De heilige oorlog (76)
Voor de rechtbank: Valse-vrede
Er zijn door Prins Immanuël rechters aangesteld om invloedrijke Diábolusmannen te veroordelen. In het vorige artikel is stilgestaan bij het verhoor van Goedvergeter en Hardhart. Nu wordt Valse-vrede onderzocht.
Het verhoor van Valse-vrede
- De aanklacht tegen Valse-vrede Valse-vrede wordt door Doe-recht ervan beschuldigd de stad Mensziel op zeer goddeloze en duivelse wijze vervuld te hebben met een valse, ongegronde en gevaarlijke vrede en een Godonterende zekerheid.
- De verdediging door Valse-vrede Valse-vrede ontkent stellig dat hij Valse-vrede heet. Zijn naam is volgens hem Vrede. Hij zegt dat hij dat kan laten bewijzen door mensen die hem goed kennen, door de kraamvrouw die bij zijn geboorte aanwezig was en door de getuigen bij zijn doop. Hij kan dus niet aangeklaagd worden, omdat zijn naam niet in de aanklacht voorkomt. Hij heeft geleefd zoals zijn echte naam is. Hij wilde zelf in alle rust leven en gunde dat ook een ander. Buren die onrustig van geest waren hielp hij zoveel als hij kon. Valse-vrede geeft drie voorbeelden van zijn goed en vredelievend gedrag.
’1. In het begin van het beleg door Koning El-Schaddaï waren er mensen in de stad die onrustig werden bij de gedachte aan wat ze hadden gedaan. Omdat ik er bezorgd over ben als iemand verontrust is, zocht ik naar manieren om die mensen weer stil te krijgen.
2. Toen het in de mode was om te leven als vroeger en als in Sódom en er gebeurde iets waardoor men lastig gevallen werd, deed ik er alles aan om de rust terug te laten keren en ervoor te zorgen dat niemand lastig gevallen werd.
3. Om dichter bij huis te komen: toen de oorlog uitbrak en er mensen bang waren voor vernietiging, vond ik altijd wel weer iets uit om hen weer tot rust te brengen.
Ik heb dus zo’n goed karakter zoals dat volgens mensen bij een vredestichter past. Ik kan vrijmoedig zeggen dat ik me erg verdienstelijk maakte. Ik verzoek u daarom vrijgesproken te worden als een man die oneerlijk behandeld is. U hebt immers de naam rechtvaardig en eerlijk te zijn. Ook verzoek ik schadeloosstelling door hen die mij beschuldigd hebben.’
- De getuigenissen tegen Valse-vrede
Omdat de aangeklaagde ontkent dat hij Valse-vrede heet, laat Doe-recht vragen of er getuigen zijn die informatie kunnen geven over de oorspronkelijke en juiste naam van de gevangene. Er komen twee getuigen naar voren, de heren Waarheid-onderzoeker en Waarheid-bewijzer.
Waarheid-onderzoeker: ’Heren, ik …’.
Rechters: ’Wacht! Leg eerst de eed af!’
Nadat Waarheid-onderzoeker de eed heeft afgelegd voor de rechtbank, vertelt hij: ’Ik ken deze man van mijn jeugd af. Zijn naam is Valse-vrede. Zijn vader was Vleier, zijn moeder heette voor haar trouwdag Rustgever. Niet lang na hun trouwen kregen ze een zoon, die ze Valse-vrede noemden. Ik speelde, al was ik iets ouder, met hem. En als zijn moeder hem riep terwijl we speelden, zei ze altijd: ’Valse-vrede, Valse-vrede, kom snel naar huis, of ik kom je halen.’ Ja, ik kende hem al toen hij nog aan de borst lag. Hoewel ik toen ook nog klein was, herinner ik me dat ze hem in haar armen had. Wel twintig keer noemde ze hem dan: ’Mijn kleine Valse-vrede, mijn lieve Valse-vrede!’, en: ’Oh, mijn kleine boef, Valse-vrede!’, en ook: ’Oh, mijn klein vogeltje, Valse-vrede!’. Ze hield veel van haar kind. Ook anderen weten dat hij Valse-vrede heet, al is hij zo brutaal om het voor de rechtbank te ontkennen.’
Ook Waarheid-bewijzer legt de eed voor de rechtbank af. Hij zegt: ’Heren, alles wat de vorige getuige heeft gezegd, is waar. Daarnaast heb ik vroeger gezien dat hij boos werd als iemand hem anders noemde dan Valse-vrede. Dan voelde hij zich bespot alsof men hem een bijnaam gaf. Maar dit was in de tijd dat Valse-vrede een voornaam man was en de volgelingen van Diábolus als eerlijke mannen gezien werden.’
Doe-recht: ’U hebt allen gehoord wat onder ede verklaard is tegen de gevangene. Valse-vrede, u hebt ontkend dat u Valse-vrede heet, maar u hebt gehoord wat deze getuigen hebben gezegd. Wat betreft uw verdediging, u wordt niet beschuldigd als een man van vrede of als vredestichter. Maar u wordt aangeklaagd omdat u op goddeloze en duivelse wijze Mensziel in een valse, bedrieglijke en verdoemelijke vrede hebt gebracht en gehouden. Dat was in strijd met de wet van Koning El-Schaddaï en de stad liep het gevaar in haar ellende vernietigd te worden. Je hebt je naam ontkend, maar we hebben de bewijzen gehoord dat u Valsevrede bent. De vrede waarop u zich beroemt, kan niet samengaan met waarheid en heiligheid. En zonder dat fundament is het op leugen gebaseerd. Het is misleidend en leidt tot de verdoemenis, zoals onze Koning heeft gesproken. Uw verdediging heeft de aanklacht alleen maar onderstreept. Maar we zullen u eerlijk oordelen.’
