Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

2 minuten leestijd

Johanna Avinck, Het ene nodige en begeerlijke goed, Den Hertog – Houten, 144 blz., 2018, € 15,50.

Johanna Avinck (1743-1784) was de vrouw van de rijke zakenman Hendrik Luden en zuster van de oefenaar Theodorus Avinck van wie onlangs zijn bundel praktikale oefeningen ’Wendt u naar Mij toe’ opnieuw is verschenen. De schrijfster heeft verschillende boeken geschreven, waaronder, kort voor haar overlijden op 41-jarige leeftijd, ’Het ene nodige en begeerlijke goed’. Dit werk is, hertaald in hedendaags Nederlands door dhr. P.A. Zevenbergen, opnieuw uitgegeven. Het betreft tien brieven (een destijds gebruikte stijlvorm) aan een ’vriendin’. Deze ’vriendin’ wordt met grote bewogenheid gewezen op wat het inhoudt onbekeerd te zijn en dat de minste zonde majesteitsschennis tegen God is. Bovendien: ’Wij worden nu door eigen ervaring onderwezen dat alle aardse bezittingen van eer, vermaak of wat het ook zijn moge, niet in staat zijn een onsterfelijke en voor de eeuwigheid geschapen ziel tevreden te stellen als die met het bezit van God als het hoogste Goed niet verenigd zijn’ (p. 37). Aan de andere kant wordt indringend gewezen op de beminnelijkheid van de dienst des Heeren. ’Het allerzaligst, dierbaarst en eer- en dienenswaardige Voorwerp tot Welke eerbiedige bepeinzing ik u weer zal proberen op te leiden, is de onuitputtelijke Bron van algenoegzaamheid, namelijk God Zelf’ (p. 96).

Enkele kanttekeningen bij haar theologische visie moeten we echter maken. We gaan er niet in mee dat men pleiten kan op haar/zijn doop (p. 63 e.v.) of dat men pleiten kan op het feit dat een mens uit en van zichzelf tot niets in staat is en dat God dan wel het geloof zal werken (p. 98). Op verschillende plaatsen is het ’aanbod’ wel erg ruim.

De gemaakte opmerkingen laten onverlet dat op indringende wijze ieder wordt aangesproken: ’Op een sterfbed, als u alles loslaat en verlaat, zal het u weinig nut doen of u door de mensen veracht dan wel of u door hen geprezen werd. In die ure zal het er dan echter op aankomen geborgen te zijn in Christus, geheiligd te zijn door de Geest en bij God bekend te staan’ (p. 142).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's