Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hemelvaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaart

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk. Ps. 16:11c

Geliefde lezer,

Een gouden kleinood van David, zo luiden de eerste woorden van deze Psalm. We mogen ook wel zeggen: Een gouden kleinood van Christus. Want deze Psalm heeft een duidelijk messiaanse inhoud: David dichtte door Gods Geest profetische woorden die wijzen op het eeuwige Woord Zelf, namelijk Christus, de beloofde Messias. Ja, we mogen zeggen dat Hij Zelf aan het woord is.

Christus is Degene Die spreekt als we lezen: Ook zal Mijn vlees zeker wonen. Hij spreekt van Zijn begrafenis. Zijn vlees, waar menselijk vlees, zal in het graf zonder verderving bewaard worden. Christus spreekt tot Zijn Vader als Hij vervolgens zegt: Want Gij zult Mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten dat Uw Heilige de verderving zie.

Christus zou komen om gewillig de schuld van Zijn Kerk te betalen. God is gewillig geweest om mens te worden. Wonderlijke diepte van eeuwige Goddelijke liefde! God is gewillig geweest om in de menselijke natuur te lijden en te sterven, opdat het leven voor Zijn Kerk verdiend zou worden. Maar nadat Hij alles betaald zou hebben en Zijn leven zou afgelegd hebben, zou Zijn menselijk lichaam door Zijn Vader bewaard worden in het graf.

Vervolgens spreekt Christus van Zijn verhoging in het 16 e vers: Gij zult Mij het pad des levens bekendmaken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht: ’Gij, o Vader, zult Mij opwekken uit de dood, en wanneer Ik ten hemel gevaren zal zijn, zal Ik daar de vreugde ontvangen, de verzadiging der vreugde, om als Hoofd van de uitverkoren Kerk voor Uw aangezicht verschijnen.’

Wie kan toch deze diepten verstaan? God spreekt tot God! Christus spreekt tot Zijn Vader en spreekt Zijn verlangen uit om de vreugde te ontvangen voor het aangezicht van Zijn Vader. Wat is de verzadiging der vreugde van Christus? God Drie-enig de heerlijkheid, en Zijn Kerk de zaligheid. De vreugde om daar als het verheerlijkt Hoofd van Zijn Kerk Zijn arbeidsloon te ontvangen. Het is die vreugde waarvan Paulus schrijft: Dewelke voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van den troon Gods (Hebr. 12:2).

En dan klinkt als het slot van deze Psalm: lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk. We staan in deze dagen weer stil bij het heilsfeit van de hemelvaart van Christus. En onze tekstwoorden hebben ons veel te zeggen met betrekking tot die hemelvaart. Want Christus is voor Zijn Kerk ten hemel gevaren om de Goddelijke schatkamer van genadegaven voor de Kerk te openen. Die schatkamer van het eeuwige genadeverbond, waarvan Christus zegt dat het Vaders schatkamer is, want Hij zegt tot Zijn Vader: lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk.

Wat zijn die lieflijkheden? Het zijn de blijken van Gods eeuwige liefde, de bewijzen van Zijn Goddelijke gunst, de uitlatingen van Zijn gemeenschap. Kind des Heeren: Christus is ten hemel gevaren om die lieflijkheden te nemen uit Vaders rechterhand, en ze als een hemelse milde regen op Zijn bezwijkend erfdeel uit te gieten. Uit de rechterhand van Gods verkiezend welbehagen, uit de rechterhand van Zijn Goddelijke liefde vloeit de liefde Gods naar Zijn Kerk.

Dat wordt een onbevattelijk wonder voor de Kerk die zich heeft leren kennen als: onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde en elkander hatende (Tit. 3:3). Die Kerk is in haar gevallen staat niet lieflijk, maar hatelijk. Niet aantrekkelijk, maar walgelijk. Hatelijk en walgelijk in Gods oog. Hebt u het al geleerd? Of meent u nog steeds dat uw werken God behagen? IJvert u nog steeds om uw belijdenis op te poetsen, uw werken te laten glanzen? We proberen onszelf nog enigszins toonbaar te maken, is het niet? We trachten onze schande te verbergen achter onze eigengerechtigheid. Of is het bij u anders? Bedenk toch, mensenkind, jong en oud, als het daarbij blijft in ons leven is het verloren. Keer weder, keer weder, nu het nog dag is en de eeuwige nacht nog niet is aangebroken.

Maar in het leven van Gods Kerk komt er een moment dat er niets anders overblijft dan schande en schuld. Daar staat een veroordeeld en doemwaardig schepsel. De hel is uw rechtvaardig deel, u moet het van harte instemmen. Maar God kunt u niet missen en daarom blijft u roepen om ontferming. Dan wordt het zo’n hemels wonder als de weg tot het leven in een Ander wordt aangewezen, in Hem Die kruis heeft verdragen en de schande veracht. Naar de mate der genade zal Hij Zich doen kennen als een Goddelijk Persoon, God en Mens in één Persoon.

Maar nu laat onze tekst op zo’n dierbare wijze zien waartoe Christus ten hemel zou varen. Namelijk om aan die rechterhand van Zijn Vader te zitten. Om daar de lieflijkheden van God de Vader te nemen en uit te delen onder de mensenkinderen, ja ook de wederhorigen. En daar ligt voor Gods Kerk een onuitsprekelijke troost. Want daar zal het de Kerk om te doen zijn. Niet alleen om Christus te mogen kennen en omhelzen als de Midde laar. Maar Hem te kennen als Degene Die ons tot God brengt (1 Petr. 3:18).

Hij is Degene Die niet alleen de sleutels van de hel verdiende, om die voor Zijn Kerk te sluiten. Maar in Zijn hemelvaart betoont Hij dat Hij de sleutel van de hemelse schatkamer heeft verdiend. En in die schatkamer in de hemelse Hof van Eden bevinden zich sardis stenen, topazen en diamanten, turkooizen, sardonyxstenen en jaspisstenen, saffieren, robijnen en smaragden en goud (vgl. Ez. 28:13).

Christus zal die schatten aan Zijn Kerk gaan uitdelen. Daartoe is Hem gegeven alle macht in hemel en op aarde. En daarvan spreekt Hij als Hij zegt: Lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk. Sommigen van Zijn Kerk zullen hier op aarde delen in een rijke mate van die lieflijkheden uit Vaders hand. Zij zijn het die hier op aarde door Gods Geest voor hun eigen zielenleven de betekenis van hemelvaart mogen leren. Maar voor al Gods kinderen geldt dat zij in de eeuwigheid zullen leren wat dit betekent: Lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk. Dat zal de verzadiging van vreugde voor Gods Kerk zijn, tot in eeuwigheid: God Drie-enig de heerlijkheid. O, volle beek van wellust van liefde van een Drieenig God. O, zoete smaak van Zijn Goddelijke gunst. O, dierbare, eeuwig vloeiende bron van zaligheid. Daarom zal de eeuwige lofzang van de Kerk met de engelen zijn: Amen. De lof en de heerlijkheid en de wijsheid en de dankzegging en de eer en de kracht en de sterkte zij onzen God in alle eeuwigheid. Amen. (Openb. 7:12).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 mei 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Hemelvaart

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 mei 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's