Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rumoer rond grondrechten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rumoer rond grondrechten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorige week schreef collega Van Leeuwen reeds onder de titel ”Ontnomen vrijheid” over de gebeurtenissen in week 46. Het lijkt de moeite waard om er nog een keer op terug te komen. Het ging er inderdaad heftig aan toe in ’s lands vergaderzalen. Er werden heftige discussies gevoerd over vier grondwetsartikelen. In artikel 1 wordt elke vorm van discriminatie verboden. In artikel 7 ligt het recht op vrijheid van meningsuiting vast. In artikel 9 gaat het over de vrijheid van vergadering en betoging (demonstraties). In artikel 23 is de vrijheid van onderwijs gegarandeerd. Dit verbod en deze vrijheden worden ook wel grondrechten genoemd, omdat ze vast liggen in de Grondwet.

Twee aanleidingen

De eerste aanleiding voor de discussies was de onthoofding van de Franse leraar Samuel Paty door een moslimextremist. Een dag of tien na de onthoofding werd in Nederland door moslimaanhangers een petitie in gang gezet. De petitie was gericht tegen het onnodig kwetsen en beledigen van de profeet Mohammed. Daarbij werd een beroep gedaan op artikel 137c van de Grondwet. In dat artikel is het openbaar en opzettelijk beledigen van een groep mensen op grond van ras, godsdienst- of levensovertuiging, seksuele gerichtheid of handicaps strafbaar gesteld. Er staat bij: door geschrift of afbeelding. De opstellers van de petitie drongen aan op uitvoering van dit grondwetsartikel. Aan de spotprenten rond de Islam lijkt immers geen einde te komen.

In de Tweede Kamer nam de fractievoorzitter van DENK, Farid Azarkan, het op voor de inhoud van deze petitie. Hij deed daarbij een beroep op de vrijheid van meningsuiting en van demonstratie. Nu, op dat moment waren de rapen gaar. Op een heel felle wijze kreeg hij vrijwel de hele kamer over zich heen! Azarkan wekte de schijn, zo vond men, dat hij het opnam voor de moordenaar. Dat was de eerste rel in week 46.

De aanleiding tot de tweede rel was het inmiddels bekende interview in het dagblad Trouw van zaterdag 7 november. Het was een gesprek met twee mannen die tien jaar of langer geleden op het Van Lodenstein College en op de Pieter Zandt Scholengemeenschap stonden ingeschreven. Zij beklaagden zich erover dat hun ouders destijds een identiteitsverklaring moesten ondertekenen, waarin vermeld stond dat een homoseksuele leefwijze zondig is.

De maandag na het bewuste Trouwartikel werd in de Kamer gesproken over het geven van het vak burgerschapskunde. Alle aandacht werd gericht op het artikel in Trouw en het klimaat op reformatorische scholen. Daar zou toch wel een zeer onveilig en bedreigend klimaat heersen.

Die maandag deed de minister van Onderwijs, Arie Slob van de Christen Unie, een beroep op de vrijheid van onderwijs (artikel 23). Letterlijk zei hij: ”Scholen mogen homoseksualiteit afkeuren.” Ook nu kende de onverdraagzaamheid in de Tweede Kamer geen grenzen. En niet alleen in de Tweede Kamer. Dezelfde dag werd Slob ook binnen het kabinet op het matje geroepen. Premier Rutte en zijn andere collega’s eisten van Slob een andere opstelling. Een dag later werd een motie ingediend waarin een dergelijke identiteitsverklaring werd verboden. Minister Slob ging door het stof: hij gaf aan dat hij veel meer nadruk had moeten leggen op artikel 1 over de vrijheid van geaardheid en het veilige schoolklimaat.

Wat er wel staat

Van Leeuwen heeft er vorige week duidelijk op gewezen dat al de commotie rond burgerschap ontstond naar aanleiding van verklaringen die niet meer bestaan. In toelichtingen op de identiteit van de scholen voor voortgezet onderwijs staat echter wél dat het huwelijk tussen één man en één vrouw op de Schrift is gegrond en daarom voor ons maatgevend en bindend is. We moeten helaas op grond van de discussies in week 46 concluderen dat christenen of christelijke instellingen in Nederland dit blijkbaar niet meer mogen belijden. Zeker niet in het openbaar! In het zogenaamde publieke domein.

In het politieke debat botsten de diverse grondrechten met elkaar. Duidelijk is gebleken dat artikel 23 (vrijheid van onderwijs) het onderspit dolf. Dat geeft te vrezen voor de toekomst van onze scholen. Er is grote kans dat na de verkiezingen van 21 maart 2021 er flink gemorreld gaat worden aan zaken rond artikel 23. Nee, men zal het grondwetsartikel zelf niet afschaffen. Dan creëert men een groot bestuurlijk en maatschappelijk probleem: 70% van de leerlingen in Nederland volgt bijzonder onderwijs.

