Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (247)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (247)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De priesters moesten elke dag in het voorhof de ochtend- en avondoffers op het koperen altaar offeren (Exod. 29:38,39) Daarna wasten zij hun handen met het water uit het koperen wasvat, schoven het voorhangsel open en gingen in het heilige om de gouden kandelaar te snuiten en te voorzien van verse olie. Ook moesten de priesters ’s morgens en ’s avonds de bereide wierook op het gouden reukaltaar branden door deze op de hete kolen in het gouden reukvat te strooien (Exod. 30:7,8; Lev. 16:12). Vergeet niet dat deze hete kolen afkomstig waren van het koperen brandofferaltaar. Hetzelfde vuur dat het offer op het koperen brandofferaltaar verteerde, werd dus ook gebruikt om de wierook op het gouden reukofferaltaar te verbranden, zodat er een aangename geur uit het wierookvat omhoog steeg.

De betekenis van de altijd aangenaam geurende wierook

Zou de Heere de nalatigheid van de priesters geduld hebben om niet steeds een nieuw reukvat met vurige kolen op het reukaltaar te plaatsen, en daarop verse wierook te strooien? We kunnen in Gods Woord niet lezen dat het werd nagelaten. De wierook brandde in de loop der jaren voortdurend, zonder dat er één moment geen aangename geur voor het aangezicht van de Heere omhoog steeg (Exod. 30:8).

Onze aandachtige lezers zullen beseffen waarom de wierook gedurig op de hete kolen moest verbrand worden. Wat anders beeldde deze ceremoniële handeling af dan dat Christus, de hemelse Hogepriester, altijd leeft en voortdurend Zijn Kerk in Zijn voorbede de Vader voorhoudt? We lezen zo treffend: Gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer Gode, tot een welriekende reuk (Ef. 5:2). Zoals de wierook op de hete kolen van het brandofferaltaar in het wierookvat werd gestrooid en een welriekende geur omhoog verspreidde, zo is de voorbede van Christus gegrond op Zijn verzoenend kruislijden en daarom altijd aangenaam bij God de Vader.

Christus’ voorbede tot versterking van Zijn volk!

Laten we er dit van schrijven dat we geen ander hout weten dat een zodanige zoete geur verspreidt dan het vloekhout waaraan die dierbare Borg stierf. Aan alle andere bomen en voorwerpen is deze liefelijke geur niet te vinden! Wat een vuile stank en ellendige zwavellucht verspreiden de zonde over de gehele aarde. Daarentegen kunnen we niet ontkennen dat als Gods Geest ons leidt in de heilgeheimen van Christus’ Borglijden, we Christus vergelijken met een bundeltje zoete mirre dat tussen mijn borsten vernacht (Hoogl. 1:13). Dit veroorzaakt leven, moed, vrede, zaligheid, en een verlangen om zeer dicht bij Christus te leven. We kunnen begrijpen dat Paulus zelfs begeerde om ontbonden te worden en met Christus te zijn, want zo schrijft hij: Dat is zeer verre het beste (Fil. 1:23). Aan dit vloekhout hing die dierbare Borg, de bloedrode Roos van Saron en de blanke Lelie der dalen. Toen Christus’ zijde werd doorstoken, stroomde er bloed en water uit tot verzoening van de zonde en reiniging van de verdorvenheid! Christus’ voorbede is altijd welriekend bij de Vader, en aangenaam voor allen die op weg naar de hemel zijn om hen in alle strijd bij te staan. De stank van de zonde, de zwavellucht uit de hel, de verderfelijke lucht van haat van mensen kan hen op aarde bedwelmen, zodat zij met moeite verder reizen of zelfs menen te bezwijken. Maar als de tijd van Gods welbehagen is aangebroken en Vader verhoort Christus’ gebed, dan versterkt Hij hun ziel en wordt hun weeklacht veranderd in blijdschap.

Als iemand dan vraagt hoe het met hen gaat, zeggen zij: ’Het gaat goed, omdat Christus voor mij vanuit de hemel zorgt, en Hij mij steeds in Zijn voorbede heeft. Ik dank mijn Heere dat Hij iets in mij heeft gelegd dat geen water van verdrukking, van verdorvenheid, van satan of haat van wie dan ook, het liefdesvuur van Christus kan doven. Christus staat voor mij in.’ Kunt u dit beamen? Zo niet, dan bent u ontzaglijk arm, want dan mist u alles!

Christus’ voorbede tot bekering van zondaars

Christus’ voorbede is ook oorzaak dat zondaars die nog op de brede weg verkeren, door bekering op de smalle weg worden gebracht. Zegt Christus niet: En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven zullen? (Joh. 17:20).

