Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

7 minuten leestijd

Want Ik zal water gieten op den dorstige en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen. Jesaja 44:3

Geliefde lezer, Er is hoop voor de Kerk! Die boodschap brengt Jesaja in onze tekst aan de Joodse ballingen in Babel. Uit droefheid over de moedbenemende omstandigheden waarin de Kerk (door eigen schuld) verkeerde, hadden ze hun harpen aan de wilgen gehangen. Als ze in deze uiterst bedroefde en naar de mens gesproken hopeloze omstandigheden verkeren, belooft de Heere dat Hij Zijn kwijnend volk niet eeuwig zal laten in het verdriet. Maar ook, dat er een Kerk zal blijven tot in het laatste nageslacht. Daarom mogen we ook in 2020 getuigen dat er hoop is voor de Kerk, al klimt het water van de zonde in wereld en kerk steeds hoger. ”Want God gedenkt altijd genadig, aan Zijn verbond, ’t welk blijft gestadig.”

Daar waar Wet en Evangelie verkondigd worden zal de Kerk verkwikt en vergaderd worden. Dat klinkt door in onze tekst. Allereerst belooft de HEERE: Want Ik zal water gieten op den dorstige. Een woestijnreiziger die door zijn watervoorraad heen is weet wat dorst is. Die moet omkomen als er geen water gevonden wordt.

Gods kinderen zijn ook reizigers door de ’aardse woestijn’. Vaak moeten ze zichzelf voortslepen door het brandende zand van zondesmart. En gaan ze gebogen onder de felle zon van Gods toorn vanwege hun verdorven bestaan. De hete woestijnwind van wereldzin, satan en het verdorven bestaan komt hen vaak tegen. Ook de woestijndoorns van kruis en druk ontbreken niet. Wat is de nood groot als ze als ellendigen en nooddruftigen water zoeken maar er is geen, hun tong versmacht van dorst (Jes. 41:17). Dan is het omkomen!

Maar ze zullen niet omkomen! Want wat belooft de HEERE? Ik zal water gieten op den dorstige. Eeuwig wonder als dan in de woestijn de stem van de Levensvorst gehoord wordt: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Als dit kracht in de ziel doet mag men water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils. Dan zal in de woestijn een danklied klinken: Ik dank U, HEERE, dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij. O, ellendigen die als een hert hijgen naar de Waterstromen: ”Houdt aan, grijpt moed, uw hart zal vrolijk leven”.

Als de Heilige Geest een geestelijk dorstige verkwikt met levend water dan ontstaat er ook een begeerte tot uitbreiding van de Kerk. Ook dat belooft de HEERE in onze tekst: en stromen op het droge. Het droge is een beeld van de onbekeerden (zie Kanttekening). Toen de ballingen in Babel om zich heen keken was er geen verwachting. Dan legt men zich vaak moedeloos met Elia neer onder de jeneverboom omdat men denkt alleen te zijn overgebleven. Wat denkt men dan gering van de HEERE! De stroom van Gods welbehagen is niet uitgedroogd. De HEERE zal onverhinderd doorgaan Zijn Kerk te vergaderen: ”En, waar men ooit de wildste volken vond, Zal God ontvangen Aanbidding, eer en dankb’re lofgezangen; Want Hij regeert, En zal Zijn almacht tonen”.

De HEERE zal niet alleen Zijn Kerk uitbreiden onder de nu nog ongedoopte heidenen maar Hij zal ook werken onder de gedoopte heidenen. Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen. Gieten! Dat wil zeggen met grote kracht en in grote overvloed. Als de ouden, waarin Gods genade verheerlijkt is, worden weggenomen van de aarde, zal het overblijfsel naar de verkiezing niet ontbreken. Tijdens iedere doopsbediening verzekert de HEERE: ” ’t Verbond met Abraham, Zijn vrind, Bevestigt Hij van kind tot kind.”

