Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doch wij allen zijn als een onreine, en al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed; en wij allen vallen af als een blad, en onze misdaden voeren ons henen weg als een wind. Jesaja 64:6

Geliefde lezer,

In Jesaja 64 treffen we het overblijfsel van het volk Israël in de Babylonische ballingschap. Ze hebben nood. Waarom? Jeruzalem, dat van God begeerd was tot Zijn woonplaats, is als een woestijn. De tempel, het heilig en heerlijk huis waar hun vaderen God loofden, is met vuur verbrand. Een groot deel van de weggevoerden buigt voor de Babylonische afgoden. Maar hun grootste nood is dat de hemel gesloten is en de nabijheid van de Heere gemist wordt. Dat verwekt een hartstochtelijke noodkreet tot de HEERE: Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten. Ze weten wat de oorzaak van hun nood is. Gij waart verbolgen, omdat wij gezondigd hebben. Ze weten ook hoe ze uit de nood bevrijd kunnen worden In dezelve is de eeuwigheid, opdat wij behouden werden. De kanttekening schrijft bij ”in dezelve”: ’te weten in Uw genade en goedertierenheid, die Gij Uw volk steeds bewijst’. Kent u dit? Grote benauwdheid omdat het hart een droge woestijn is, er geen lofzang meer in de keel is, het van binnen vol met afgoden is terwijl de hemel gesloten is? En dat om eigen schuld! Niet meer durven te roepen tot de Heere, maar toch moeten smeken om genade? Dan kent u ook de hartelijke schuldbelijdenis uit ons tekstwoord. Laten we dit verder overdenken: Wij allen zijn als een onreine. Ditzelfde woord moest een melaatse uitroepen als hij in de buurt van iemand kwam. Dus onze tekst geeft aan dat we allen een melaatse ziel hebben. Dat wist David ook:

Ontzondig mij met hysop, en mijn ziel,

Nu gans melaats, zal rein zijn en genezen.

Een melaatse was afzichtelijk om te zien, had een misvormd gezicht en kon slechts met hese stem roepen ”onrein, onrein”. Het was een levende dode (Num. 12:12). Ze waren eenzaam. Ze moesten hun huis, familie en vrienden verlaten. Ze hadden geen toegang meer tot de tempel (waar de HEERE woonde!). Ze werden gezien als een vervloekte. Is dit niet het beeld van u en mij van nature?

Voor de val waren we ’witter dan sneeuw die vers op ’t aardrijk nederviel’. Door de val hebben we de schoonheid van het beeld Gods verloren. Hebben we ons buiten Gods gunst geplaatst. Zijn we geheel onrein. Rust de vloek op ons. Kunnen we slechts zondestank voortbrengen. De mens als pronkstuk van de schepping is als een levende dode geworden. Is dat u tot smart? Hoe meer de Geest aan deze ziekte ontdekt, hoe smartelijker en walgelijker deze is. Deze geestelijke melaatsheid is ook zeer besmettelijk. Het heeft zich verspreid over de hele mensheid. Wie zal een reine geven uit den onreine? Niet een. En het heeft zich verspreid over ieder mens persoonlijk. Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve, maar wonden en striemen en etterbuilen.

Omdat we geheel melaats zijn volgt in onze tekst: en al onze gerechtig - heden zijn als een wegwerpelijk kleed. Er staat niet ongerechtigheden maar gerechtigheden. Uw tranen, uw berouw, uw plichten, uw werken van barmhartigheid, uw verbeteringen, uw kerkgang… zijn als een wegwerpelijk kleed. Als een vuil, bezoedeld kleed dat weggeworpen moet worden. Dit geeft weer dat we onszelf nooit meer kunnen genezen. Maar, eeuwig wonder, de Heere heeft Zelf voor een middel gezorgd. Hij heeft Zijn Zoon verbrijzeld opdat in Zijn bloed een gans melaatse zondaar weer rein kan zijn en genezen. Dat wist de melaatse uit Markus 1. Toen hij van Jezus hoorde ging hij uit naar Hem. Hij werd door de wet buitengesloten, maar heeft als een onreine de toevlucht tot Christus genomen.

