Petrus, een visser van mensen
17. De genezing van een kreupele man
Elke dag werd hij bij de mooiste toegangspoort van de tempel neergezet. Zelf was de kreupele man vanaf zijn jongste jaren niet in staat om te lopen. De Bijbel zegt dat hij kreupel was van zijner moeders lijf (Hand. 3:2). Vooral tijdens de vaste gebedstijden rond het morgen- en avondoffer om negen en om drie uur, kwamen er heel wat mensen naar de tempel in Jeruzalem en velen maakten gebruik van de prachtige hoofdingang, genaamd ’De schone poort’ (vers 2), gelegen aan de oostzijde van de voorhof van de tempel. De kreupele man zat daar om een aalmoes te ontvangen. Wat hij deed was tegen het uitdrukkelijke gebod van de Heere Die bevolen had dat er geen bedelaar in Israël mocht zijn (Deut. 15:4). Maar aan die bepaling werd allang niet meer de hand gehouden.
Terwijl hij op een zekere middag weer bij ’De schone poort’ zat, kwamen de twee apostelen Petrus en Johannes langs lopen. Toen de kreupele man de apostelen opmerkte, vroeg hij hen om een aalmoes. Mogelijk hadden de beide apostelen door de wonderlijke gebeurtenissen op de laatste pinksterdag een zekere bekendheid onder het volk gekregen, zodat ook de kreupele man hen herkende. Petrus en Johannes hoorden dat hij om een aalmoes vroeg en hielden bij hem stil. Toen zeiden ze tot hem: Zie op ons. Vol verwachting keek de kreupele man de beide apostelen aan omdat hij dacht dat ze hem geld zouden geven.
Maar Petrus gaf hem aanvankelijk een teleurstellend antwoord en zei: Zilver en goud heb ik niet. En daar was het juist de man om te doen! Daarom hadden zijn vrienden hem bij ’De schone poort’ gezet. Gelukkig had Petrus veel méér dan geld, want hij sprak verder: Maar wat ik heb, dat geef ik u. Wat hadden Petrus, Johannes en de andere apostelen dan? Zij hadden de belofte van de Heere Jezus ontvangen dat ze in Zijn Naam tot bevordering van het Evangelie grote wonderen zouden verrichten. Er staat in Markus 16:20: En zij (namelijk de apostelen) uitgegaan zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop volgden. En in Johannes 14:12 lezen we: Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen en zal meerdere doen dan deze. Met zulke buitengewone gaven van de Heilige Geest waren de apostelen bedeeld. Door het geloof sprak Petrus tot de kreupele man: In den Naam van Jezus Christus den Nazaréner, sta op en wandel (vers 6). In het vast vertrouwen op Gods belofte greep hij bij het uitspreken van die woorden de man bij de rechterhand en de kreupele man sprong meteen op alsof hij nog nooit iets gemankeerd had. In hem werd letterlijk vervuld: Alsdan zal de kreupele springen als een hert (Jes. 35:6). Met de beide apostelen wandelde hij naar de tempel en loofde de Heere voor het grote wonder dat Hij door Zijn apostelen had verricht. Aangekomen in de voorhof van Salomo kwamen de mensen vol bewondering op de apostelen af alsof zíj het wonder hadden verricht. Het was nog maar een half jaar geleden dat de Heere Jezus in deze voorhof van Salomo bijna gestenigd was. Toen Petrus de mensen om zich heen zag staan, nam hij de gelegenheid waar om het volk te vertellen dat het grote wonder aan de kreupele man door de Heere Jezus was verricht en niet door hen. Tevens herinnerde hij hen eraan hoe zij de dood van de Heere Jezus, de Vorst des levens, hadden begeerd en daarentegen Barábbas, een doodslager, vrijuit hadden laten gaan. Onomwonden hield de apostel hen hun grote schuld voor, zoals hij dat ook op de pinksterdag gedaan had. Opnieuw klonk de oproep tot het volk om zich te bekeren en als een arme smekeling tot de Heere Jezus te vluchten vóórdat het te laat zou zijn, want Hij komt straks op de wolken als de Rechter van hemel en aarde. ’Luister toch’, zo sprak hij, ’naar die Profeet, want alle ziel die dezen Profeet niet zal gehoord hebben, zal uitgeroeid worden uit het volk (vers 23). De Heere laat deze boodschap eerst aan u als nakomelingen van Abraham verkondigen, want Hij heeft in Zijn verbond met vader Abraham beloofd eerst uit het Joodse volk mensen te bekeren en daarna ook heidenen. Betert u dan en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden (vers 19).’
Op die vermanende en indringende woorden van Petrus werden er opnieuw veel mensen, net als op de pinksterdag, verslagen in het hart en opdat zij niet om hun bedreven zonden in wanhoop zouden omkomen, sprak Petrus: ’Ik weet dat u het uit onwetendheid gedaan hebt, maar het is wel een schuldige onwetendheid. U hebt den Heilige en Rechtvaardige verloochend!’ De Heilige Geest wilde de gesproken woorden van Petrus zegenen en we lezen in Hand. 4: 4: En velen van degenen die het Woord gehoord hadden, geloofden; en het getal der mannen werd omtrent vijfduizend.
Na deze gebeurtenis moesten de apostelen verantwoording afleggen aan de Joodse Raad, maar in Gods kracht spraken Petrus en Johannes vrijmoedig over de Heere en de Heere Jezus. Daarna brachten zij verslag uit aan de christelijke gemeente, die de Heere smeekte om Gods knechten in de toekomst bij te blijven staan. En de Heilige Geest gaf Zijn hoge goedkeuring door de plaats waar zij zaten te bewegen.
(Volgende keer D.V. 18. De kreupele man en wij)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's