Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 204

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 204

Hoofdstuk 30 – De navolging van Christus – 2 (3)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen gelijk Hij gewandeld heeft. 1 Joh. 2:6

Wat zouden wij allen tijden van zegen beleven als de ware godsdienst in de hele wereld zou heersen en er de overhand zou hebben!

Wat zou dat de hoogmoedigen vernederen, driftige mensen zachtmoedig maken en degenen die vleselijk zijn, geestelijk maken! De verdorven wereld geeft de godsdienst de schuld van alle rumoer en verwarring, en dat terwijl niets ter wereld dan alleen de godsdienst, bevorderd door de kracht ervan, deze kwaden, die als een besmettelijke ziekte zijn, kan helen en genezen. O, als de mensen maar eens echt gebracht werden onder de macht van de godsdienst, om Christus na te wandelen in heiligheid, gehoorzaamheid, zachtmoedigheid en zelfverloochening - dan zouden ellendige dingen als deze onder ons niet worden gehoord: Een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder, en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van de basilisk. Men zal nergens leed doen noch verderven op de ganse berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol kennis des Heeren zijn, gelijk de wateren de bodem der zee bedekken (Jes. 11:8, 9).

Daar volgt dan uit dat oprechte christenen de aangenaamste metgezellen zijn. Het is aangenaam om te wandelen met degenen die naar Christus’ voorbeeld wandelen. De heiligheid, de hemelsgezindheid, de nederigheid, de zelfverloochening en de toewijding in de gehoorzaamheid, dingen die allemaal in Christus waren, zijn in een zekere mate in alle oprechte christenen te vinden. Zij laten de deugden zien van Hem Die hen geroepen heeft. Zij stralen de genadegaven van de Geest in meerdere of mindere mate uit. En o, wat zijn deze dingen vertederend, liefelijk en aantrekkelijk! Juist om deze reden heeft de apostel anderen genodigd tot de gemeenschap der heiligen: …opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus (1 Joh. 1:3).

Is het dan niet aangenaam om de gemeenschap te hebben met de genen die de gemeenschap met Christus hebben? O, laat heel uw vreugde zijn in de heiligen, en in de uitnemenden der aarde, die in deugd uitblinken (Ps. 16:3). En toch: vergis u niet; er is heel wat verschil tussen de ene christen en de andere. Zelfs de beste christenen zijn slechts ten dele geheiligd. Als er iets is dat zoet en aangenaam is, is er ook iets dat bitter is en onaangenaam in de besten onder de mensen. Als er iets is dat u blij maakt, en liefde wekt, is er ook iets dat maakt dat u medelijden krijgt en dat u geduld moet hebben. Toch is het heel zeker dat zij, ondanks al hun gebreken en verdorvenheden, het beste en aangenaamste gezelschap vormen dat de wereld te bieden heeft.

Als niemands aanspraak op Christus wordt gewaarborgd dan alleen de aanspraak van hen die wandelen zoals Hij gewandeld heeft, wat is dan de hoop ijdel en de verwachting ongegrond bij degenen die niet geheiligd zijn en naar hun eigen begeerten wandelen!

Niemand is vrijpostiger om aanspraak te maken op de voorrechten van de godsdienst dan degene die de plichten ervan verwerpt. Grote groepen mensen hopen dat Christus hen zal behouden, die toch weigeren zich door Hem te laten regeren. Een hoop als deze vindt evenwel in de Schrift geen bewijs om die te steunen. Ja, er zijn veel Schriftuurlijke getuigenissen die daar tegenin gaan: Of weet gij niet dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beërven? Dwaalt niet: noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beërven (1 Kor. 6:9, 10). O, vele duizenden dingen die men hoopt, zijn ijdel; ze worden in het stof gelegd, en vele duizenden zielen worden door deze ene Schriftplaats tot de hel veroordeeld.

Het tweede gebruik tot vermaning

Als het zo is, noopt dit natuurlijk allen die het christelijk geloof belijden ertoe strikt godzalig te wandelen, als zij ooit verwachten door Christus een weldaad te ontvangen. O, u die Hem belijdt, wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds (Rom. 12:2). Stelt u zich het voorbeeld van Christus voor ogen, en sta ernaar in Zijn voetspoor te gaan! Dat is het grote werk van het dienen van God, het belangrijkste oogmerk van het Evangelie. Staat u mij toe dat ik u dit vanuit de nu volgende beweegredenen op het hart zal drukken.

(wordt vervolgd)

© 2008 Den Hertog B.V. Houten.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 204

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's