Als een rechteloze bedelaar boog hij onder Gods wil, biddende Hem en vallende voor Hem op de knieën, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. Alsof hij zei: Heere, U alleen kunt mij reinigen maar als U het goed acht dat ik melaats blijf dan is het goed. Zo’n onreine, rechteloze smekende zondaar zal ervaren dat die tot Hem komt, Hij geenszins zal uitwerpen. Want Jezus met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide tot hem: Ik wil, word gereinigd. Dan blijft slechts verwondering en aanbidding over. Geliefde lezer, in deze Bloedfontein kan de onreinste zondaar nog rein worden en genezen. Het schuldige volk in Babel belijdt niet alleen haar verdorvenheid maar ook haar vergankelijkheid: en wij allen vallen af als een blad. Ook dit geldt ons allen! Dit beeld doet ons denken aan een herfstbos met haar prachtige geelbruine kleur. Maar de prachtige herfstgloed is niet anders dan de koortsgloed op het gezicht van een stervende melaatse. Nog even, en de bladeren worden door de herfstwind afgerukt, vallen op de grond en worden vertreden en verteerd. Het vallend blad is een brief met als afzender de dood. Zoals een dichter het treffend beschrijft: ”De dood heeft mij een brief geschreven, ik las hem op het vallend blad”. Zo zijn wij allen éénmaal gezet te sterven, en daarna het oordeel.

Velen sterven in de herfst of in de winter van het leven. Anderen worden door de zomerstorm plotseling uit het leven weggerukt. Er zijn ook tere jonge blaadjes die, soms nog in de moederschoot, afgerukt worden. Niemand zal overwinteren. Omdat ook u van de Heere bent afgevallen zal ook uw blaadje eens vallen en verteerd worden. Want gij zijt stof en gij zult tot stof wederkeren.

Op het moment dat u sterft zal uw ziel voor de rechtvaardige Rechter gesteld worden. Kunt u zonder verschrikking voor Hem verschijnen? Dan heeft de Heilige Geest u ook geleerd wat verder in de tekst staat: en onze misdaden voeren ons henen weg als een wind. De schuldige ballingen belijden hiermee dat zoals de wind een vallend blad meevoert, hun misdaden tegen de Heere hen rechtvaardig naar Babel hebben gevoerd. Eerlijk belijden ze misdadigers, overtreders van Gods Wet te zijn. Bent u al misdadiger geworden omdat u uzelf in het paradijs heeft losgerukt van de Heere en u dagelijks Zijn Wet overtreedt? Is het uw getuigenis ”’k Wil mijn misdaân, die U tergen, Niet verbergen; Ik bedek voor U die niet. ’k Ben vanwege al mijn zonden, Die mij wonden, Vol van kommer en verdriet”?

Mag ik u erop wijzen dat de rechtvaardige Christus gekruisigd wilde worden tussen twee misdadigers? Aanvankelijk lasterden beiden Hem. Maar toen de een bij het naderen van de dood door de Heere zaligmakend gegrepen werd, ging hij de ander uit liefde tot God waarschuwen: Vreest gij ook God niet, daar gij in hetzelfde oordeel zijt? Hij klaagde zichzelf aan: wij ontvangen straf waardig hetgeen wij gedaan hebben. Hij pleitte Christus vrij: maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan. Buigende onder de Heere smeekte hij: Heere, gedenk mijner als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. Toen opende de stervende Christus Zijn lippen waarin genade is uitgestort: Heden zult gij met Mij is het paradijs zijn. Dan wordt iets van het wonder gesmaakt: Doch niet gelijk de misdaad, alzo is ook de genadegift. Want indien door de misdaad van één velen gestorven zijn, zo is veel meer de genade Gods en de gave door de genade, die daar is van één Mens, Jezus Christus, overvloedig geweest over velen. Dan mag men geloven: ’Maar na den dood is ’t leven mij bereid; God neemt mij op in Zijne heerlijkheid’. Is dat ook uw toekomst?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's