De tabernakeldienst (229)

We schrijven geen bijzonder nieuws als we beweren dat op alle terreinen duisternis ligt, ook op Gods kerk. Maar wanneer we er aan denken dat Christus alle dingen, in het bijzonder alle gebeurtenissen jegens Zijn volk ten goede bestuurt, dan hebben we goed nieuws te schrijven. Christus regeert en dat is goed nieuws! Het zien op Jezus in de hemel, doet ons afzien van droevige gebeurtenissen op aarde en in Zijn kerk. Het is nodig om hier gedurig aan herinnerd te worden, daar we anders geneigd zijn het gezicht op Jezus te ver liezen en op bepaalde omstandigheden te zien, en evenals het volk van Israël te murmureren.

Jezus leeft en zit aan de rechterhand van God de Vader, en is gekroond met eer en heerlijkheid (Hebr. 2:9). Jezus heeft Zijn Kerk altijd in Zijn voorbede en blijft voor haar zorgdragen. Jezus houdt het roer stevig in handen, en leidt het levensscheepje van Zijn Kerk bekwaam en veilig door alle gevaren en stormen heen naar de hemelse ankerplaats. Als de reis ten einde is, is er ook een einde aan alle lijden, onzekerheden en beproevingen, en geeft Hij hen de volmaakte rust (Hebr. 4:9). Zolang de beproefde en bedroefde christenen op aarde zijn, heeft Christus hen in Zijn voorbede en blijft Hij voor hen zorgdragen. Zie, dit bijzondere voorrecht beeldde de ’gouden krans’ af die boven op het gouden reukaltaar was bevestigd.

De drie gouden kransen

Van de zeven bijzondere meubelstukken of voorwerpen die in het heilige en het heilige der heiligen stonden, waren er drie met gouden kransen of kronen versierd. De eerste krans was rondom het verzoendeksel van de ark, waarin de twee stenen tafelen werden bewaard (Exod. 25:11). Deze krans beeldde in het bijzonder af de heerlijkheid van Christus’ koninklijk ambt. De tweede krans was rondom de tafel met toonbroden (Exod. 25:24). Deze krans beeldde de gemeenschap van Christus met Zijn volk af, en het grote voorrecht om hen in de woestijn van dit leven met de delicatessen van Zijn tafel te verzadigen. We lezen hiervan in Psalm 103:4,5: Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden; Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends.

De derde krans was geplaatst op het gouden reukofferaltaar: En gij zult het een gouden krans rondom maken. Voor deze laatstgenoemde krans vragen we uw bijzondere aandacht.

De gouden krans rondom het reukaltaar

Deze krans beeldde de uitnemendheid van Christus en Zijn voorbede af, Die gekroond is met grote eer en heerlijkheid. Hoe uitnemend groot is de heerlijkheid van Christus dat Hem verschillende kronen worden toebedeeld! Christus werd door Zijn Vader gekroond met heerlijkheid, nadat Hij Zich op aarde zo diep had vernederd om de geschonden deugden te verheerlijken en de zaligheid voor Zijn volk te verdienen. Een ieder die weet uit welke grote nood en dood hij door Christus’ bloed verlost is, kroont en aanbidt Hem als zijn Zaligmaker.

Christus als uw Voorbidder bij God de Vader verzorgt en bewaart u zolang u op aarde bent. Straks zal Christus voor eeuwig door engelen en verlosten geëerd worden, als de volkomenheid van het hemelse Koninkrijk is gekomen waar Christus alles zal zijn en in allen. Vrienden, hoe waar is het wat de dichter van Psalm 132 zegt: ’Maar eeuwig bloeit de gloriekroon op het hoofd van Davids grote Zoon’. Christus zal de eerkroon dragen, en al Zijn volk zullen hun kronen voor Zijn voeten leggen, ofwel zij zullen Hem tot in eeuwigheid eren.

Begeerte om Christus te kronen

Als we dit alles zo schrijven, worden onze begeerten opgewekt om Christus te kronen en Hem te eren. Christus, Die op aarde Zich zo diep vernederd heeft, maar nu als Overwinnaar Zijn volk bijstaat die Zijn voetstappen drukken. Is het geen onbegrijpelijk wonder dat ontkroonde zondaars in Adam, niet alleen gekroond worden met het voorrecht van Zijn zalige gunst en gemeenschap, maar ook met de eer om voor Hem smaadheid, haat en hoon te lijden?

