Triomf

Psalm 47

Op Hemelvaartsdag zal het weer gezongen worden: ’God vaart, voor het oog, met gejuich omhoog’. Wist de psalmdichter al 1000 jaar van te voren dat de hemelvaart van Jezus Christus zou plaatsvinden? De Psalm is geschreven ter gelegenheid van het opbrengen van de verbondsark door koning David naar Jeruzalem, om daar tijdelijk in een tent geplaatst te worden. Dat is een triomftocht geweest. Michal zag haar man David, springende en huppelende voor het aangezicht des HEEREN (2 Sam. 6:16). Met dit opbrengen van de ark wordt de hemelvaart van Gods Zoon afgebeeld, zoals ook te zien is in de Psalmen 24 en 68, Psalmen die meestal ook onderdeel van de liturgie op Hemelvaartsdag zijn.

In de inleiding op Psalm 47 is te lezen dat het een ’triomfpsalm van de kerk’ is, gemaakt en gezongen tot eer van de Koning van de Kerk, Jezus Christus. Aan de heerlijkheid van Christus als Koning is onafscheidelijk de heerlijkheid van Zijn Kerk verbonden. Daarom wordt ook opgeroepen tot het zingen van Gods eer. Niet alleen vanwege Zijn regering over de gehele aarde, maar ook vanwege de profetie dat heidenen geroepen en getrokken zullen worden. Verderop in het artikel zullen we zien dat daar ook liberalen tussen zullen zijn …

Kinderen van Korach

Deze Psalm is een van de Psalmen waar in de aanhef ’de kinderen van Korach’ genoemd worden. Dus niet Korach zelf, maar zijn kinderen. Korach is, zoals bekend, een van de mannen die in opstand tegen Mozes en Aäron zijn gekomen. Zijn naam wordt als eerste van het hoogmoedige trio genoemd: Korach, Dathan en Abíram. Hij was de bedenker van het plan, ’het hoofd van de samenrotting en beroerte’ ¹ , om Mozes en diens broer de leiding af te nemen. En dat terwijl hij, in tegenstelling tot de andere twee, een Leviet was. Aan de naam van Korach is geen hemelvaart, maar een hellevaart verbonden. En de aarde opende haar mond en verslond hen met hun huizen [tenten] (Num. 16:32a). In vers 30 wordt dat ’een levend ter hel varen’ genoemd. Maar juist in deze geschiedenis blijkt Gods verkiezende liefde. Terwijl de geslachten van Dathan en Abíram geheel zijn uitgeroeid, zijn de zonen van Korach niét naar de hel gegaan. Waren ze beter? De kanttekenaren opperden drie mogelijkheden: óf ze waren in de tabernakel aan het werk, óf ze wisten niet van het oproer van hun vader af, óf ze wisten het wel maar hebben er niet mee ingestemd ² . Hoe het ook zij, elf Psalmen spreken over de kinderen van Korach ³ . Uiteraard waren dat niet de zonen van Korach die leefden tijdens de tocht door de woestijn. Het waren verre nakomelingen.

Terwijl hun voorvader het tijdens de vreselijke straf moest uitroepen van angst, zo erg dat de Israëlieten die het hoorden wegvluchtten, mochten de nakomelingen hun stem laten horen in het koor dat de triomfpsalm, Psalm 47, aanhief.

Koning Jezus

Maar het gaat in deze Psalm niet om de kinderen van Korach. Zij hebben zich, net als David toen hij in een eenvoudig kleed sprong en huppelde, weggecijferd. Zij hebben heen gewezen naar hun God, de Koning. Het Koningschap van Jezus is bevestigd met deze hemelvaart. Triomferend is Hij de hemel binnengetreden. Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga (Ps. 24:9).

Christus is opgevaren met gejuich. Iedereen wordt opgeroepen om te zingen. Vijfmaal klinkt het in de verzen 7 en 8: Psalmzingt.

Dan volgt het laatste deel van Psalm 47. Een profetie van de ’beroeping der heidenen’. Daaronder bevinden zich ’liberalen’.

Liberalen

In onze tijd doet de naam ’liberaal’ denken aan de VVD. De partij van Rutte, die weer een triomfantelijke zege behaalde. Bij liberalen denken we aan mensen die vrijheid als eerste principe hebben. Iedereen moet in vrijheid kunnen leven, zonder beperkende wetgeving en het opleggen van religieuze denkbeelden.

Uiteraard is er wel het besef dat volkomen onbegrensde vrijheid niet kan, zeker niet als een ander erdoor in zijn vrijheid wordt beknot. De overheid heeft dus wel een taak om die vrijheid te bewaken, maar liefst met zomin mogelijk inperking van de vrijheid van het individu. Het belang van het individu staat boven het belang van de gemeenschap, hoewel niet onbegrensd. Wetten blijven nodig. Dat is liberale politiek.

Psalm 47 bepaalt ons echter bij andere ’liberalen’. Het zijn de edelen van het volk.

Edelen van het volk

Christus’ Koningschap komt ook openbaar in Zijn regering over de heidenen. Daartoe zit Hij op de troon Zijner heiligheid (vs. 9). Hij regeert over armen en rijken, over het gewone volk en over de hooggeplaatsten. Die regering toont Hij ook in het roepen en bijeenbrengen tot Zijn volk. De edelen der volken zijn verzameld tot het volk van den God Abrahams; want de schilden der aarde zijn Godes; Hij is zeer verheven (vs. 10). Wat lezen we over ’edelen’ in de kanttekeningen? Het zijn personen die gewillig zijn. Vrijwillig. Ze bieden zichzelf aan. De kanttekenaren noemen hen ’volontairen’: officieren die zonder vaste aanstelling en zonder vast soldij (salaris) dienden in een vreemd leger. Vervolgens noemen de kanttekenaren de ’liberalen’. De kanttekenaren bedoelen daarmee mensen die bekend staan om hun goedhartigheid en vrijgevigheid (liberaliteit). Dat zijn de ware prinsen en edelen. Dat is dus ook werk van de ten hemel gevaren Christus. Hij maakt hooggeplaatste personen tot Zijn vrijwillige dienaren. Geloven we nog dat Hij dat kan? Is dat onze dagelijkse verzuchting?

Triomferende Kerk

Waar Christus is, is Zijn Kerk. Hij is van eeuwigheid tot eeuwigheid Koning. Zijn Kerk is eeuwigdurend (Psalm 24) ⁴ . Zorgt dat voor een levensreis vol triomfen? Het is zeker waar: er ís een triomferende Kerk. Maar dat is, tot aan de dag van Christus’ wederkomst, maar een deel van de Kerk: de Kerk die boven in de hemel is. Het andere deel is het strijdende deel. Het deel wat nog de strijd tegen de duivel, de wereld en het eigen bestaan voert in dit leven. Het deel, wat in dit leven leert erkennen het waardig te zijn om met Korach eeuwig weg te zinken. Maar wat toch mag behoren tot de geestelijke ’kinderen van Korach’ en eens zonder ophouden mag triomferen: En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen (Openb. 15:3).

Noten

1. Zie Num. 16:1, kantt. 1.

2. Num. 16:32, kantt. 41.

3. Psalm 42, 44 tot en met 49, 84, 85, 87 en 88.

4. Psalm 24:7, kantt. 18.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen