Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 200

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 200

Hoofdstuk 29 – De navolging van Christus – 1 (8)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen gelijk Hij gewandeld heeft. 1 Joh. 2:6

Het is hier echter niet zozeer mijn taak het wezen van de geestelijke vreugde te ontvouwen, als wel om er bij u op aan te dringen dat u deze metterdaad zult betonen in de gelijkvormigheid aan uw verheven Voorbeeld, Wiens leven een leven was van vreugde in God, en Wiens werk werd gedaan met de grootste vreugde in God. Ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen.

O christen, sta ernaar om uw Voorbeeld hierin na te volgen!

Om u aan te moedigen, zal ik in het kort vier dingen aangeven.

Er kan nauwelijks iets zijn wat duidelijker de oprechtheid van een hart doet blijken dan dat het zich in God, en in de wil van God verheugt. De huichelaars gaan even ver als anderen in het materiële deel van de plicht. Hier echter schieten ze tekort: ze hebben geen vreugde in God en de geestelijke dingen. Wát ze doen, doen ze onder de dwang van het geweten of om te bereiken wat zijzelf beogen. Een hart dat vreugde heeft in God, zal een uitgelezen hulp en een uit gelezen middel zijn om te volharden. De reden waarom velen zo gemakkelijk met de godsdienst breken, is dat hun ziel nooit het zoete ervan heeft gesmaakt; ze hebben er nooit vreugde in gehad. Maar de christen, die vreugde heeft in Gods wet, zal die dag en nacht overdenken: hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, en zijn blad valt niet af (Ps. 1:2, 3).

Deze vreugde zal het dienen van God heel mooi afschilderen voor hen die er nog vreemd aan zijn. Dan zult u hen door uw voorbeeld tot Christus kunnen nodigen. De taal ervan zal zijn als die in Psalm 34:9: Smaakt en ziet dat de Heere goed is.

Het zal maken dat al uw dienen voor God heel aanvaardbaar en aangenaam is door Christus. U zult nu beginnen op aarde Gods wil te doen, zoals die in de hemel wordt gedaan. Uw plichten zijn in zoverre als die van de engelen, dat ze worden gedaan in de kracht van de vreugde in God.

U werpt tegen: Maar kan dan een oprechte christen niet werkzaam zijn in de plicht zónder die vreugde? Ja, kan hij soms in de plichten niet iets van vermoeidheid gevoelen? Ja, zonder twijfel. Maar we moeten onderscheid maken tussen de gestalte en de ongestalte van een vernieuwd hart. De beste harten zijn niet altijd in de beste gestalte.

De onschuld van het leven van Christus op aarde is een uitnemend voorbeeld voor heel Zijn volk. Hij heeft niemand gekwetst, niemand beledigd, maar Hij was heilig en onschuldig, zoals de apostel in Hebreeën 7:26 zegt. Hij heeft Zich Zijn eigen vrijheid ontzegd om te voorkomen dat Hij aanstoot zou geven. Dat was toen het over die belastingpenning ging: … de zonen zijn vrij; maar opdat wij hun geen aanstoot geven, ga (Matth. 17:26, 27). Zó behoedzaam was Christus, en zó onschuldig onder alle mensen, dat hoewel Zijn vijanden oorzaak tegen Hem zochten, zij toch helemaal niets konden vinden (Luk. 6:7). Zie op Jezus, u die de godsdienst belijdt. Volg Hem na in de aangename uitnemendheid van Zijn leven, naar Zijn gebod in Filippenzen 2:15: Opdat gij moogt onberispelijk en oprecht zijn, kinderen Gods zijnde, onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht. U mag inderdaad met beleid handelen, maar geen stap verder gaan dan het met uw eenvoud overeenkomt: …zijt voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven (Matth. 10:16). Het is de regel van Christus dat u niemand aanstoot zult geven (1 Kor. 10:32; 2 Kor. 6:3).

Om u ertoe te brengen dat u Christus hierin zult navolgen, moet ik u er in het kort en nadrukkelijk met een paar dingen toe aanmoedigen; dingen die, naar ik denk, de overhand moesten hebben in een hart dat waarlijk genade kent.

Geef, tot eer van Christus, geen aanstoot. Zijn Naam is over u uitgeroepen, Zijn eer is in het geding in de manier waarop u zich gedraagt. Als uw manier van doen in de wereld aanleiding geeft tot aanstoot, zal de loffelijke Naam van Christus daardoor gelasterd worden (Jak. 2:7). Uw onergerlijke gedrag is het enige middel om de mond van lasteraars te stoppen (1 Petr. 2:15).

Wees, omwille van de ziel, de kostbare en onsterfelijke ziel van de ander, voorzichtig, zodat u geen aanstoot zult geven. Wee der wereld, zegt Christus, vanwege de ergernissen (Matth. 18:7). De heidenen hebben in de tijd van Cyprianus tegen Christus en de godsdienst in het algemeen geen ánder bezwaar ingebracht dan dat de belijders een losbandig en ergerlijk leven leidden. Kijk, zeggen ze, dat zijn nu de mensen die zich erop verheffen dat ze van de tirannie van de satan zijn verlost, dat ze dood zijn voor de wereld. En toch: kijk eens hoe ze door hun lusten worden overwonnen! Op precies dezelfde manier komt Salvianus met de goddelozen van zijn tijd, die struikelden over de losbandigheid van de belijders. Ze zeiden: Waar is die algemene christelijke wet die zij geloven? Waar zijn de voorbeelden van godsvrucht en ingetogenheid die zij hebben geleerd? O christen, laad niet de schuld van de eeuwige ondergang van een ander op uw ziel!

Beantwoord aan het doel dat God op deze manier in uw heiligmaking en in Zijn voorzienige beschikking in de wereld heeft gesteld. Door de heiligheid en de onschuld van uw leven worden velen misschien voor Christus gewonnen (1 Petr. 3:1). De heidenen hebben over de deugd der zedelijkheid gezegd - die zij ’het wenden van het hart’ noemden - dat als die maar voor alle sterfelijke ogen zichtbaar zou zijn, alle mensen erdoor zouden worden bekoord. Dat zal veel méér waar zijn van het dienen van God, wanneer u de schoonheid ervan in uw wandel zult laten zien.

(wordt vervolgd)

© 2008 Den Hertog B.V. Houten.

Geschonken genade

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 200

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's