Uit ons zaad, dat in zonde ontvangen en geboren en de verdoemenis zelf onderworpen is, zal, naar Gods welbehagen, een Godgeheiligd zaad voortkomen. En de straten dier stad zullen vervuld worden met knechtjes en meisjes, spelende op haar straten. Er zullen er ook bij zijn die als verloren zonen teruggebracht zijn onder het Woord. Waar het Woord is zal Zijn welbehagen stromen. Waar Zijn Geest aan het Woord verbonden wordt zal het nageslacht bloeien. En zij zullen uitspruiten tussen in het gras. De HEERE belooft dat de Kerk in onze nageslachten zal uitspruiten als kleine plantjes die tussen het gras staan. Als u deze plantjes in een weiland probeert te tellen, moet u concluderen dat deze ontelbaar zijn. Zo zal het Godgeheiligd zaad een schare zijn die niemand tellen kan. En al die geheiligde plantjes zijn woonplaatsen van de Heilige Geest. Die Geest Die hen als een dode zondaar levend maakt. Die Geest Die hen het gruwelijke en God onterende karakter van de zonde openbaart, waardoor ze verslagen uitroepen met de pinksterlingen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? Die Geest die hen leert te zijn als gras, dat waardig is in de oven geworpen te worden. Wat mag er een beginsel van eeuwige vreugde gesmaakt worden als, naar de mate van het geloof, Christus Zich aan zo een verdord grassprietje openbaart als de rechtvaardige Spruite tot sieraad en tot heerlijkheid, (…) tot voortreffelijkheid en tot versiering dengenen die het ontkomen zullen in Israël (Jes. 4:2). De Geest draagt er zorg voor dat het Godgeheiligd zaad in zichzelf niet méér wordt dan een nietig, verdord, onvruchtbaar grassprietje. Maar Hij draagt er ook zorg voor dat deze in zichzelf geringe uitspruitsels zullen groeien en bloeien als de wilgen aan de waterbeken. Als een wilg geen water heeft dan verdort hij en verliest alle schoonheid. Maar als een wilg aan een waterbeek staat dan is hij in zijn element. Zo zullen de geestelijke uitspruitsels aan de zeer stille waterbeken van de rivier Gods, groene en frisse wilgen worden. Als het water des Geestes bij de wortel komt dan spruiten de takken omhoog en bedenken ze de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Dan is het: ” ’t Ware leven, lieven, loven, is maar, waar men Jezus ziet”.

Nu acht de Geest het ook nodig om de wilgen te knotten. Want als een knotwilg niet geknot wordt groeit hij zich dood. Een geknotte wilg is onooglijk. Er blijft slechts een gescheurde en uitgeholde bast over. Het knotten van de geestelijke wilgen is noodzakelijk om de schadelijke groei in zelfverheffing tegen te gaan en om te leren dat er geen schoonheid in henzelf te vinden is. Het knotten is nodig om niets te worden en uit genade te leren leven uit Christus Die hun Leven is. In het natuurlijke is de stroom waar de wilg aan staat niet altijd vol water. Zo ook geestelijk. De rivier droogt vaak uit vanwege hun onverbeterlijk zondige bestaan dat maar nooit onder God wilt buigen. Als het Water weer bij de wortel komt dan worden ze weer op God gericht en smeken ze: ”Verlaat niet, wat Uw hand begon, O Levensbron, Wil bijstand zenden.” Dan wordt ook gezien: ”Hij groeit zelfs op in ramp en tegenspoed; Het gaat hem wel; ’t gelukt hem, wat hij doet”.

Geliefde lezer, daar waar Gods Woord is, zal de Heere doorgaan met Zijn vergaderend werk. Daarom is er hoop voor de Kerk. ’Voeg u bij de Godgezinden, Ge mocht er Jezus nog eens vinden’. ”De stedelingen zullen bloeien, Gelijk het malse kruid; Zijn Naam en roem zal eeuwig groeien. Ook zal, eeuw in, eeuw uit, Het nageslacht Zijn grootheid zingen, Zolang het zonlicht schijn’; Hun zal een schat van zegeningen, In Hem, ten erfdeel zijn.”

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's