Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Koning van Psalm 110

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Koning van Psalm 110

Dr. C.P. de Boer in proefschrift: Messiaanse uitleg vindt bij Jezus Zelf zijn begin

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is geen psalm waarnaar in het Nieuwe Testament vaker wordt verwezen dan Psalm 110. Opmerkelijk is dan dat de uitleg en interpretatie van deze psalm de eeuwen door veel vragen en problemen geeft. Ds. C.P. de Boer schreef er een proefschrift over.

Waarom verwijzen de schrijvers van de evangeliën en brieven zo frequent naar Psalm 110 en hoe leggen zij deze psalm uit? Zijn zij in hun interpretatie eenstemmig? Zulke vragen waren voor de christelijke gereformeerde predikant uit Sliedrecht aanleiding om zijn dissertatie te wijden aan deze materie.

Onderzoek

De schrijver – we wensen hem van harte geluk met het verkrijgen van de doctorstitel – biedt ons in Christos Sunthronos. Over herkomst en karakter van nieuwtestamentische verwijzingen naar de Griekse vertaling van Psalm 110 allereerst een overzicht van de stand van het onderzoek. Van beslissend belang is voor hem het onderscheid tussen de Hebreeuwse tekst en de Griekse vertaling, de Septuaginta. Na een literaire analyse van de psalm en een beschrijving van zijn plaats in het boek van de Psalmen volgt een exegese van de Griekse vertaling. Dit is de tekst zoals die door Jezus en door de nieuwtestamentische schrijvers is gebruikt.

Veel bijbelwetenschappers beweren dat in vroegjoodse geschriften van voor het ontstaan van het Nieuwe Testament Psalm 110 al messiaans gelezen wordt. Dat betekent dat in deze geschriften zou gesteld worden dat Psalm 110 al spreekt over de Messias. De Boer komt na zijn onderzoek tot de conclusie dat dit zeker niet het geval is. Een belangrijke vraag is dan verder: leest de Griekse vertaler Psalm 110 messiaans? In een uitvoerig en diepgaand gedeelte analyseert de schrijver de nieuwtestamentische teksten waarin verwezen wordt naar Psalm 110. De uitkomst van zijn onderzoek moet ons dan verder brengen inzake de herkomst, aard, functie en het onderlinge verband van de verwijzingen naar Psalm 110 in de evangeliën en brieven.

Messiaanse uitleg

Twee belangrijke conclusies worden getrokken: Jezus legt Psalm 110 uit volgens de toen gangbare exegetische regels. Hij sluit Zich aan bij de tekst en interpretatie van de Septuaginta. Het nieuwe is dat Hij de tekst messiaans uitlegt. Verder past Hij deze psalm op Zichzelf toe. Hier, bij Hem, en niet eerder, vindt de messiaanse uitleg zijn begin. Vervolgens werken Zijn leerlingen deze messiaans-christologische uitleg verder uit.

Tot de tijd van Jezus werd Psalm 110 niet-messiaans en historisch gelezen. De k(K)oning tot Wie de Heere in vers 1 spreekt, is Hijzelf, zo blijkt nu uit Jezus’ woorden. Hij verleent de tekst een messiaanse betekenis. Op deze wijze geeft Hij Zijn leerlingen onderwijs met betrekking tot de uitleg van andere gedeelten van het Oude Testament.

Hoe beknopt bovenstaande samenvatting ook mag zijn, ze kan ons in ieder geval doen aanvoelen dat dr. De Boer knopen doorhakt als het gaat over de verhouding tussen Oude en Nieuwe Testament. Mogen we het Oude Testament messiaans en christologisch lezen? Zo ja, hoe dan? Kunnen we ook te vlot zijn met ons messiaans lezen en verstaan? Als ik het goed zie, wil de auteur die laatste vraag met een duidelijk ‘ja’ beantwoorden.

Erg stellig

Wie de moeite neemt het werk van dr. De Boer te lezen – het vergt inderdaad wel enige moeite, maar een dissertatie is dan ook geen bundel meditaties – zal geen bezwaar hebben tegen mijn constatering dat de schrijver breed om zich heen gekeken heeft. De literatuurlijst is indrukwekkend en toont iets van de grondigheid van het geheel. Moeilijke vragen gaat de auteur niet uit de weg. Ook kan hem de moed om duidelijke standpunten in te nemen niet ontzegd worden.

Van dat laatste wil ik een voorbeeld geven. Het is een cruciaal moment als hij de vraag opwerpt of in de periode voor het ontstaan van het Nieuwe Testament Psalm 110 al dan niet messiaans werd gelezen. De meeste wetenschappers menen van wel, zo zegt de schrijver dan; hijzelf ‘eindigt echter met de conclusie dat in geen van de onderzochte teksten een verwijzing naar Ps. 110 voorkomt’. Hij heeft zijn argumenten voor deze conclusie, legt die ook op tafel, maar spreekt zich naar mijn mening wel erg stellig uit.

In lijn met dat laatste stelt De Boer bijvoorbeeld dat Jezus in Markus 12 de ‘in zijn dagen gangbare a-messiaanse interpretatie aan de orde stelt’. Dit overtuigt me niet, als ik het betreffende gedeelte lees. Richten de schriftgeleerden hun pijlen niet op Jezus, omdat Hij van Zichzelf zegt dat Hij de Koning van Psalm 110 is?

Prediking

Al lezend heb ik me afgevraagd hoe ik te preken heb over Psalm 110 zoals wij die voor ons hebben liggen in onze vertaling. Mogelijk is dat typisch een vraag van iemand die regelmatig uit het Oude Testament preekt en valt zo’n vraag buiten het kader van een dissertatie. Een dergelijke reactie zou ik wel enigszins kunnen begrijpen, en toch… Ik denk daarbij dan ook aan de opmerking van Calvijn, die stelt dat Psalm 110 luid roept dat geen andere uitleg dan de messiaanse mogelijk is. Hoe preek ik over deze psalm en hoe lees ik als eenvoudige bijbellezer dit gedeelte?

Het proefschrift leert ons nog eens te meer wat in de Reformatie weer scherp gezien werd: dat de verhouding van Oude en Nieuwe Testament van enorm belang is voor theologie en prediking. Mooi vind ik het woord van Luther helemaal aan het begin van het boek: ‘Psalm 110 is het hoogtepunt en de kern van de hele Schrift.’ Ik vermoed trouwens dat Luther sommige gedeelten van het werk van De Boer met instemming zou hebben gelezen, maar dat hij met zijn sterk messiaanse uitleg van de Psalmen af en toe ook boos was geworden.

Laten we intussen te midden van alle theologische vragen de kern van Psalm 110 niet vergeten: dat de Koning zit aan Gods rechterhand en dat aan Hem, ook in verwarrende tijden, de overwinning is. Hier vindt Zijn kerk troost.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De Koning van Psalm 110

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 2021

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's