Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezicht op het zand der zee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezicht op het zand der zee

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De hemelvaart van Christus wordt voornamelijk beschreven in het boek Handelingen. In de evangeliën besteden alleen Markus en Lukas er een enkele zin aan. Johannes noemt het in zijn evangelie niet. Wel in het boek Openbaring, namelijk in hoofdstuk 12. Openbaring 12 is scharnierpunt in het boek Openbaring. 1 Openbaring 12 tekent de wereldgeschiedenis tot het eind van de tijd.

Het Bijbelboek Openbaring

Bij het lezen van de Bijbel is altijd het licht van de Heilige Geest nodig. Dat geldt in het bijzonder wel als we het Bijbelboek De Openbaring van Johannes opslaan. De Openbaring bestaat immers hoofdzakelijk uit visioenen. Visioenen waarvan de betekenis niet altijd vanzelfsprekend is. De grote Reformator Johannes Calvijn zou ons hierin bijvallen. De man die zoveel Bijbelboeken heeft uitgelegd, heeft geen systematisch commentaar op dít Bijbelboek geschreven.

Toch moeten we ook altijd bedenken dat het Bijbelboek niet voor niets de naam van ’Openbaring’ draagt. Het doel van het Bijbelboek is niet om te verhullen, maar om ons bekend te maken met de dingen die haast geschieden moeten (Openb. 1: 1). Binnen het hele boek Openbaring is het 12 e hoofdstuk wel te zien als het scharnierpunt waar omheen de visioenen gegroepeerd zijn. De hoofdstukken die aan hoofdstuk 12 voorafgaan én die er op volgen, zijn eigenlijk allen ontvouwing van wat hier is samengevat.

Het teken van de vrouw

Wie op een heldere avond buiten staat en de sterrenhemel bekijkt, kan van de grootheid van het heelal onder de indruk raken. Als je bedenkt dat onze aarde onderdeel is van het zonnestelsel, en dat er daarbuiten zoveel andere sterrenstelsels zich uitdijen, dringt het besef van de nietigheid en geringheid van de aarde en van de mens op die aarde zich aan je op. De dichter van Psalm 8 bezong het reeds. Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt? (Ps. 8:4-5).

En toch. Juist die aarde en de mens die daarop geschapen is, vormt het middelpunt van het heelal. Johannes ziet dat in het visioen van Openbaring 12. Hij ziet tegen de achtergrond van de hemel, van het heelal, een vrouw. Deze vrouw is bekleed met de zon, heeft de maan onder haar voeten en heeft een kroon met twaalf sterren. De vrouw is dus bekleed met grote heerlijkheid.

Tegelijk staat er van de vrouw dat ze in nood is. In barensnood. Wie de vrouw ís, blijkt als er staat dat ze een mannelijke Zoon baart Die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede. De Zoon is niemand minder dan het Kind van Bethlehem Dat door de vrouw wordt gebaard. Is die vrouw dan Maria? In sommige opzichten zou dit mogelijk zijn maar wie het hoofdstuk in zijn geheel leest, moet die beperkte verklaring loslaten. De vrouw is veel meer het beeld van de hele Kerk van het Oude en Nieuwe Testament. Zij baart het Kind. Het Kind Dat één keer in Bethlehems stal is geboren, krijgt immers nog voortdurend, alle eeuwen door, door het ware geloof gestalte in het hart van de kinderen Gods. 2

Maar daarmee is dan ook de gestalte van deze vrouw, van de kerk van alle tijden, getekend. Ze is in barensnood. Ze is in pijn om te baren. Ondanks haar heerlijkheid. De gestalte van de kerk van alle tijden is er een van een vervolgde, smartdragende, vluchtende, bedreigde. De vrouw is in barensnood vanwege de prediking van het Evangelie dat erop gericht is dat Christus een gestalte in het hart krijgt.

Het teken van het Kind

De vrouw baart het Kind. Zodra het Kind is geboren, wordt het leven van het Kind bedreigd. Johannes ziet namelijk in een tweede visioen dat, tijdens het baren van de vrouw, een verschrikkelijk wezen staat toe te kijken. Het is een groot, rood monster. Het is een zevenkoppige draak. Hij heeft blijkbaar grote macht want op ieder hoofd draagt hij een kroon. De draak is ook zeer agressief want hij draagt tien hoornen om te stoten. Er zit ook veel kracht in zijn staart want daarmee veegt hij een derde deel van de sterren van de hemel en werpt die op de aarde.

Zijn vijandschap is gericht tegen de vrouw en haar Kind. Zodra het Kind gebaard is, wil de draak het Kind verslinden. Dat lukt echter niet. Want zeer snel (het betreft in de tijd slechts een periode van 33 jaar) wordt dit Kind (op Hemelvaartsdag) weggerukt tot God en Zijn troon.

De vervolging van de draak

Vóórdat het Kind geboren werd, heeft de draak geprobeerd door tal van aanslagen (Farao, Athália, Haman e.a.) die geboorte te voorkomen. Nu de draak het Kind niet meer kan beschadigen, richt hij zich op de vrouw. Hij vervolgt haar en hij zal straks ook pogingen aanwenden om allen die uit haar geboren zijn, te doden. Er zijn echter grenzen aan zijn macht. Bekleed met twee vleugels (geloof en hoop) vlucht de vrouw in de woestijn. Dáár heeft God haar een plaats bereid. Dáár zal Hij haar onderhouden.

Het raadsel van de wereldgeschiedenis

Openbaring 12 geeft in het kort een samenvatting van de wereldgeschiedenis. Alles draait om het Kind Dat in Bethlehem geboren is en na 33 jaar ten hemel is gevaren. Vanaf dat moment is de geschiedenis van Gods kerk een lange, bange strijd. De vrouw heeft weliswaar een heerlijke gedaante maar blijft hier op aarde de armelijke, vervolgde, bedreigde, de angstige en opgejaagde, de vluchtende en smartdragende. Hoewel ze bekleed is met de zon en de maan onder haar voeten heeft en twaalf sterren haar kroon sieren, nochtans woont ze in een dorre woestijn, in een huilende wildernis. De draak is immers op de aarde geworpen en zal haar blijven vervolgen.

Díe aarde, díe woestijn, díe plaats is voor haar door God bereid. Dáár moet ze haar werk doen. Daar moet ze het Evangelie prediken tot aan het einde der dagen en tot aan de einden der aarde. Maar dáár en in díe tijd zal ze ook haar barensnood houden en zal die mannelijke Zoon gestalte krijgen in zondaarsharten. In de woestijn zal God Zijn Kerk toebrengen en onderhouden.

Dat werk zal doorgaan. Want het Kind, de mannelijke Zoon, zit als het Hoofd van Zijn Kerk aan de rechterhand van Zijn Vader. Hij regeert vanaf die plek alle dingen. Hij giet door Zijn Geest hemelse gaven in Zijn gelovigen. Hij beschut en beschermt met Zijn macht tegen alle vijanden. Die Kerk verwacht met een opgestoken hoofd Zijn wederkomst om te oordelen de levenden en de doden.

En ik stond op het zand der zee (Openb. 12:18).

Noten

1. Dr. J.H. Bavinck, En voort wentelen de eeuwen. Ede, 8 e , 1984.

2. Openbaring 12, kanttekening 7. Aan te bevelen is het hele hoofdstuk met alle kanttekeningen te lezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Gezicht op het zand der zee

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's