Dankdag - Een getuigenis?

Dankdag in coronatijd

In de meeste gemeenten van ons kerkverband ¹ is gisteren de jaarlijkse dankdag gehouden. Zoals het er uitziet op het moment dat dit wordt geschreven, is het vrijwel zeker dat deze dankdag anders is verlopen dan de dankdag van 2019. Een enkele maand na die dankdag heeft in het Chinese Wuhan een uitbraak van het coronavirus plaatsgevonden. Deze uitbraak heeft geleid tot een pandemie, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie WHO op 11 maart 2020 (het was toen biddag) heeft vastgesteld. Al snel na biddag kregen we in Nederland te maken met de eerste golf van besmettingen en inmiddels is sprake van een tweede golf.

Dankdag te midden van tegenspoed

Als we daarop zien, kunnen we dan nog dankdag houden? Die vraag kan in het hart opklimmen als we persoonlijk of in de nabijheid de gevolgen van de uitbraak van Covid-19 moeten ondervinden, in de afgelopen tijd aan het graf van een geliefde hebben gestaan, de boodschap van een ongeneeslijke ziekte hebben ontvangen, relatieproblemen ondervinden, te maken hebben gekregen met een faillissement of met werkloosheid en/of door de coronamaatregelen (bijna) niet meer naar de kerk kunnen, om maar enkele zaken te noemen. Omringd van tegenslagen dankdag houden? Is een dankdag wel gepast in deze tijd? Zal de samenleving zich hier niet aan ergeren? Begrijpelijke vragen!

Er kan tegengeworpen worden dat we tegenover alle tegenslagen ook zoveel onverdiende zaken hebben ontvangen, ja, dat we nog mogen leven in de welaangename tijd, de dag der zaligheid (2 Kor. 6:2). Dat is zeker waar, maar toch kan alle tegenspoed ons daarvoor verblinden of ons zelfs verbitteren. Algemene genade kan ons daarvoor bewaren, maar ons moge boven alles bijzondere, door Christus verdiende en door Gods Geest toegepaste genade geschonken worden om hogerop te zien. Dan klinken er toch danktonen, zoals te lezen in Jes. 12:1: Ik dank U, HEERE, dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij. De profeet Asaf heeft danken en benauwdheid als een onlosmakelijk geheel gezien: Offer Gode dank, en betaal den Allerhoogste uw geloften. En roep Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren (Ps. 50:14, 15). Dan hoeft er geen bezorgdheid te zijn in welke omstandigheid dan ook: Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging, bekend worden bij God (Fil. 4:6). Paulus laat hiermee ook zien dat bidden en danken niet los van elkaar staan. Niet voor niets spreken we ook bij dankdagen over bede- en boetedagen.

Dankoffer

Het woord ’dank’ is meer dan 180 keer in Gods Woord terug te vinden. Het wordt in het Oude Testament (vooral in de boeken van Mozes) veelal verbonden met het woord ’offer’. Danken gaat niet zonder offeren. Het is bekend dat het brengen van een offer het gevolg is van de zonde, noodzakelijk om de schuld van, en de straf op de zonde weg te nemen. Daarom staat ook op dankdag het offer van Gods Zoon, het eniggeldende Offer centraal. Anders heeft alle danken geen inhoud en is het niet zinvol, en zal het zelfs eens tegen ons getuigen in de dag des oordeels.

Getuigenis

Aan de Thessalonicenzen beveelt Paulus om God in voor- én in tegenspoed te danken: Dankt God in alles; want dit is de wil Gods in Christus Jezus over u (1 Thess. 5:18, zie ook de kanttekeningen). Als we zo mogen danken, kan de dankdag voor onze samenleving een jaloersmakend getuigenis zijn. Dan wordt kerkgang een getuigenis, zoals ook bleek uit een inmiddels veelgelezen column in het NRC van de hand van Rosanne Hertzberger. Ze schreef naar aanleiding van de gewraakte kerkgang in Staphorst het volgende: ’Ergens was het jaloersmakend dat er iets zo belangrijk in hun leven was, iets heiligs, iets wat boven alles ging, waarvoor het noodzakelijk was om ook in coronatijden ergens lijfelijk op te komen dagen.’

Ze constateerde dat er in seculier Nederland niets te heilig is om af te zeggen. Een feestdag hoeft niet, een concert en een diner ook niet. Het is allemaal van ondergeschikt belang. Maar ze zag mensen wandelen naar de kerk, omdat kerkgang voor hen heilig is.

De Heere geve dat het mag klinken, dat we tegenspoed zien als oordeel op de zonde, maar ook als een middel in Gods hand om Hem te voet te vallen en te eren. Een getuigenis dat we geloven dat de HEERE regeert. Is er dan geen reden om toch dankdag te houden?

Noot

1. Op Urk wordt dankdag op Oudejaarsdag gehouden, in Zeeland op de laatste woensdag van november.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen