Oog voor eenvoudigen
Het deed jou goed. Je was geslaagd voor je examen en je werd - samen met alle geslaagden - gefeliciteerd door de koning en de koningin. Dat gebeurde op donderdag 4 juni. Ze noemden daarbij de zeer bijzondere omstandigheden in deze coronatijd.
Dat zal ook wel de reden zijn dat ze dit deden. Maar tóch. Onze koning en koningin hebben oog voor wat in het gewone leven gebeurt. Ze voelen zich niet hoog verheven boven ons, gewone burgers van hun rijk.
Koningin Wilhelmina
Daarin lijken ze op de overgrootmoeder van onze koning: koningin Wilhelmina (1880-1962). Bekend zijn haar toespraken in oorlogstijd. Ze begon altijd met dat warme woord: ”Landgenoten.” Het is bekend dat ze een hekel had aan moeilijke woorden. De meest eenvoudige mensen moesten haar begrijpen.
Ze ging ook vaak op bezoek bij gewone mensen. In Uddel weten ze dat wel. Vanuit paleis het Loo kwam ze dan door de bossen naar - bijvoorbeeld – Jannetje Bosch, een eenvoudige vrouw die grote dingen van de Heere geleerd had.
Bij zo’n bezoek wees ze de koningin op het Ene Nodige, op de noodzaak om een Borg voor onze schuld te leren kennen.
Vaak nam de koningin haar dochter prinses Juliana mee. Beiden zaten dan stil te luisteren naar wat de Heere aan de ziel van deze eenvoudige vrouw gedaan had. Ze hoorden haar berouwvol spreken over haar zonden en de boosheid van haar hart. Maar ook hoorden ze haar de Drie-enige God loven en prijzen voor het onbegrijpelijke wonder van genade aan haar bewezen.
Jannetje zat eens te lezen in De trappen des geestelijken levens van dominee Theodorus á Brakel. Opeens kwam prinses Juliana binnen. Hartelijk werd ze ontvangen. Jannetje legde eenvoudig uit wat ze in het oude boek had gelezen. Juliana luisterde aandachtig. Ten slotte zei de vriendelijke vrouw: ”Vertel dat maar eens aan je moeder, kind. En nu moet je maar weer naar huis gaan, want ik moet de kippetjes gaan voeren.”
Toespraak tot jongeren
We zouden graag willen weten of de Heere de woorden van Jannetje heeft willen zegenen aan de ziel van koningin Wilhelmina en haar dochter. Dat is voor ons verborgen gebleven.
Wel heeft koningin Wilhelmina iets over deze bezoeken gezegd.
Dat gebeurde in een toespraak tot… jonge studenten. Haar persoonlijk secretaris vertelt daarover in zijn boek: Het is stil op het Loo.
Het was in haar laatste levensjaar op 19 mei 1962. Ze had een studentenvereniging uitgenodigd om hun congres in paleis het Loo te houden. Je begrijpt, de studenten deden dat maar al te graag!
Enkele stukjes uit haar toespraak. ”Uw voorzitter heeft mij verzocht een enkel woord tot u te richten.
Het heeft mij wel enigszins vermaakt om als 81-jarige gevraagd te worden voor een toespraak tot een jongerenconferentie.
Het leven der jongeren heeft mijn belangstelling. U moet zelf uw weg kiezen, maar ik stel er wel prijs op, uw aandacht te vragen voor een enkel punt.
Vóór alles zou ik u op het hart willen binden, dat u, als u straks verantwoordelijke posten bekleedt, altijd het oog moet houden op de eenvoudigen en ze betrekken bij wat u onderneemt.
Het is voorts mijn ervaring, dat er, alle schreeuwers ten spijt, onder de eenvoudigen en vooral onder hen die niet veel praten, een kern van grote waarde aanwezig is.
Wie hierop neerziet of hieraan voorbijgaat, miskent de meest wezenlijke kracht, de ruggengraat van ons volksleven.
Laat mij u zeggen, dat ik menigmaal beschaamd ben teruggekomen van een huisbezoek aan een eenvoudige en dat ik veel van deze bezoeken heb geleerd.”
Veel van geleerd
Deze laatste woorden. Ze zullen ook betrekking hebben op de bezoeken aan Jannetje Bosch. Zou het slot van Wilhelmina’s toespraak daar ook een gevolg van zijn?
”Wij moeten zelf naar de Bron (de Bijbel) gaan in eenvoud des harten, en de durf hebben met alles te breken wat daarmee niet in overeenstemming is. Christus geve ons daartoe de moed.”
Wie hoopt niet vurig dat ook koning Willem Alexander zich nog eens met zulke woorden
tot ons zal richten!
David
In Psalm 72 bidt de oude David tot de Heere. Hij vraagt of zijn zoon Salomo, de nieuwe koning, het volk mag gaan regeren overeenkomstig Gods heilige Wet: O God, geef de koning Uw rechten, en Uw gerechtigheid den zoon des konings.”
En over wie spreekt hij direct daarna?
Over de ellendigen. Dat gaat nog veel verder dan eenvoudigen. Heb toch oog, Salomo, juist ook voor hén!
Hij zal de ellendigen des volks richten, Hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen, en den verdrukker verbrijzelen.
Je ziet het goed.
Het woordje ’Hij’ staat met een hoofdletter. Davids woorden wijzen ook op Hem, Die gezegd heeft: Maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest en die voor Mijn woord beeft (Jes. 66:2).
Geldt dit door genade ook jou en mij?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020
De Wachter Sions | 12 Pagina's