Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

14. Wat is uw verzoek?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

14. Wat is uw verzoek?

Esther

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We lezen in Esther 5: 3: Toen zeide de koning tot haar: Wat is u, koningin Esther, of wat is uw verzoek? Het zal u gegeven worden, ook tot de helft des koninkrijks. Wat een meevaller voor de vreesachtige koningin Esther. De koning had haar de gouden scepter toegereikt en nu mocht ze hem vertellen wat er op haar hart lag. Ahasvéros begreep heel goed dat zij een bijzonder verzoek moest hebben, omdat zij ongevraagd tot zijn troon gekomen was.

Om haar beschroomdheid te overwinnen, voegde hij aan zijn vraag toe: ’Vertel me maar waarmee u zit en het zal u gegeven worden, ook tot de helft des koninkrijks.’ Het was een overdreven manier van spreken, zoals - zegt de kanttekening - ook eeuwen later koning Herodes op zijn verjaardag deed, toen hij het dochtertje van Heródias verzocht om voor hem te dansen en eraan toevoegde: Eis van mij wat gij ook wilt (…) ook tot de helft mijns koninkrijks (Mark. 6:23). Het is heel merkwaardig hoe voorzichtig en terughoudend koningin Esther zich gedroeg toen de koning haar vroeg waarom ze tot hem kwam. Ze viel niet opgewonden met de deur in huis om te vertellen dat zij en haar volk ten dode waren opgeschreven, maar ze kwam met een alledaags eenvoudig verzoek en sprak: Indien het den koning goeddunkt, zo kome de koning met Haman heden tot de maaltijd dien ik hem bereid heb (Esther 5:4). De koning willigde haar verzoek in en hij nodigde haar en Haman uit en spoedig zaten ze alle drie aan tafel.

Opnieuw vroeg de koning wat Esther op haar hart had en opnieuw verborg ze de nood waarin zij en het Joodse volk verkeerden. Zij antwoordde de koning: ’Laten we morgen weer met zijn drieën aan de maaltijd komen en dan hoop ik u mijn verzoek te doen.’ De koning vond het goed en vooral Haman voelde zich dolgelukkig, want we lezen: Toen ging Haman ten zelven dage uit, vrolijk en goedsmoeds (vers 9). Hij was in een buitengewoon goede stemming omdat hij het voorrecht genoot opnieuw met de koning en de koningin aan de maaltijd te mogen zitten. Alleen was het jammer dat juist die dag zijn vreugde werd vergald door de ontmoeting met de Jood Mórdechai. Terwijl de koning en de koningin hem zo hoog vereerden, kwam hij hem juist bij het paleis tegen en die Jood deed tot zijn grote ergernis net deed alsof hij niet bestond. Vandaar dat we lezen: Zo werd Haman vervuld met grimmigheid op Mórdechai (vers 9). Met moeite wist hij zich te beheersen, maar thuisgekomen luchtte hij zijn hart aan zijn vrouw en sprak tot haar en zijn samengeroepen vrienden: ’Jullie weten hoe rijk en voornaam ik ben. De koning heeft mij in zijn rijk de hoogste plaats gegeven en bovendien ben ik morgen opnieuw uitgenodigd om met de koning en de koningin te eten. Maar al die voorrechten baten mij niet zolang ik de Jood Mórdechai bij het paleis zie!’

Toen hij die grievende woorden sprak, zeiden zijn vrouw en vrienden: ’Maak je om zo’n man toch niet zo kwaad. Weet je wat je doen moet? Richt een galg op van vijftig ellen hoog en hang Mórdechai op. Vóórdat je morgen aan de maaltijd gaat, vraag je de koning toestemming om hem op te hangen. Dan kun je zonder wrok heerlijk van het eten genieten. Laat je leven toch niet verzuren door zo’n ellendige Jood!’ Wat zijn vrouw en vrienden hem aanraadden, deed hij meteen. Nog diezelfde dag werd de galg voor Mórdechai opgericht en hij zou veel eerder het slachtoffer van Hamans woede worden dan de andere Joden, die op de dertiende dag van de twaalfde maand moesten sterven. Intussen wachtte Haman ongeduldig op het moment dat Mórdechai zou worden opgehangen en hij met de koning en koningin aan de maaltijd zouden deelnemen. Met dat voor Haman zo mooie vooruitzicht eindigt het vijfde hoofdstuk van Esther.

Vervolgens lezen we in het eerste vers van hoofdstuk 6: In denzelven nacht was de slaap van de koning geweken. We zouden zeggen: Is dat nu zo belangrijk? Het komt toch wel meer voor dat je een keer niet goed kunt slapen? Er zijn mensen die soms uren wakker liggen. Sommigen gaan dan even uit bed en lopen wat rond, terwijl anderen een boek pakken of iets dergelijks. Ook koning Ahasvéros vroeg om een geschiedenisboek om daaruit te vernemen wat er de laatste tijd in het rijk van de Meden en Perzen zoal was voorgevallen. Vanzelfsprekend werd hij als altijd op zijn wenken bediend en spoedig lag hij naar allerlei verhalen te luisteren. Ineens hoorde hij iets dat hem trof. Hij vernam dat Mórdechai destijds zijn leven had gered en dat die man daarvoor helemaal geen beloning had ontvangen. Dat verzuim wilde hij meteen goedmaken en reeds in de vroege morgen gaf hij opdracht aan een paar kamerlingen om te kijken of er al een ambtenaar in de buurt van het paleis rondliep. Inderdaad bleek dat het geval te zijn. Haman was al vroeg opgestaan en was naar het paleis gekomen om de koning te vragen Mórdechai te mogen ophangen. We lezen in Esther 6:5: En des konings jongelingen zeiden tot hem: Zie, Haman staat in het voorhof. Toen zeide de koning: Dat hij inkome.

(Volgende keer D.V. 15. Mórdechai’s verhoging en Hamans vernedering)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

14. Wat is uw verzoek?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's