Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 213

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 213

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk 32 – De ongelovigen veroordeeld (2)

Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam van den eniggeboren Zone Gods. Johannes 3:18

Het ongeloof sluit de zaligmakende vruchten en uitwerkingen van het geloof uit. Het geloof brengt de liefde tot God voort, maar de ongelovige heeft Hem niet waarlijk lief: Maar Ik ken ulieden, zegt Christus, dat gij de liefde Gods in uzelf niet hebt (Joh. 5:42). Het geloof reinigt het hart van de gelovige, maar het hart van de ongelovigen is vol van alle onreinheid. De gelovige overwint de wereld; de wereld overwint de ongelovige. Het geloof maakt het kruis van Christus zoet en gemakkelijk voor de gelovige; het ongeloof maakt Christus, vanwege het kruis, bitter en onaangenaam voor de ongelovige. Het ongeloof sluit zowel de zaligmakende daad van het geloof als de vruchten van het geloof uit, en sluit dan ook de ziel uit van de zaligmakende weldaden en de voorrechten van het geloof, namelijk de rechtvaardiging en de vrede met God.

Het tweede. Laten we nu eens nadenken over de straf op deze zonde: de veroordeling. De veroordeling is in het algemeen het vonnis van een rechter, een boete of een straf die hij aan een schuldige oplegt. Er is een tweeledige veroordeling: een veroordeling ten aanzien van de overtreding en een veroordeling ten aanzien van de straf.

Een veroordeling ten aanzien van de overtreding is de verwerping van de persoon, schuldig als hij is aan het misdrijf waarvan hij wordt beschuldigd. De veroordeling ten aanzien van de straf is het vonnis over de beschuldigde overtreder om een straf voor deze misstap te ondergaan, om straf te dragen voor een zedelijk kwaad. Dit woord veroordeling, uit de rechtspraak, wordt hier toegepast op de zaak van een schuldige zondaar, die voor Gods rechterstoel wordt veroordeeld. Daar wordt de zaak duidelijk bewezen en de straf rechtvaardig opgelegd. Als u niet gelooft, zult u voor deze zonde voor eeuwig sterven. De veroordeling ten aanzien van de overtreding staat tegenover de zaligheid (Mark. 16:16).

De veroordeling is het vonnis van God, de grote en vreselijke God, de alwetende, almachtige, soevereine en onpartijdige Rechter, voor Wiens rechterstoel de schuldige zondaar staat. Het is de wet van God die hem nu veroordeelt: hij heeft er een die hem oordeelt, en die is nog groot en verschrikkelijk ook. Het is vreselijk om voor de rechtbank van een mens te worden veroordeeld, maar de menselijke rechtbanken, hoe belangrijk en indrukwekkend ze ook zijn, zijn maar kleinigheden vergeleken bij het hof van de hemel en van het geweten, waarvoor de ongelovige wordt gedaagd en waar hij wordt veroordeeld.

Het is het vonnis van God dat de ongelovige tot de eeuwige dood veroordeelt, en niets is vreselijker dan dat. Wat is de gevangenis vergeleken bij de hel? Wat zijn het schavot en de bijl vergeleken bij het ’gaat weg van Mij, in het eeuwige vuur’? Wat zijn galg en strop vergeleken bij een eeuwige gloed?

De veroordeling is het definitieve vonnis van God, de allerhoogste Rechter. Bij Zijn rechterstoel, en van Zijn oordeel is geen hoger beroep voor de ongelovige mogelijk, maar de uitvoering volgt zeker op de veroordeling (Luk. 19:27). Als mensen veroordelen, kan God rechtvaardigen en redden, maar als God veroordeelt, kan niemand redden of bevrijden. Als de wet iemand als zondaar veroordeelt, kan het Evangelie hem als gelovige behouden, maar als het Evangelie hem als een ongelovige veroordeelt, een mens die Jezus Christus voorgoed verwerpt, Die hem door het Evangelie wordt aangeboden, kan de hele wereld die mens niet redden. O, wat is ’veroordeling’ dan een vreselijk woord! Alle kwaden en ellendigheden van dit leven zijn er niets bij. Leg alle kwellingen, rampen, al het lijden en de ellendigheden van deze wereld in de ene schaal van de weegschaal en dit vonnis van God in de andere - en ze zullen alle bij elkaar lichter zijn dan een veertje.

Het derde. Nu zal ik u verder laten zien dat deze straf, deze veroordeling, onvermijdelijk op de zonde van het ongeloof moet volgen. Er zijn in de wereld evenveel veroordeelden als ongelovigen. Dat zal op twee manieren blijken, als we denken over datgene waarvan het ongeloof een mens uitsluit en waaronder het ongeloof een mens besluit.

Laten we eerst eens letten op datgene waarvan het ongeloof een mens uitsluit, en dan zullen we merken dat het hem uitsluit van alles wat hem kan helpen en behouden. Het ongeloof sluit hem uit van de vergeving der zonde. Johannes 8:24: Indien gij niet gelooft dat Ik Die ben, gij zult in uw zonden sterven. Welnu, wie onder de schuld van al zijn zonden sterft, moet noodzakelijkerwijs voor altijd sterven in een staat van toorn en veroordeling, want de bezoldiging der zonde is de dood (Rom. 6:23). Als een mens behouden zou worden zonder vergeving, mag ook de ongelovige hopen dat hij behouden zal worden.

Het ongeloof sluit een mens uit van alle zaligmakende weldaden die voortkomen uit de offerande of de dood van Christus. Romeinen 3:25: Welken God voorgesteld heeft tot een Verzoening door het geloof in Zijn bloed. Éfeze 2:8: Uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof. Als dan de ongelovige vrijgesproken en gezaligd zou worden, zou dat zonder de weldaad van Christus’ dood en offerande moeten zijn - en dat is volstrekt onmogelijk.

Het ongeloof sluit een mens uit van de zaligmakende kracht en werking van het Evangelie, doordat het ongeloof het hart ervoor toesluit en de voornaamste bedoeling van het Evangelie tegenwerkt - en die [bedoeling] is dat het de mens zal brengen tot de dingen die met de zaligheid verbonden zijn. Het is het verheven doel en oogmerk van alle geboden in het Evangelie om mensen te bewegen tot het geloof (1 Joh. 3:23; Mark. 1:14, 15; Joh. 12:36). Het is de bedoeling van alle beloften van het Evangelie: die zijn geschreven om mensen ertoe aan te moedigen dat ze zullen geloven (Joh. 6:35, 37). Als de ongelovige dus aan de veroordeling zou ontkomen, zou dat moeten zijn langs een weg die wij vanuit het Evangelie niet kennen, ja, die tegengesteld is aan de orde die daarin is bepaald. De ongelovige gehoorzaamt immers niet het grote gebod van het Evangelie (1 Joh. 3:23). Evenmin is hij onder enige zaligmakende belofte ervan (Gal. 3:14, 22).

Het ongeloof sluit een mens uit van het verenigd-zijn met Christus; het geloof is immers de band van dat verenigd-zijn (Ef. 3:17). De ongelovige zou dus met evenveel recht mogen verwachten zonder Christus behouden te worden, als behouden te worden zonder te geloven.

Zo zien we datgene waarvan het ongeloof de mens uitsluit.

(wordt vervolgd)

© 2008 Den Hertog B.V. Houten. Geschonken genade

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 213

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's