De getuigen van de Koning worden geroepen.
Doe-recht: ’Allesweter, wat heb je als getuige van de Koning te zeggen?’
Allesweter: Deze man heeft het zich tot een taak gesteld Mensziel in een zondige rust te houden door middel van onzedelijkheid, vuiligheid en verwarring. Hij heeft gezegd waar ik bij stond: ’Kom, kom, laten we boven alle problemen uitstijgen, het maakt niet uit hoe. Laat ons maar, ondanks alles, in rust en vrede leven.’
Doe-recht: ’Leugenhater, wat hebt u te zeggen?’
Leugenhater: ’Ik heb hem horen zeggen dat onrechtvaardige vrede beter is dan waarheid die vergezeld gaat met problemen.’
Doe-recht: ’Waar hebt u hem dat horen zeggen?’
Leugenhater: ’Ik hoorde het hem zeggen op het Plein van dwaasheid, in het huis van een zekere Onnozel, waar het bord met de naam Zelfbedrieger hangt. Ja, hij heeft dit zover ik weet twintig keer gezegd.’
Doe-recht: ’We kunnen ons de moeite wel besparen om meer getuigen op te roepen. De bewijzen zijn duidelijk en volledig. Breng Valse-vrede weg.’
Vrede en zonder gevaar
John Bunyan tekent in dit deel van zijn boek het werk van de satan om ervoor te zorgen dat de ziel van de zondaar niet verontrust wordt en in valse vrede op de eeuwigheid aan reist. Maar als de Koning der gerechtigheid in het hart komt, wordt de valse vrede ontmaskerd.
Onrust voorkomen
Het is de satan er dus om te doen dat de ziel niet bezet wordt met onrust. Hij weet dat als de Heere gaat werken, de rust wordt opgezegd. Dat gevaar wil de duivel niet lopen, dus gebruikt hij alle mogelijke middelen om valse rust en valse vrede te bewerken. Iemand die enig gevoel van zijn zonde en strafwaardigheid krijgt, fluistert hij toe: ’Je bent nog jong. Niet zo somber. Je kunt je altijd nog bekeren.’ Maar hij zegt er niet bij dat we ook jong kunnen sterven. Een ander werpt hij in gedachten: ’God is vergevingsgezind. Kijk maar naar de moordenaar aan het kruis. Het is vroeg genoeg om je op je sterfbed tot God te wenden.’ Maar hij zegt er niet bij, dat de dood ook onverwachts kan intreden, zonder dat er een sterfbed aan voorafgaat.
De satan, de wereld, de zonde en het eigen boze bestaan zeggen: vrede en zonder gevaar. Maar Paulus schrijft: Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede en zonder gevaar, dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw, en zij zullen het geenszins ontvlieden (1 Thess. 5:3).
Bedrog
Valse vrede gaat altijd samen met bedrog. De profeet Ezechiël moest over de valse profeten zeggen: Daarom, ja, daarom dat zij Mijn volk verleiden, zeggende: Vrede, daar geen vrede is; en dat de één een lemen wand bouwt, en, zie, de anderen denzelven pleisteren met lozen kalk (Ez. 13:10).
De kanttekenaren zeggen daarvan dat het gaat om profeten die ervoor willen zorgen dat het volk de dreigementen van Gods knechten niet geloven, de godsdienst niet zuiver houden en Gods wet niet gehoorzamen. Het volk wordt wijsgemaakt dat het wel meevalt en ze geen straf hoeven te verwachten. Dat is het werk van iedere dwaling: pleisteren met loze kalk. Dan krijgt de godsdienst wel een mooie buitenkant, maar er is geen sprake van versteviging. De zwakke, lemen muur zal het niet lang uithouden.
Waarheid en vrede
De valse vrede is niet gegrond op waarheid en wil ook niet van de waarheid weten. Hoe vaak wordt er gewerkt aan vrede, zonder dat de waarheid aan het licht gebracht wordt. Dan kan er een tijdelijke vrede komen, die uiteindelijk geen stand houdt. Bunyan is er heel scherp in: vrede die niet gegrond is op waarheid leidt tot vernietiging. Maar de HEERE sprak tot de profeet Zacharia: hebt dan de waarheid en den vrede lief (Zach. 8:19).
Eerst waarheid, dan vrede. De zaligheid is alleen weggelegd voor de ware vreedzamen. Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden (Matth. 5:9). Dat zijn degenen die boven alles de vrede met God hebben leren kennen en daarom ook in vrede met hun naaste leven.
Wat kennen we ervan: Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen Heere Jezus Christus? (Rom. 5:1). Dan hoeft er niet gevreesd te worden voor enig gevaar!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2021
De Wachter Sions | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2021
De Wachter Sions | 16 Pagina's