Vrijheid: vloek of zegen?

Vrij

De meeste lezers zullen het gevoel wel herkennen: er zit bijna een periode van werk of studie op en de laatste dag is aangebroken. Nog even, en dan: vrij! Even niet de druk van een vast dagelijks ritme. Even geen vergaderingen. Even geen moeten. Vrij! Je eigen gang kunnen gaan, de tijd hebben voor elkaar, tot rust komen.

Lezers van rond de 80 jaar en ouder kennen waarschijnlijk nog een ander gevoel van vrijheid. Ze hebben 75 jaar geleden (mei 1945) de bevrijding mogen beleven. Vrij! Geen angst meer voor de vijand. Geen spertijd meer met de plicht om vanaf acht uur ’s avonds binnen te blijven. Geen slavernij of gevangenschap. Vrij! Gaan en staan waar en wanneer je wilt. Doen en laten wat je wilt. Onafhankelijk zijn en onbelemmerd je gang kunnen gaan.

Toch was het voor velen een vrijheid met een (soms heel donkere) schaduw. Er waren lege plekken in gezinnen, in families gekomen. Soms was het niet meer mogelijk in de eigen woning te trekken omdat deze onherstelbaar verwoest was. Volwassenen en kinderen kampten met trauma’s. Er was vrijheid, maar hoe zwaar bevochten! Veelzeggend is het gedicht wat op de gedenkzuil tegenover het Nederlandse Militair Ereveld Grebbeberg te Rhenen is te lezen:

Vijf dagen – en de vrijheid ging verloren. Vijf jaren – en eerst toen werd zij herboren.

Zo moeizaam triomfeert gerechtigheid.

Aan dit besef zij deze grond gewijd.

J.C. Bloem

Vrijheid – een vloek?

Wanneer spreken we over een vloek? De eerste gedachte is het misbruiken van Gods Naam. Daar gaat het hier niet over. Bij een vloek kan ook gedacht worden aan een straf, een kwaad, onheil, een ramp, verderf.

Als vrijheid geen dankbaarheid ten opzichte van de Gever kent, dan is het een vloek. Als vrijheid betekent dat je aan niemand verantwoording schuldig bent, dan is het een vloek. Als vrijheid de zonden vrij baan geeft, dan is het een vloek. Als vrijheid ongebondenheid, losbandigheid betekent, dan is het een vloek. Dan eindigt deze vrijheid in een samenleving die bestaat uit mensen die alleen voor zichzelf leven. In de Bijbel komen we deze mensen ook al tegen: Belialsmannen. We doen een greep uit de 27 Bijbelse voorbeelden. Mensen die tot niets goeds deugen, die onder geen tucht of wet willen leven ¹ . De zonen van Eli waren echte kinderen Belials; van hen werd gezegd dat zij de HEERE niet kenden ² . De dwaas Nabal, die alleen aan zijn eigen genot dacht, was een zoon Belials ³ . Het zijn verachters en vijanden van Gods Koninkrijk ⁴ . Ze hebben alle Goddelijke vrees en menselijke eerbaarheid afgeworpen en zijn gewetenloos 5 , zoals de mannen die in opdracht van Izébel Naboth moesten laten veroordelen. Belial, het is de satan zelf 6 , het symbool en de bewerker van ongebondenheid en ongerechtigheid.

Dan bestaat vrijheid uit gebondenheid aan de wil van satan. Hoeveel bevrijdingsfeesten zijn er al in de afgelopen 75 jaar gehouden, waar men ’uit zijn dak ging’ tijdens popconcerten, met bijbehorende drank en drugs? Zou het niet wat te zeggen hebben, dat alle plannen voor bevrijdingsfeesten de prullenbak in moesten vanwege de coronacrisis? Maar moeten we ook niet bevreesd zijn als door overheidspersonen gezegd wordt dat als de crisis voorbij is, men weer volop kan gaan feesten? Is vrijheid dan geen vloek?

Vrijheid – een zegen?

Met een zegen bedoelen we heil, geluk, voorspoed, maar ook de gunst en bescherming van God. Zegen heeft een relatie met het woord ’zijgen’, wat neerdalen betekent. De zegen, ook de zegen van de vrijheid, komt dus van Boven.

Wanneer is vrijheid een zegen? Als het een vrijheid is in gebondenheid aan Gods wet. Door de begrenzing van Gods wet gaat men zich niet ’te buiten’. Bij de ware vrijheid gaat het niet om onszelf, maar om het liefhebben van God boven alles en de naaste als zichzelf.

In een land is pas echt sprake van vrijheid als er geleefd wordt naar Gods Woord. Dan is er vrede te vinden, zoals in Salomo’s dagen.

De ware vrijheid is ten diepste daar, waar de banden met de zonde, de wereld en de satan verbroken zijn. Waar men verlost is van zijn eigen ik.

De Heere geve de woorden van Hem, Die Zich tot een vloek heeft laten stellen om de zegen te verdienen, maar veel te overdenken: Een iegelijk die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde. Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn (Joh. 8:34b en 36).

Noten

1. Deut. 13:13, kantt. 16.

2. 1 Sam. 2:12.

3. 1 Sam. 25:17.

4. 2 Sam. 23:6, kantt. 13.

5. 1 Kon. 21:10, kantt. 16.

6. 2 Kor. 6:15.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen