Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige oorlog (60)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige oorlog (60)

Uitgewerkt

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De schrik zit er diep in in Mensziel. Welke plannen heeft Prins Immanuël met de stad? Niemand die het weet. Allerlei geruchten doen de ronde. Er zal een derde verzoekschrift aan de Prins aangeboden worden. Daar klinkt erkenning van schuld en strafwaardigheid in door. Er wordt gesmeekt om genade en barmhartigheid. Maar wie moet het verzoekschrift aan de Prins overhandigen? Eerder is dat door de heer Begeerte-tot-leven gedaan, maar dat wordt door velen afgekeurd.

Niet met Goede Werken

In de stad woont ook de oude Goede Werken. Deze man draagt dan wel die naam, maar zijn natuur is totaal anders. Sommigen willen hem sturen, maar de heer Geweten is daar absoluut niet voor. ’We hebben er nu behoefte aan om te smeken om genade,’ zegt hij. ’Als we hem sturen, dan spreken we onszelf tegen. Moeten we de heer Goede Werken sturen terwijl we willen smeken om genade? Stel je voor dat de Prins hem vraagt hoe hij heet, dan moet hij zeggen: de oude Goede Werken.

Wat denk je dat de Prins dan anders zal zeggen, dan: ’Ai! Leeft de oude Goede Werken nog in de stad? Laat die oude Goede Werken dan de stad redden van de ellende!’ Als Hij dat zegt, dan is het verloren. Zelfs geen duizend oude Goede Werken kunnen Mensziel redden.’

Vervolgens verzet de rest van de gevangenen en het stadsbestuur zich ook tegen het sturen van de heer Goede Werken. Daarom wordt de oude Goede Werken aan de kant gezet.

Wel met Wenend Oog

Daarna wordt besloten opnieuw de heer Ontwaakte Begeerte te sturen. Deze wordt gehaald en gevraagd voor de tweede keer met het verzoek naar de Prins te gaan. Hij stemt daarmee in. Wel drukken ze hem op het hart dat hij met geen woord of daad de Prins tot aanstoot zal zijn. Men verwacht dat dat de vernietiging van Mensziel zal betekenen.

Als de heer Ontwaakte Begeerte zich gereed maakt om te gaan, vraagt hij toestemming om de heer Wenend Oog 1 mee te nemen. Het is een buurman van hem. De heer Wenend Oog is een arme man met een gebroken geest, die zeer goed kan spreken als er iets verzocht moet worden. Men stemt ermee in dat hij meegaat. De heer Ontwaakte Begeerte doet een touw om zijn hals en de heer Wenend Oog loopt handenwringend mee. Zo gaan ze naar de tent van de Prins.

Verontschuldigingen

Terwijl ze op stap gaan om het verzoekschrift te overhandigen, bedenken ze dat het hinderlijk over kan komen als ze zo vaak komen. Als ze bij de ingang van de tent komen, verontschuldigen ze dan ook zichzelf en hun komst.

Ze zeggen dat ze die dag niet nog eens komen omdat ze er een plezier in hebben om de Prins lastig te vallen, of omdat ze het prettig vinden zichzelf te horen praten. Ze worden echter gedrongen door de nood. Ze hebben dag noch nacht rust vanwege hun overtredingen tegen Koning El-Schaddaï en Zijn Zoon Immanuël. Ze zeggen bang te zijn dat er iets verkeerds in het gedrag van de heer Ontwaakte Begeerte is geweest, waardoor de Prins Zich de laatste keer beledigd voelde en hem daarom met lege handen en zonder hoop had teruggestuurd.

Genade voor een dode hond afgesmeekt

Na deze verontschuldigingen werpt de heer Ontwaakte Begeerte zich, net als eerder, voor de voeten van de Prins op de grond. Hij roept uit: ’O, dat Mensziel mocht leven voor Uw aangezicht!’ Hij overhandigt daarna het verzoekschrift. Prins Immanuël verwijdert zich na het lezen ervan weer even. Als Hij terugkomt, eist Hij dat Ontwaakte Begeerte zegt hoe zijn naam is en ook vertelt wat Mensziel in hem ziet dat hij in naam van de stad eropuit gestuurd wordt.

Het antwoord van Ontwaakte begeerte is: ’O, laat het toch niet kwaad zijn in de ogen van mijn Heer! En waarom vraagt u naar de naam van zo’n dode hond als ik ben? Let alstublieft niet op wie ik ben, want er is, zoals U weet, sprake van een grote ongelijkheid tussen ons. De inwoners van Mensziel weten zelf het beste waarom ze mij hebben gekozen om dit smeekschrift bij U te brengen. Maar ze kunnen niet gedacht hebben dat ik in grote gunst bij U sta. Ik kan bij mezelf geen barmhartigheid vinden. Wie zou mij dan kunnen liefhebben? Maar ik begeer te leven, en dat begeer ik ook voor mijn stadsgenoten. Omdat zij allen en ook ik schuldig staan aan zware overtredingen, daarom hebben ze mij gestuurd. Ik kom in hun naam om mijn Heer te smeken om genade. Vraag niet wie wij zijn, maar het behage U om barmhartigheid te bewijzen.’

Niet komen met goede werken, maar als een dode hond

Bunyan is er wel achter gekomen dat goede werken niets tot de zaligheid kunnen toedoen, maar dat een zondaar moet leren ervaren niet meer waard te zijn dan een dode hond. Om vervolgens te komen met geween, en met smekingen gevoerd te worden. Dat heeft hij dan ook verwerkt in de geschiedenis van Mensziel.

Goed doet geen nut

De ziel leert in de weg van bekering de dood schrijven onder de eigen goede werken.

Werken en genade gaan niet samen. Wat kan een mens toch menen met goede werken te kunnen betalen, alsof ze als zilver en goud zijn. Maar Salomo’s les is: Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid (Spr. 11:4a).

Door het werk van de Geest zal de ziel gebracht worden tot een heilige wanhoop: Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden ten dage der verbolgenheid des HEEREN, maar door het vuur Zijns ijvers zal dit ganse land verteerd worden; want Hij zal een voleinding maken, gewisselijk een haastige, met al de inwoners dezes lands (Zef. 1:18).

Met geween en smekingen

Hoewel de grond niet ligt in het zuchten, bidden of zichzelf vernederen voor Gods aangezicht, zal het ook niet zonder gaan: Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren (Jer. 31:9a). Het is dus het Eigen werk van de Heere om zo te handelen! De Heere laat Zijn wenende volk niet staan, in tegenstelling tot een trotse farizeeër: En Hij Zich omkerende naar de vrouw [een bekende zondares in de stad], zeide tot Simon [een farizeeër]: Ziet gij deze vrouw? Ik ben in uw huis gekomen; water hebt gij niet tot Mijn voeten gegeven; maar deze heeft Mijn voeten met tranen natgemaakt en met het haar van haar hoofd afgedroogd (Luk. 7:44).

Een dode hond

De in zichzelf verloren, maar door God verkoren zondaar leert dat alle rechten verspeeld zijn. De gestalte van de kreupele Mefibóseth blijft niet onbekend: Wat is uw knecht, dat gij omgezien hebt naar een doden hond, als ik ben? (2 Sam. 9:8). Dat was voor koning David geen vreemde taal, want hijzelf had eens gesproken tegen zijn vervolger Saul: Wien jaagt gij na? Naar een doden hond? (1 Sam. 24:15).

Maar wat te denken van Davids grote Zoon? Die heeft het Zelf geweten wat het betekent om met gebeden en smekingen tot Zijn Vader te gaan. Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene Die Hem uit den dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende (Hebr. 5:7a). Zo kon Hij een Oorzaak van de eeuwige zaligheid worden (vs. 9).

Zijn wij al ons zilver en goud al kwijtgeraakt en kennen we iets van dat komen met geween en gevoerd worden met smekingen?

Noot

1. Bunyan spreekt over de heer Wet-Eyes, wat letterlijk vertaald ’Natte ogen’ betekent. In de door ons gebruikte vertaling staat ’Bewener’, anderen vertalen het als ’Nat-oog’.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De heilige oorlog (60)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's