Daarom is de rooms-katholiek geworden Jodin Edith Stein uit een klooster gehaald en vermoord. De Joodse schrijver P. Lapide bevestigt dat. In Nederland hebben de kerken het meest geprotesteerd, maar juist hier zijn ook de meeste Joden gedeporteerd. Protesten werkten averechts. Geen woorden maar onderduikadressen waren nodig.

Bij de bevrijding preekte dr. Miskotte over ‘Gods vijanden vergaan’. Niet ónze vijanden. Het ging ook niet om ons eigen leed, hoe erg ook, maar om die vreselijke Jodendeportaties. Miskotte erkende veel wegkijken, maar dankte God bovenal voor het ontwaken der kerk. Volgens historicus G. Harinck waagden predikanten meer dan anderen met vergelijkbare beroepen hun leven voor Joden. Compenseert dat nu onze schuld? Dat niet. Maar evenmin mogen redders vergeten worden. In crisistijd inspireren zij ons.


Schuld

Een halfjaar geleden erkende de Protestantse Kerk schuld ten opzichte van de Joodse gemeenschap, omdat de kerk mede de voedingsbodem heeft bereid waarin het zaad van antisemitisme en haat kon groeien. Aan de vooravond van dodenherdenking brengen we mannen in herinnering die Joden en hun kinderen wel hielpen redden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Jodenredders

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's