Wel is te vrezen dat door aanscherping van bekostigingsvoorwaar­den, aan het bijzonder onderwijs fundamentele vrijheden worden ontnomen. Op die manier blijft de vrijheid van onderwijs bestaan, maar worden er steeds meer inhoudelijke beperkingen opgelegd. Het is al jarenlang een doorn in het oog van heel liberaal en progressief Nederland dat er scholen zijn die een principieel toelatingsbeleid voeren. In het nieuwe verkiezingsprogramma van de VVD staat nadrukkelijk de afschaffing van het toelatingsbeleid. Lodewijk Asscher van de PvdA liet ook geen twijfelachtig geluid horen: in Trouw van 14 november jl. stond boven een interview met hem een paginabrede kop: ”Als het aan Asscher ligt, gaat dat ’heilige artikel 23’ op de schop.” Hij gaf een heel duidelijk schot voor de boeg toen hij zei: ”We gaan geen scholen meer publiek financieren die zich direct of indirect tegen de rechtsstaat keren, of tegen de gelijke behandeling die in ons land zo belangrijk is.”

We merken terloops op dat uit Asschers uitspraak blijkt dat het niet alleen gaat om reformatorische scholen, maar ook om islamitische scholen.

Wat de minister-president deed

Het was diep teleurstellend hoe onze minister-president M. Rutte zich in week 46 in deze kwesties opstelde. Over spotprenten die vooral gericht zijn tegen de Islam, was geen moment van bezinning. Spotprenten moeten in Nederland gewoon kunnen, aldus de ministerpresident. Hij wilde daarop geen enkele uitzondering maken. Het Nederland dat hij voorstaat biedt daar alle ruimte voor, zo klonk ongeveer zijn verweer. Dat de minister-president daarmee in strijd komt met artikel 137 van de Grondwet, besefte hij blijkbaar niet. Maar ook op andere wijze maakte hij een fout. Deze ministerpresident doet in de corona crisis voortdurend een beroep op de beschaving van ons Nederlandse volk. Om deze reden vertrouwt hij er elke keer op dat de overgrote meerderheid van het volk de regels zal opvolgen. Je zou aan hem willen vragen: ”Hoort het bij diezelfde beschaving dat je wel allerlei onbeschaafde taal mag uitspreken en dat je ook mensen opzettelijk mag krenken en bespotten in hun diepste levenswaarden?”

Een soortgelijke uitglijder maakte hij als het ging om de visie op homo seksualiteit. Letterlijk zei hij in de Tweede Kamer: ”Als anno 2020 op scholen de indruk zou worden gewekt dat het mensen vrij staat om afwijzend te staan tegenover homoseksualiteit, dan zou dat voor mij onacceptabel zijn.” Dat de minister-president daarbij schuurt tegen artikelen over de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van onderwijs hinderde hem blijkbaar niet. Hij liet zelfs zijn directe collega Slob om die reden een knieval doen.

Wat van ons gevraagd wordt

Week 46 is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Nederland. Onmiskenbaar is gebleken dat het verzet tegen elke godsdienst en de uitleving van de beginselen in de praktijk groeit. Wat staat ons hierin te doen?

1. Allereerst dienen we zeer zorgvuldig om te gaan met de doordenking van ethische vragen. We moeten eerlijk toegeven dat stellingnamen in de loop der jaren soms verschuiven. Laten we daarom in het heden ons elke keer diepgaand afvragen of we (nog) volledig denken en handelen in de lijn met de Heilige Schrift.

2. Het is vervolgens van groot belang hoe wij onze beginselen verwoorden naar de buitenwacht. Dat geldt voor ons allemaal.

3. Van het grootste belang is onze trouw aan Schrift en belijdenis. Het is in alle spektakel soms verleidelijk om onze beginselen zo aantrekkelijk mogelijk voor te spiegelen. Echter, laten we vooral eerlijk en oprecht zijn. Het gaat niet om ónze woorden. Het gaat om de boodschap van Gods Woord zelf. Dan past geen enkele vorm van afzwakking. Dan wordt onvoorwaardelijke trouw verwacht. De Heere is het waard om voor Zijn geboden op te komen!

Ten slotte. In de schemering van Christus’ wederkomst zullen tonelen als van week 46 alleen maar toenemen. Christus heeft het beloofd: In de wereld zult gij verdrukking hebben. Hij heeft er ook iets aan toegevoegd: Maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen. Dat mocht ook voor ieder van ons persoonlijk tot bemoediging zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Rumoer rond grondrechten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's