Christus werd op aarde gekroond met een doornenkroon, en werd in Zijn Koninklijke ambt bespot, opdat Zijn volk geheiligde doornen ontvangen die gedoopt zijn in Zijn bloed. Hoewel het volgen van Christus met het drukken van Zijn voetstappen vleesdodend is voor uw bestaan, is het zeer profijtelijk voor uw ziel. Christus troost u, staat u bij en geeft u goede moed, zodat u met Paulus instemt: Die ons vertroost in al onze verdrukking (2 Kor. 1:4a).

De oproep om Christus te kronen

Voor de pelgrims lijkt verdrukking en kruis alsof zij eerder áchteruitgaan dan vooruit, alsof de Heere tégen hen en niet vóór hen is, hen afwíjst en niet omhelst. Weet, dat uw wijze Heere hiermee Zijn eer en uw zaligheid op het oog heeft. Vraag Hem niet om verantwoording af te leggen of om uw kruis weg te nemen, maar vraag Hem of uw wil met Zijn wil eens mag zijn. Dat alleen veroorzaakt blijdschap en volgzaamheid. Langs deze weg leert u van alles en iedereen afzien, en houdt u Christus als enige Leidsman over. Zijn voorbede voor u bij Zijn Vader is dat u uw pelgrimsweg bukkend en biddend voortzet, en tevens nodigt Hij u om als vermoeide, beladene en rusteloze pelgrims tot Hem te komen: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven (Matth. 11:28).

Komt dan tot Christus, de Wens aller heidenen en kroont Hem met eer, en u krijgt meer vervuld dan u van Hem wenst (Hag. 2:8a). Komt dan tot Christus, de Vertrooster Die u niet teleurstelt en kroont Hem met eer, en uw blijdschap zal zeer groot zijn (Luk. 2:25). Komt dan tot Christus, de Dierbaarste en kroont Hem met eer, en u zult Hem dierbaar, beminnelijk en schoon achten (2 Petr. 1:7). Komt dan tot Christus, de Toevlucht en kroont Hem met eer, en u zult niet vrezen al zouden duizend duivelen u willen tegenhouden en evenveel mensen tegen u razen (Ps. 46:2,3). Komt dan tot Christus, de Heerlijkheid en kroont Hem met eer, en u zult uitnemend versterkt worden en uw weg achter Hem kunnen volgen (1 Kor. 2:8). Komt dan tot Christus de Voorbidder en uw geloof zal niet ophouden, maar u zult Hem kronen met eer (Luk. 22:31). U doet dan eeuwigheidswerk, want dat zal uw deel zijn ná uw sterven. Komt dan tot Christus, de goede Herder en kroont Hem met eer, en u zult geen gebrek hebben (Ps. 23:1). Het goede uit Zijn milde hand zal u volgen al de dagen van uw leven, en u zult straks eeuwig in het hemelse huis des Heeren wonen (Ps. 23:6).

Allen die hier maar enigszins het hemelse kroonwerk hebben geleerd om Christus te eren, zullen straks met alle verlosten Hem eeuwig kronen. Daar zal geen inwoner zeggen: ’Ik ben ziek’, of: ’Ik ben bedroefd om mijn boos bestaan’, of: ’Ik word geplaagd door satan of bespot en gelasterd door de godsdienst’. Weet wel, dat als u daar mag komen, u als eerste zult zeggen: ’Ben ik hier, ik, snode zondaar? Ik die in mijn grote nood en ellende zulke lage gedachten van U had en vaak wanhopig en ongetroost was?’ Christus zal u welkom heten, voor wie Hij in diepe vernedering op aarde heeft geleden en gebeden, en wie Hij in Zijn uitnemende heerlijkheid in de hemel in Zijn voorbede heeft gehad, zoals de krans op het gouden reukaltaar dit afbeeldde. Wat een uitnemende en grote rijkdom beeldde deze gouden krans of kroon dan toch af op het gouden reukaltaar in het heilige van de tabernakel!

Nog een indringende oproep

Hoe ontzaglijk arm bent u als u Christus nog één moment langer veracht. Nog roept Christus u toe: Wendt u dan naar Hem toe, word behouden! Mocht u door genade de wapens uit handen geven, opdat u als een schuldige zondaar om genade leert smeken. U zult dan op Gods tijd in beginsel gelovig weten hoe uitnemend heerlijk Christus is, en straks zult u Hem volmaakt kronen met eer en heerlijkheid als Hij alles en in allen zal zijn in alle eeuwigheid!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen