Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

11. Mórdechai zit in zak en as

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

11. Mórdechai zit in zak en as

Esther

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mórdechai zat in zak en as toen hij de plakkaten zag hangen waarop vermeld stond dat alle Joden op de dertiende dag van de twaalfde maand vermoord moesten worden. We lezen in Esther 4:1: Als Mórdechai wist al wat er geschied was, zo verscheurde Mórdechai zijn klederen en hij trok een zak aan met as.

Een zak was ’een treurkleed hetwelk hij met as bestrooide’, zegt kanttek. 3. Met zo’n treurkleed ging hij door de straten van de wanhopige stad Susan en hij riep met een groot en bitter geroep (vers 1b). Op die manier gaf hij uiting aan wat er in zijn hart omging. Het hele volk van de Joden was ter dood veroordeeld en in nameloze ellende schreeuwde Mórdechai zijn smart op de straten van Susan openlijk uit.

Hij, die Esther had aangeraden niet te vertellen dat ze van Joodse afkomst was en er zelf pas onlangs voor uitgekomen was een Jood te zijn door Haman geen goddelijke eer te willen bewijzen, schreeuwde nu de nood en dood van het hele Joodse volk van de daken en verkondigde het openlijk op de straten van Susan. De hele stad mocht en moest het weten hoe het er met het Joodse volk bijstond. Daarom riep hij met een groot en bitter geroep. Het woord ’bitter’ geeft te kennen zijn diepe smart, zijn innige ontsteltenis en zijn hevige verslagenheid.

In de Bijbel wordt over ’een bitterlijk kermen’ gesproken in verband met het verlies van een enige zoon. We kunnen dat lezen in Zacharia 12:10. Daar staat dat het geestelijke Israël berouw zal krijgen over hun zonden met als gevolg dat zij over Hem (de Heere) zullen rouwklagen als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene (vers 10).

Zo’n intense en bittere zondesmart beloofde de Heere door de werking van de Heilige Geest onder het Joodse volk te zullen werken. Een bekend voorbeeld van de vervulling van die belofte zien we op de Pinksterdag, waar we in Hand. 2:37 lezen: En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen, mannen broe-ders? Op die dag werden zij ’verslagen’ of zoals de kanttekening opmerkt: ’doorstoken of doorprikkeld, namelijk door het leedwezen hunner zonde aan Hem begaan’ (kanttek.74). Zoals het geestelijke Israël op Gods tijd bitterlijk zou kermen en rouwklagen, zo kermde en rouwklaagde Mórdechai over de uitwendige nood waarin het Joodse volk door Hamans onherroepelijke besluit verkeerde.

Bitter schreeuwend en kermend naderde hij tot de poort van het paleis. Maar hij waagde het niet door de poort te gaan, want niemand mocht in des konings poort inkomen, bekleed met een zak (Esther 4:2). De koning hield er niet van om met verdrietige, sombere en troosteloze mensen om te gaan. Hij verkeerde liever in een vrolijk dan in een droevig gezelschap. Hierin vertoont hij duidelijk het beeld van een natuurlijk mens die het liefst opgaat in de dingen van de wereld en zich niet wil bekommeren over dood en eeuwigheid. Het is een leven dat haaks staat op wat we lezen in Prediker 7: 2 en 3: Het is beter te gaan in het klaaghuis dan te gaan in het huis des maaltijds; want in het zelve (in het klaaghuis) is het einde aller mensen, en de levende legt het in zijn hart. Het treuren is beter dan het lachen. Genoemde woorden roepen ons toe dat het beter is aan de vergankelijkheid en kortstondigheid van ons leven te denken en over onze zonden te leren treuren dan de kortstondige en snelvoorbijgaande wereldse vreugde te genieten. Lees er de kanttekeningen maar eens op na. In vers 4 zegt Salomo: Het hart der wijzen is in het klaaghuis, maar het hart der zotten in het huis der vreugde. Koning Ahasvéros wilde echter van droefheid en rouw helemaal niets weten en het buiten de poort te houden. Hij verkoos uitsluitend te verkeren in een wereld van ijdel, zondig vermaak en begeerde een leven van eten, drinken en vrolijkzijn. Daarom mocht Mórdechai, bekleed met een zak, beslist niet in de buurt van het paleis komen.

Toch kwam koningin Esther spoedig te weten wat er aan de hand was. Van de haar omringende staatsvrouwen en kamerlingen vernam ze dat Mórdechai in rouw gedompeld was. Vlug stuurde ze iemand naar haar treurende neef toe met gewone kleren. Ze wilde dat hij zijn rouwkleed aflegde en gewone kleren aandeed om op die manier door de paleispoort te kunnen gaan om haar te vertellen wat er toch wel aan de hand mocht zijn. De koningin vond het maar wat erg dat haar neef en vroegere weldoener zo in rouw verkeerde. In de Bijbel staat: En het deed de koningin zeer wee (vers 4). Maar Mórdechai wilde zijn rouwkleed niet afleggen en hij nam de gewone kleren niet eens aan.

Het werd de koningin meegedeeld en opnieuw moest het haar duidelijk zijn dat er wel iets heel bijzonders met haar neef aan de hand moest zijn. Daarom stuurde zij haar kamerling Hatach naar hem toe om te vernemen wat wel de oorzaak van zijn groot verdriet was.

(Volgende keer D.V. 12. Esther belooft Mórdechai naar de koning te gaan)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

11. Mórdechai zit in zak en as

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's