Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wenen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wenen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

…gij zult ganselijk niet wenen; gewisselijk zal Hij u genadig zijn op de stem uws geroeps. Jesaja 30:19b-c

Geliefde lezer,

Wie zou niet wenen wanneer we zuchten onder de ernstige gevolgen van de coronacrisis? Wie zou niet wenen dat we zo lange tijd niet meer als voorheen mogen opgaan naar Gods huis om daar Zijn Woord te horen verkondigen? Wat zijn er al vele tranen geschreid vanwege ernstige verliezen in onze gemeenten en daarbuiten. Wat is er al ontzettend veel gesproken en geschreven in de afgelopen maanden hoe we nu verder moeten gaan. Maar zou het ons niet passen om te wenen in het verborgen voor de Heere?

Wat is het een goede plaats om daar nu werkelijk vanuit de nood van onze ziel te wenen en te belijden: Gedenk ons de vorige misdaden niet; haast U, laat Uw barmhartigheden ons voorkomen, want wij zijn zeer dun geworden. Help ons, o God onzes heils, ter oorzake van de eer Uws Naams; en red ons en doe verzoening over onze zonden, om Uws Naams wil (Ps. 79:8-9). Dan blijven er twee over: de heilige en waarachtige en rechtvaardige Heere en de des doods schuldige zondaar. Dan wordt het in ons waar: Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken en rein zijt in Uw richten (Ps. 51:6). Dan gaan we onze nameloze ellende inleven. Hulpeloos en reddeloos liggen we dan in het stof voor de Heere. Niets kunnen we doen om ons in waarheid tot Hem te wenden. Geen traan van waar berouw kunnen we schreien voor de Heere. Maar nu het eeuwige wonder dat er Eén is afgedaald in de diepte van verloren zondaren om hen in waarheid te doen wenen in ware zielensmart en droefenis naar de levende God. Het ligt toch alles verklaard in wat Christus Zelf antwoordde aan Nicodémus die in de nacht tot hem kwam: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3:16).

Het zijn maar twee woorden die de discipel Johannes moest neerschrijven, maar zo oneindig dierbaar en onmisbaar: Jezus weende (Joh. 11:35). In Hem, Die kermde en weende, en van Wie geschreven staat: in zwaren strijd zijnde, bad Hij te ernstiger. En Zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloeds, die op de aarde afliepen (Luk. 22:44), is de weg naar boven geopend zodat dode zondaren gaan wenen in ware droefheid naar God. Dat vloeit nu alles uit Hem voor deze wenende Sionieten in ballingschap. Paulus die het zelf in ruime mate mocht beoefenen schrijft aan zijn volk: Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene Die Hem uit den dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze, (…) gehoorzaamheid geleerd heeft (Hebr. 5:7- 8). Hij is de Gezondene des Vaders, het ware Lam Gods Dat de zonden der wereld wegneemt.

Geliefde lezer, bent u zo’n wenende Sioniet? Een ware pelgrim die naar Sion reist kan het maar niet zien dat hij naar die heerlijke plaats reist waar Koning Immanuël al Zijn liefde uitgiet in Zijn onderdanen. In uw smartelijk gemis zult u mogelijk al zuchtend en wenende lezen in Zijn Woord: Zij zullen niet meer hongeren en zullen niet meer dorsten, en de zon zal op hen niet vallen, noch enige hitte. Want het Lam, Dat in het midden des troons is, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen (Openb. 7:16). Dat doet u temeer kermen, ziende op uw gemis en uw verlangen, …wend U tot mij en zijt mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig. De benauwdheden mijns harten hebben zich wijd uitgestrekt; voer mij uit mijn noden (Ps. 25:16-17). U voelt uzelf een ellendige gevangene in het Babel der zonde. Dan gaat u gebukt onder een drukkende schuld in het licht van een heilig en rechtvaardig God. Dan wordt het waarheid in uw leven: Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden. Mijn etterbuilen stinken, zij zijn vervuild, vanwege mijn dwaasheid. Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart (Ps. 38:5-7). Dan kunt u de zekere belofte die

Dan kunt u de zekere belofte die er in onze tekst verklaard ligt niet aangrijpen. Dan is het een tijd van zuchten en wenen in het verborgen. En toch is het zo waar aan ’s Heeren kant dat Hij op Zijn tijd Zich over zo’n nameloze ellendige balling liefelijk zal ontfermen. Maar daartoe moet alles meewerken ten goede wat we ook aan onze tekstwoorden vooraf kunnen lezen: En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de HEERE is een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen die Hem verwachten (Jes. 30:18).

Het is dus “een Goddelijk wachten” zoals kanttekening 59 zo helder zegt: “Te weten op uw boete en beterschap.” De Heere maakt altijd plaats voor de vervulling van Zijn toezegging door een rechte weg: … gij zult ganselijk niet wenen; gewisselijk zal Hij u genadig zijn op de stem uws geroeps! Wat ligt er in deze dierbare belofte een volkomen zekerheid van de vervulling. Hoe oneindig groot is het toch wanneer we op Gods tijd ons leven waarlijk mogen verliezen. Dan wordt het een heilig haasten en roepen in de nood van de ziel: De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis. Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende: Och HEERE, bevrijd mijn ziel (Ps. 116:3-4). Juist in die diepte van ellende zal het dan klinken: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste; En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods (Openb. 1:17). Dan wordt vervuld: Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Die het zaad draagt dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven (Ps. 126:5-6).

Ds. A. Geuze

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Wenen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's