We geloven dat u als lezers sterfelijke mensen bent. Maar als u op grond van Christus’ bloed en voorbede op de smalle weg wordt geleid, en Zijn Geest maakt plaats voor de zaligmakende kennis van Christus, dan zult u weten dat het zalig worden alleen uit vrije genade is. Ja, u zult dan geloven dat Christus altijd leeft, en dat Hij met Zijn eigen bloed het hemelse heiligdom is binnengegaan tot uw eeuwige verlossing (Hebr. 9:12). Christus zorgt er voor dat al bent u dan een sterfelijk mens, uw hoop op Christus niet sterft! Ook al zijn er tijden dat u wanhopig en radeloos bent, en met Jeremia in vertwijfeling uitroept: Mijn hoop is vergaan van de HEERE (Klaagl. 3:18). Maar op Gods tijd zal Christus uw hoop verlevendigen, zodat u vrijmoedig belijdt: De Heere Jezus Christus, Die onze Hoop is (1 Tim. 1:1). Christus, uw Hoop is ook het Anker in de hemel, en uw levensscheepje is aan Hem verankerd (Hebr. 6:18-20). Als het geloof wordt beoefend, en de ankerketting staat strak, dan ziet u de gouden schakels helder voor uw ogen, de schakel van Zijn onuitsprekelijke liefde, van Zijn onbezweken trouw, van Zijn oneindige barmhartigheid, van Zijn eeuwige goedertierenheid en van Zijn vrije genade!

Het kan niet anders! Waarom niet? Omdat zoals het reukwerk op het reukaltaar altijd, dag en nacht, jaar in jaar uit een welriekende reuk verspreidde, zo leeft Christus altijd en eeuwig. Christus heeft Zijn Kerk onophoudelijk in Zijn voorbede, ongeacht hun huidskleur, gesproken taal of maatschappelijke positie. Christus’ voorbede is nooit reukloos, omdat Zijn bloed altijd vers is. Laten we er dit nog van schrijven, dat als u nu met het lezen ervaart dat u een nieuwe Christus ontdekt krijgt, dan gelooft u dat Hij even nieuw is als ooit tevoren. Waarom? Wel, omdat Christus gisteren, en heden Dezelfde is en in der eeuwigheid! (Hebr. 13:8). U ervaart dan dat Christus’ bloed vandaag even vers is als toen Hij het aan het kruis stortte (Hebr. 10:19,20). Christus’ bloed dat zelfs ná Zijn sterven door de speer van de Romeinse soldaat uit Zijn zijde stroomde, was even vers en geurig als toen Hij nog leefde. Christus’ bloed is en blijft eeuwig vers. U bent dan voor ons een nieuwe Christus!

We willen meestal niet zo openhartig zijn, omdat het zou kunnen zijn dat men ons verkeerd begrijpt. Maar we kunnen niet nalaten om het volgende te schrijven. Laat de vloekende wet, laten kruisen, laat de hel ons benauwen, maar als Christus de kracht van Zijn bloed in onze ziel doet ervaren, dan is het of Hij ons tegen Zijn hart aandrukt en voelen we ons als een klein, uitgelaten kind in Zijn nabijheid.

Heere, leer ons bidden

Vrienden, bidt u alleen maar met uw verstand, of zelfs met nederige woorden zonder dat u ooit uw armoede en afhankelijkheid hebt gekend en uw schuld voor God hebt beweend en beleden? U bent zeer ongelukkig. Kom, leer eens tot God roepen om oprecht roepende gemaakt te worden door de kracht van Gods Geest. Zoek de Heere terwijl Hij te vinden is, nu de deur van genade nog open staat. De wereld staat er nog en u leeft op deze wereld, een bewijs dat Christus nog geen ’amen’ op Zijn gebed heeft gezegd. Als u toch zou weten hoe dierbaar Christus is en hoe oneindig waardevol Zijn bloed, Zijn voorbede, Zijn stem, Zijn liefde, Zijn tegenwoordigheid is, ja alles wat Hij is en van Hem is, u zou uw vijandschap bewenen dat u Hem zo lange tijd hebt tegengestaan. U zou de vreselijke stank van uw bestaan en de afschuwelijke zwavellucht van satan ruiken en ervan wegvluchten. U zou de toevlucht nemen tot de hand van Hem waarvan u altijd bent weggevlucht, en de welriekende geur van Zijn liefde gewaarworden en op Christus verliefd zijn. Alleen dan bent u welgelukzalig!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (247)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's